Palestina: strijd voor een ziekteverzekering voor iedereen

De gezondheidssituatie van Palestijnen lijdt zwaar onder de Israëlische militaire bezetting. Toch zijn er ook keuzes die de Palestijnse Autoriteit zelf kan maken om het gezondheidssysteem te verbeteren.

Afhankelijk van Israëlische gezondheidszorg

De toegang tot gezondheidsdiensten beperkt door problemen aan checkpoints of is de bouw van ziekenhuizen in bepaalde regio’s verboden. Ook de toegang tot essentiële geneesmiddelen en medische apparatuur is beperkt omdat Israël de import bemoeilijkt of tegenhoudt.

 

Veel Palestijnen zijn daarom afhankelijk van Israëlische gezondheidszorg voor sommige behandelingen, maar krijgen niet altijd de nodige reisvergunning. In Gaza weigerde Israël 39% van de aanvragen in 2018, op de Westelijke Jordaanoever was dat 18%.

 

Nationale enquête

Toch zijn er ook keuzes die de Palestijnse Autoriteit zelf kan maken om het gezondheidssysteem te verbeteren. Daarom organiseerden de Palestijnse partners van Viva Salud in 2019 een brede bevraging over de nationale ziekteverzekering om na te gaan of die beantwoordt aan internationale standaarden en in welke mate Palestijnen er baat bij hebben en tevreden zijn over de publieke gezondheidszorg.

 

Bisan, die jongerenbewegingen ondersteunt, nam actief deel aan de bevraging. Ze organiseerden een discussie in focusgroepen met jongeren in vijf steden over hun kennis van de nationale ziekteverzekering en de kwaliteit,  van gezondheidspersoneel en -diensten, de toegankelijkheid van gezondheidszorg (bereikbaarheid, prijs, andere obstakels…), de beschikbaarheid, van basisdiensten, geneesmiddelen, en over thema’s zoals vertrouwelijkheid en veiligheid van de gezondheidszorg.

 

Werken aan toegankelijke en kwaliteitsvolle publieke gezondheidszorg

Uit de resultaten van de enquête blijkt onder meer dat 60% van de Palestijnen een nationale ziekteverzekering hebben maar de helft van hen die niet zullen verlengen wegens te duur. Meer dan de helft van de Palestijnen met zo’n een nationale ziekteverzekering gaat naar privéziekenhuizen en driekwart naar privédokters, ook al zijn die duurder. Dat toont dat er nog werk aan de winkel is om de toegankelijkheid en kwaliteit van publieke gezondheidszorg te verbeteren.

Strijden tegen de verdeeldheid die de bezetting organiseert

Het Palestijnse volk leeft al tientallen jaren onder Israëlische bezetting. Het apartheidsbeleid van Israël heeft een grote invloed op de Palestijnse sociale beweging en heeft geleid tot een heftige politieke, sociale, geografische en religieuze verdeeldheid binnen deze beweging. Het Palestijnse volk heeft nu meer dan ooit nood aan eenheid om te strijden voor het eerbiedigen van zijn recht op zelfbeschikking. 

Toegang tot gezondheidszorg, overal en voor iedereen

In 2019 besloot het Jongerennetwerk voor het Recht op Gezondheid al zijn leden te mobiliseren op de Internationale Jeugddag. Ze gingen in groep naar drie check-points met de eis dat de toegang tot gezondheidszorg voor alle Palestijnen gerespecteerd wordt. Voor de Palestijnen in de Gazastrook die de voorbije jaren steeds moeilijker een uitreisvergunning krijgen om medische redenen. Voor de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever die op weg naar een gezondheidscentrum of ziekenhuis te maken krijgen met talrijke obstakels. Voor de Palestijnen in Oost-Jeruzalem die afhankelijk zijn van een verblijfsvergunning en naleven van de Israëlische wetgeving om toegang te krijgen tot gezondheidszorg.

 

Behalve een eenvoudige actie die op dezelfde dag plaatsvond hebben jongerenorganisaties, -centra en -bewegingen met een eenduidige boodschap aangetoond dat zij in staat zijn de geografische verdeeldheid te overwinnen en samen vanuit Gaza, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever te strijden voor het recht op gezondheid. Ze slaagden erin om hun ervaringen uit te wisselen en ‘good practices’ van sociale mobilisatie te delen om zo een eenduidige boodschap te verkondigen.

 

Deze activiteit maakt deel uit van een breder plan van belangenbehartiging door de partners voor de versterking van een sterk publieke gezondheidszorg in Palestina.

 

Een zomerkamp om elkaar beter te leren kennen 

In Palestina staat de zomer synoniem voor ontmoetingen tussen jeugdbewegingen. Samen met Bisan en Health Work Committees (HWC), Palestijnse partners van Viva Salud, organiseren ze jaarlijks een kamp voor ongeveer 100 jongeren.

 

“Dit zomerkamp was geweldig! Ik heb veel jonge mensen met verschillende achtergronden ontmoet. Naast de training en de opgedane kennis waren er ook momenten van samenkomen, lachen, muziek en emoties” – Leïla, lid van een jeugdbeweging aan de Birzeit Universiteit. 

 

Op het programma: bijeenkomsten, leiderschapstrainingen, een betere kennis van hun sociaal-economische rechten en de sociale determinanten van gezondheid en tot slot ook een kans om na te denken over hoe ze zich beter kunnen organiseren. Er waren ook ontspanningsmomenten met Arabische muziek, lessen Dabkeh (Palestijnse nationale dans) en collectieve maaltijden. 

 

Dankzij dit zomerkamp hebben de leiders van de Palestijnse jongerenorganisaties dus een betere kennis van hun rechten en hoe ze die kunnen verdedigen. Het samenbrengen van jongerenleiders uit verschillende regio’s van Palestina heeft ook tot doel banden te smeden en de basis te leggen voor een sterkere nationale samenwerking in de toekomst. Inderdaad, velen van hen zouden elkaar nooit ontmoeten. Israël verhindert inwoners van de Westelijke Jordaanoever om naar Jeruzalem te reizen, op enkele uitzonderingen na. Hun contexten zijn totaal verschillend en dat geldt ook voor de vormen van onderdrukking waarmee ze te maken hebben. Dit zomerkamp is een kans voor deze leiders om elkaar te leren kennen, elkaars context te begrijpen en hun gevoel voor Palestijnse identiteit te versterken. 

 

Wij zijn ervan overtuigd dat een sterke Palestijnse sociale beweging, die verenigd is en alle sociale lagen, geslachten en generaties samenbrengt, een beweging is die de machtsverhoudingen kan verschuiven naar de kant van de sociale rechtvaardigheid en ten gunste van de meest kwetsbare segmenten van de Palestijnse samenleving.

Gaza: Jongeren in actie voor proper water in hun gemeenschap

Een combinatie van overstromingen in de winter en chronisch tekort aan drinkbaar water doorheen het jaar zet jongeren in Gaza in actie. Ze blijven niet bij de pakken zitten en mobiliseren zich samen met de mensen in hun wijk.

In de winter kampt Gaza regelmatig met hevige regenval. Dat leidt vaak tot overstromingen in de straten van sommige wijken. Daarnaast is er ook een tekort aan drinkbaar door de vervuiling van het grondwater en gebrek aan infrastructuur die werkt om het water te zuiveren. In beide gevallen grotendeels te wijten aan de blokkade door Israël (met medeplichtigheid van Egypte) sinds 12 jaar.

 

Jongeren in Gaza voeren campagne in hun wijk onder het motto ‘Een propere tank voor proper water’

 

Na de hevige regen deze winter kwamen jongeren, actief bij Viva Saluds partner Union of Health Work Committees, in actie. Ze klopten aan bij de lokale overheid met de vraag de straten schoon te maken en een duurzame oplossing te zoeken tegen de overstromingen. Dankzij hun motivatie en dialoog met het lokale bestuur, slaagden de jongeren erin de zaken in beweging te brengen! De overheid heeft het water gedraineerd met de steun van de jongeren en de inwoners van de wijk. Daarna hebben ze een systeem geïnstalleerd om het regenwater op te vangen en het af te voeren naar landbouwgrond zodat boeren het in droge periodes kunnen gebruiken.

Maar dat is niet alles. De jongeren voerden ook een bewustmakingscampagne “een propere tank voor proper water”. Daarmee wilden ze de inwoners van de wijk aanmoedigen om hun tank goed te reinigen zodat het water niet vuil, en dus schadelijk voor de gezondheid, werd. Om de campagne en de kwaliteit van het water op te volgen, maakten ze een Facebookpagina met de inwoners van de wijken. Inwoners maken actief gebruik van de pagina om er zaken te posten over problemen in hun wijk om samen oplossingen te vinden.

Sterkere campagnes dankzij het Comité voor coördinatie van campagnes in de Filipijnen

Het Comité voor Coördinatie van Campagnes (CCC) is samengesteld uit de leden van de 3 Belgische organisaties Viva Salud, KIYO en Solidagro, die actief zijn in hetzelfde programma in de Filippijnen. De CCC heeft tot doel het succes van op rechten gebaseerde campagnes te verzekeren. Het bestaat uit leden van de partners en 2 vertegenwoordigers per Belgische organisatie. Het functioneert als een losse groep die de uitdaging aangaat om de gemeenschappelijke plannen en activiteiten van de campagnes van de partners te coördineren. De belangrijkste taak van de CCC is om de implementatie van de gemeenschappelijke campagnes over recht op gezondheid, recht op voedsel en kinderrechten te vergemakkelijken.

De partners hebben ieder hun eigen expertise en verschillende niveaus van capaciteiten en bekwaamheden wat betreft de rechtencampagne, de verdediging en het managen van de campagne. Sommige van hen werken al samen, meer bepaald om de verdediging van de campagnes en de mobilisatie van de massa op te zetten. Maar dit gebeurt niet systematisch en betrekt niet altijd alle relevante actoren.  Het maximaliseren en complementair maken van de capaciteiten van de partners, met het oog op hun gemeenschappelijk doel, zou nochtans de resultaten en de impact van hun werk aanzienlijk verhogen.

 

Het CCC maakte een goede samenwerking doorheen de campagnes mogelijk. De samenwerking tussen sommige partners bestond al voor het opzetten van het CCC, maar dankzij het CCC werd systematisering en institutionalisering van de onderlinge banden en de samenwerking mogelijk. Hierdoor nam ook de communicatie tussen de partners toe wat betreft gevoelige onderwerpen op het vlak van rechten en politieke/sociale prioriteiten. Dit verbeterde de mogelijkheden om te reageren wanneer de context verandert of er onverwachte bedreigingen of schendingen optreden. Het CCC is een losse groep waarin elke partner een gelijkwaardige positie heeft. Het doel van deze groep is om prioriteiten en strategieën te bespreken naar de verdediging toe en het opzetten van de campagnes gevoerd door de partners te verbeteren. Als onderdeel van het programma verschaft het CCC een forum voor discussie, gericht op het uitwisselen van informatie, gedachten en contextanalyses, terwijl de budgetten van de partners en het monitoren van bepaalde zaken buiten beschouwing blijven.

 

Het CCC kan de communicatie en het wederzijds begrip tussen partners met verschillende achtergronden, die zaken op een andere manier benaderen, verbeteren, vooral tussen nationale en regionale/lokale organisaties. Het CCC vereist het actief engagement van alle partners ten aanzien van specifieke en/of gedeelde uitdagingen en onderwerpen. Het coördineren van de partners is van uitzonderlijk belang voor het succes van het werk van de partners, en de CCC kan hierin een rol spelen en hieraan bijdragen.

 

Bepaalde opmerkingen/studies kunnen worden behandeld door het CCC, of door hen in opdracht worden gegeven aan externe instanties of experten. Vooral de institutionele analyse van sommige sociale zaken of de wettelijkheid ervan, het op punt stellen van een bepaalde wijze van handelen en de verdediging van sommige opportuniteiten of uitdagingen. Deze kunnen bijdragen aan de verbetering van de onderlinge verstandhouding tussen organisaties van de burgermaatschappij en de lokale of nationale overheid. Op die manier de kansen verhogen tot het uitwisselen van informatie en het welslagen van onderhandelingen. Betere analyse van de institutionele en wettelijke mogelijkheden zou er ook toe bijdragen om de overheidsinstanties meer gericht te benaderen, en vooral deze instanties die op dit moment niet gevat worden door de maatschappelijke organisaties.

Jongerenorganisaties strijden voor milieubescherming in Palestina

Milieubescherming is een thema dat het bewustzijn van miljoenen jongeren wereldwijd versterkt. Ook in Palestina hebben jongerenorganisaties besloten om zich samen met vele andere Palestijnse sociale bewegingen te organiseren en te mobiliseren om de vernietiging van hun leefmilieu tegen te gaan. 

Een verarmde vallei 

In 2018 stroomt het afvalwater van de gemeenten Betunia en Ramallah nog altijd in de rivier die door de Garutvallei loopt en verschillende dorpen bevoorraadt. Het rioolwater vervuilde de rivier waardoor boeren het water niet meer konden gebruiken voor hun akkers of dieren. Ook gezinnen konden zich op zomerse vrije dagen niet meer ontspannen langs de rivier. De geur was ondraaglijk geworden en de vrees voor permanente grondwatervervuiling groeide. Om nog maar te zwijgen van de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mensen die in de buurt wonen. 

 

Daarom besloot Bisan, een partnerorganisatie van Viva Salud, om samen met enkele jongerenorganisaties de campagne “Protect Garut valley from waste water” (Bescherm de Garutvallei tegen afvalwater) op te zetten en de bevoegde autoriteiten te overhalen om een duurzame oplossing te zoeken.

 

Empowerment als strategie voor actie: bewustwording, organisatie en mobilisatie  

Bisan begeleidde de jongerenbewegingen doorheen de campagne, maar liet voldoende ruimte om zelf de leiding te nemen. Zo versterkte Bisan door training en continue begeleiding de jongerenleiders in hun leiderschap en capaciteiten om te mobiliseren voor sociale acties.

 

Met de steun van Bisan hebben jongerenorganisaties, -centra en -bewegingen een actieplan opgesteld. Met de kennis en expertise die ze hadden opgedaan tijdens de training creëerden ze verschillende handige communicatiemiddelen: een Facebook-pagina, informatiefolders, video’s, persartikelen en ‘position papers’.

 

Dankzij hun verankering in de gemeenschappen en in het netwerk van Bisan konden de jongerenorganisaties de verschillende groepen ontmoeten die getroffen werden door de vervuiling van de rivier in de Garutvallei: boeren, vakbonden, gemeenschapsorganisaties, gezinnen, journalisten, lokale en nationale politici. Samen hebben ze de gemeenschappen gemobiliseerd en verschillende activiteiten opgezet om de betrokken ministeries aan te sporen het probleem aan te pakken (gezondheid, lokaal bestuur, landbouw, milieukwaliteit, water, en de twee betrokken gemeenten).

 

Vervolgens probeerden ze de campagne zichtbaar te maken door video’s te maken, flyers te verspreiden in scholen en dorpen, de pers te bellen en sit-ins in openlucht te organiseren wanneer de betrokken ministeries een bijeenkomst over de kwestie hielden. Na bijna een jaar campagne voeren behaalden ze een overwinning: het afvalwater werd omgeleid en er werd een openbare aanbesteding uitgeschreven voor de bouw van een waterzuiveringsinstallatie. 

 

Door die ervaring realiseerden de partners en jongerenorganisaties, -centra en -bewegingen zich dat het mogelijk is om concrete en duurzame veranderingen voor hun gemeenschappen te realiseren. Bovendien zijn overwinningen in een dergelijke context belangrijk. Het is ook belangrijk om de tijd te nemen om die overwinningen te documenteren en lessen te trekken.

Filipijnse mensenrechtenverdedigers verzetten zich tegen antiterreurwet

Door de stemming van een antiterreurwet in juli 2020 worden mensenrechtenverdedigers die net opkomen voor een wet die hen beschermt nog kwetsbaarder, zeker in het klimaat van straffeloosheid dat heerst in de Filipijnen.

In 2019 bereikte Karapatan, samen met andere sociale organisaties, een mijlpaal toen het Huis van Volksvertegenwoordigers een wet ter bescherming van mensenrechtenverdedigers unaniem goedkeurde. Die wet verplicht de staat ertoe om mensenrechtenverdedigers te beschermen en wettelijke oplossingen te voorzien voor schendingen van hun rechten.

 

De wet voorziet ook eerherstel voor vrouwelijke mensenrechtenverdedigers en activisten uit de LGBTQIA++-gemeenschap die aangevallen worden omwille van seksuele geaardheid of geslacht. De wet werd gestemd tegen een achtergrond van escalerende pesterijen en lastercampagnes tegen mensenrechtenactivisten door de Filipijnse overheid.

 

De recente moord op Karapatan-lid en bekend mensenrechtenverdediger Zara Alvarez onderstreept de precaire situatie waarin mensenrechtenverdedigers zich onder het huidige bewind bevinden. Alvarez is de dertiende mensenrechtenactiviste van Karapatan die onder de regering-Duterte gedood werd.

 

Addertje onder het gras

Het wetsvoorstel dat mensenrechtenverdedigers moet beschermen zit vast in de Senaat sinds senator Leila De Lima, zelf mensenrechtenactiviste en uitgesproken critica van president Duterte, het daar in 2018 indiende. De regering houdt De Lima nu al drie jaar vast op basis van aanklachten die mensenrechtenverdedigers als verzonnen beschouwen. In de Filipijnen worden wetsvoorstellen pas wet wanneer ze goedgekeurd worden door zowel het Huis van Volksvertegenwoordigers als de Senaat.

 

Ondanks dit manoeuvre is Karapatan blijven lobbyen om het wetsvoorstel erdoor te krijgen en trokken hun activisten de straat op om het grote publiek te sensibiliseren over het lot van mensenrechtenverdedigers. In bijdragen aan mensenrechtenmechanismes van de Verenigde Naties, zoals de Universal Periodic Review, heeft Karapatan altijd duidelijk aangegeven dat de Filipijnse regering onder druk gezet moet worden om werk te maken van het wetsvoorstel ter bescherming van mensenrechtenverdedigers, gezien de verslechterende mensenrechtensituatie in het land.

 

“Dit wetsvoorstel maakt uitgebreid duidelijk welke de noden en gevaren van mensenrechtenwerk zijn bij aanvallen die door de overheid gesteund worden. Het is een cruciale maatregel voor de bevolking, hun gemeenschappen en mensenrechtenverdedigers om hun werk te kunnen blijven doen. We worden gecriminaliseerd en als ‘vijanden van de staat’, ‘terroristen’, ‘destabiliserende factoren’ en andere bestempeld om de aanvallen op ons te rechtvaardigen die worden uitgevoerd in het kader van programma’s om de orde te herstellen en andere repressieve maatregelen. Er is een georkestreerde en systematische beweging om mensenrechtenverdedigers te ondermijnen en in diskrediet te brengen, om ons het zwijgen op te leggen,” zegt Tinay Palabay, secretaris-generaal bij Karapatan.

 

Antiterreurwet

In juli, terwijl het land de strijd aanging met de Covid-19-pandemie en rechten vaker geschonden werden door de militaristische respons van de overheid op de gezondheidscrisis, ondertekende president Duterte de antiterreurwet. Rechtengroepen vrezen dat de regering de wet zal gebruiken om haar critici te vervolgen en tegenspraak het zwijgen op te leggen. Mensenrechtenverdedigers blijven ijveren voor het stemmen van het wetsvoorstel dat mensenrechtenverdedigers moet beschermen, maar ze zijn nu extra kwetsbaar door de antiterreurwet, zeker in het huidige klimaat van straffeloosheid in het land.

 

Impact op mensenrechtenverdedigers

Jigs Clamor van Karapatan beschrijft in detail wat de impact van de wet op mensenrechtenverdedigers en hun eisen zal zijn:

  • Binnen de zeer brede en vage definitie van terrorisme die de wet hanteert kan de regering de rechten die door de het wetsvoorstel dat mensenrechten moet beschermen gegarandeerd worden simpelweg negeren, net als haar plicht om activisten te beschermen, eens een mensrechtenverdediger of organisatie als terrorist bestempeld wordt.
  • Een mensenrechtenverdediger die als terrorist gezien wordt kan onderworpen worden aan toezicht, arrestatie zonder bevel en detentie zonder aanklacht voor meer dan 14 dagen.
  • De regering kan bankrekeningen van individuen en organisaties die het als terroristen ziet bevriezen en de bronnen van hun fondsen blokkeren, of die nu buitenlands of lokaal zijn.

 

In dit opzicht zal de antiterreurwet de harde regeringsaanpak van mensenrechtenactivisme en tegenspraak makkelijker maken. Al voor de antiterreurwet kregen Karapatan en andere progressieve organisaties te maken met allerhande aanklachten vanwege de regering. Dat terwijl de rechtbank hun eis blijft negeren tegen de aanhoudende intimidatie van mensenrechtenverdedigers door de veiligheidsdiensten van de staat.

 

Groeiend verzet                                                                                                                                                  

Waar de regering echter geen rekening mee gehouden had, is dat de antiterreurwet grote publieke verontwaardiging uitgelokt heeft en verschillende sectoren van de samenleving verenigd heeft in hun verzet en kritiek, van grote ondernemersgroepen tot kleine boeren en vissers, studenten, kerkgangers, inheemse bevolkingsgroepen, stedelijke armen, moslimgemeenschappen, advocaten, leerkrachten, bedienden, bekende figuren en anderen. Geen enkele wet uit de recente geschiedenis kreeg zoveel publieke kritiek.

 

De petities stroomden binnen bij het Hooggerechtshof om de wet tegen te houden. Sociale media platformen staan vol met berichten die de impact van de wet uitleggen en de gevaren ervan voor de mensenrechten en de vrijheid. Activisten legden coronamaatregelen zoals het verbod op samenscholingen naast zich neer om massale protesten tegen de wet te organiseren.

                                           

“Ondanks de inspanningen van de staat om mensenrechtenactivisten te demoniseren, zijn wij uiteindelijk allemaal gewone Filipino’s en Filipina’s – leerkrachten, priesters, vakbondsmensen, advocaten, artiesten, gezondheidswerkers, inheemse leiders, boeren, en vele anderen. We zijn geen staatsvijanden maar vastberaden actoren van ontwikkeling naar een waardig leven voor iedereen. We leggen schendingen van mensenrechten bloot en eisen dat de schuldigen zich verantwoorden. Nu we steeds meer mensenrechtenschendingen zien, de toevloed aan repressieve maatregelen en de inperking van de zogenaamde maatschappelijke ruimte, zien we dit als tekenen aan de wand dat we moeten vechten voor de basisrechten en fundamentele vrijheden van de mensen, op alle mogelijke terreinen, ook de wettelijke arena,” zegt Palabay.

 

Filipijnen: kunst als strijdvorm voor mensenrechten

In de Filipijnen ondersteunt Viva Salud sociale bewegingen die zich inzetten voor de mensenrechten. Karapatan, de belangrijkste mensenrechtenorganisatie van het land, is een van die partners. In onderstaande video legt directrice Cristina Palabay uit welke rol cultuur en allerlei kunstvormen spelen in hun strijd voor mensenrechten in de Filipijnen.

Filipijnse gemeenschappen in actie tegen klimaatverandering

Climate Change Network for Community-Based Initiatives (CCNCI) is een consortium van ngo’s die actief zijn in verschillende disciplines en sectoren. Na Typhoon Haiyan in 2013 besloten deze organisaties om een netwerk op te bouwen dat oplossingen voor klimaatverandering probeert te formuleren. Solidagro en Viva Salud werken samen met dit Filipijnse netwerk in de strijd voor het recht op gezondheid en voedsel.

CCNCI betrekt de meest kwetsbare groepen in de samenleving bij de strijd tegen klimaatverandering omdat het een mensenrechtenkwestie is die iedereen aangaat. Om dat te doen gebruiken ze de ART-methode, een visueel leerproces dat de oorzaken van klimaatverandering en de verantwoordelijken zichtbaar maakt. De methode helpt bij het creëren van oplossingen voor aanpassing en meer veerkracht.

 

In deze video hoor je Michael en Angelica, twee jongeren uit de inheemse Lumad-gemeenschap in het zuidelijke eiland Mindanao, die vertellen wat ze opstaken uit de workshops met CCNCI en wat dit voor hen veranderde.

Gezondheidszorg in Cuba en de Filipijnen: wat zijn de verschillen?

Cuba en de Filipijnen: twee ontwikkelingslanden en toch zo’n groot verschil in het gezondheidssysteem. Hoe verklaar je dat? Ontdek het alternatief in deze video.

Vind jij de 10 verschillen? In deze video vergelijken we de situatie in twee ontwikkelingslanden:

  • Cuba is wereldberoemd om haar uitmuntende publieke gezondheidszorg. Deze is bovendien volledig gratis voor haar bevolking.
  • In de Filipijnen is toegang tot gezondheidszorg niet zo vanzelfsprekend en zien we grote ongelijkheden. Van waar dit grote verschil?
     

Op stap met gezondheidswerkers
We gaan samen met lokale gezondheidswerkers op stap in de buitenwijken van Havana en van Manilla, de twee hoofdsteden van beide landen.

Doorheen de video wordt duidelijk dat je gezondheid wordt bepaald door vele factoren. Het gezondheidsbeleid speelt daar een belangrijke rol in. Waar de overheid faalt, staan gemeenschappen op om elkaar te helpen.

De strijd van Gabriela voor vrouwenrechten in de Filipijnen

De vrouwenbeweging Gabriela voert al meer dan 30 jaar strijd voor vrouwenrechten in de Filipijnen. Ze organiseert en mobiliseert vrouwen over de hele Filipijnen. In deze video vertelt Obeth Montes, adjunct-secretaris van Gabriela, welke impact het werk van de beweging de afgelopen jaren had op vrouwen uit twee inheemse gemeenschappen in Zuid-Cotabato.

Gabriela voert campagne rond geweld tegen vrouwen, maar is ook actief in andere domeinen die een impact hebben op het leven van vrouwen en hun gemeenschap. Vaak gaat het dan over toegang tot gezondheidszorg, waardig werk, degelijke huisvesting, maar ook de gevolgen van militarisering.

 

Verstoken van gezondheidszorg 

De T’boli en Dulangan Manobo zijn twee inheemse volkeren uit Zuid-Cotabato, die sinds lang verstoken zijn van sociale voorzieningen. De inheemse gemeenschappen wonen vaak in verafgelegen gebieden waar nauwelijks of geen gezondheidsinfrastructuur voorhanden is. De meesten hebben ook geen geld om de verplaatsing naar de dichtstbijzijnde dokter of medisch centrum te betalen. Dat leidt vaak tot schrijnende situaties. Door gebrek aan verzorging worden mensen zieker of erger. In deze video getuigt Lita Danyan hoe ze op die manier haar kind verloor.

 

Vrouwen in actie voor hun gemeenschap

Daarom richtte Gabriela een programma in om de capaciteit van vrouwen te vergroten om op te komen voor hun rechten. Het gaat om trainingen en vormingen, gezondheidsprogramma’s, maar ook diensten zoals een vrouwenkliniek. Dankzij het organisatiewerk van Gabriela kijken de vrouwen niet toe als er een probleem opduikt. Toen een van hun gemeenschappen getroffen werd door de stank van een pluimveebedrijf, gingen ze in dialoog met het bedrijf, voerden ze met succes een petitie voor de sluiting van het bedrijf.

 

Militarisering

De streek wordt echter ook geteisterd door militarisering. Het leger ziet er op toe dat grootgrondbezitters en buitenlandse bedrijven er ongemoeid hun gang kunnen gaan. In 2017 werden in Lake Sebu een stamhoofd en 7 andere leden vermoord omdat hun gemeenschap zich verzette tegen de aanbouw van een koffieplantage op hun voorouderlijk land. Het toont een overheid die voor niets terugdeinst, maar ook georganiseerde gemeenschappen die zich niet laten afschrikken.

Genderdorpen in Congo: een dorp in de stad

In 2016 stelden militanten van Viva Salud Congolese partner Etoile du Sud (EDS) in Lubumbashi zich steeds meer vragen over de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. In hun volksgezondheidscomités en jongeren- en vrouwenwerking namen vrouwen niet deel aan publieke debatten. Hoog tijd om vrouwen in hun gemeenschap te empoweren vonden ze. Een terugblik op meer dan drie jaar ervaring genderdorpen.

Lubumbashi, van mijnbouwstad tot landbouwstad

Lubumbashi staat bekend als de stad van Gécamines, het grootste en oudste mijnbouwbedrijf van de Democratische Republiek Congo. Tot 1990 was Gécamines goed voor een derde van de inkomsten van de staatskas. Maar door de Congolese burgeroorlogen eind jaren negentig en begin tweeduizend stortte de industriële mijnbouw in. De verkoop van heel wat mijnconcessies aan derden bracht Gécamines op de rand van het failliet. De inkrimping van de activiteiten van het mijnbouwbedrijf had een enorme impact op het economische leven en vooral op de rol van vrouwen. De hoge werkloosheid bij de mijnwerkers, voornamelijk mannen, dwong steeds meer vrouwen in de informele landbouw, de tweede grootste economische troef van Lubumbashi. In de volkswijken waren steeds meer vrouwen de kostwinner in hun gezin. De ondergeschikte positie van de vrouw begon steeds meer te knellen in de sociale verhoudingen tussen man en vrouw.

 

Het eerste genderdorp

De militanten van de afdeling van Etoile du Sud in Katanga stelden zich kritische vragen over de rol van de vrouw in het Congolese gezin. Die vragen doken het eerst op bij de vrouwelijke militanten. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af waarom vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen. Ze stelden vast dat ongelijkheid tussen man en vrouw een constante was in hun directe omgeving, zowel thuis als op het werk en besloten dit aan te pakken. In een grootstad als Lubumbashi was dit niet vanzelfsprekend. De anonimiteit van de stad maakte het collectief aankaarten van genderongelijkheid tot een heuse uitdaging.

 

De militanten in Katanga begonnen daarom met een eerste reflectie over hun eigen thuis- en werksituatie. Samen met genderexpert Kat Françoise van de Universiteit van Lubumbashi gingen ze aan de slag om na te onderzoeken waar de ongelijkheid tussen man en vrouw precies tot stand kwam en hoe ze een veilige plek konden creëren voor de inwoners van de volkswijken in Lubumbashi om genderongelijkheid in de gemeenschap aan te kaarten. Het eerste genderdorp was algauw geboren. Mami Meta van het eerste genderdorp herinnert zich nog dat de vormingsverantwoordelijke zei ‘Begin nu maar met het creëren van een natie van genderonderdanen’. Een grap die hen aan het lachen bracht, maar ook een inspirerend idee dat initiatief opwekte. Iedereen was enthousiast om genderdorpen te ontwikkelen om op te komen voor gendergelijkheid en om vrouwen te empoweren”.

 

Na deze eerste reflectie startte de lokale werking in Katanga de grootschalige campagne ‘Genderdorpen’ om alle bestaande structuren van Etoile du Sud gendergevoelig te maken, te beginnen bij de volksgezondheidscomités, de jongeren- en vrouwenwerking tot alle lidorganisaties die deelnemen aan de activiteiten van Etoile du Sud in de volkswijken.

 

Betrokkenheid staat centraal

De eerste uitdaging om de inwoners van de volkswijken mee te krijgen in het genderverhaal was om hen betrokken te krijgen. In september 2016 startten militanten in Katanga met sociale enquêtes om na te gaan wat de dieperliggende oorzaken en uitingen van genderongelijkheid zijn in de volkswijken. Ze ondervroegen 1175 mensen, waarvan 629 vrouwen en 546 mannen in vijf van de zeven gemeentes van Lubumbashi.

 

De steekproef maakte een analyse mogelijk van genderongelijkheid in Lubumbashi en bracht concrete voorbeelden van discriminatie in de volkswijken aan de oppervlakte. Zo stelden ze vast dat:

  • in een gezin jongens vaker voorrang krijgen om onderwijs te volgen
  • vrouwen minder competenties krijgen aangeleerd in het gezin
  • vrouwen veeleer huishoudelijke taken toebedeeld krijgen
  • vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen
  • vrouwen minder beslissingsrecht hebben op het werk
  • weinig vrouwen functies als verantwoordelijke bekleden of jobs krijgen waarin beslissingen gemaakt worden

 

Een van de meest onthullende vaststellingen is dat vrouwen net als mannen overtuigd zijn van de ondergeschikte rol van vrouwen. Heel wat vrouwen onderschatten zichzelf en geloven dat mannen meer rechten hebben, omdat zij meer capaciteiten zouden hebben. Aan de basis van alle discriminerende praktijken liggen hoofdzakelijk culturele en religieuze overtuigingen en vooroordelen die voortkomen uit traditionele gewoontes binnen de gemeenschappen. Het werd duidelijk dat de letterlijke interpretatie van de bijbel, waarin de vrouw ondergeschikt dient te zijn aan de man, een nefast effect heeft op het bewustzijn van vrouwen en mannen. Meer dan een tiental bijbelcitaten schetsen een vrouwonvriendelijk beeld en worden letterlijk overgenomen in het collectief bewustzijn van de gemeenschap. Zo worden vrouwen gezien als eigendom van mannen, is vreemdgaan sociaal aanvaardbaar voor mannen maar niet voor vrouwen, worden alleenstaande moeders als zelfzuchtige vrouwen bekeken en zijn er meerdere voorbeelden die de onderdanigheid van de vrouw altijd als voorwaarde voor een goed huwelijk naar voor schuiven.

 

In januari 2017 organiseerde Etoile du Sud een aantal workshops om mensen uit de gemeenschap op te leiden tot trekkers van de genderdorpen. Op 13 juli 2017 was het moment aangebroken voor een workshop die in het teken stond van het officieel engagement tot de oprichting van genderdorpen in de volkswijken van Lubumbashi. Na de enquêtes was het tijd om de resultaten van de enquête te delen. De uitdaging werd om zoveel mogelijk genderdorpen in het leven te roepen, waar alle leden zich gelijkwaardig betrokken zouden voelen en elkaar zouden verder helpen in het doorbreken van vooroordelen en taboes en het bespreekbaar maken van culturele en religieuze overtuigingen. De initiatiefnemers verspreidden de resultaten van de enquêtes van deur tot deur en met ludieke theateracties.

 

Mama Wa Usafi

Om vrouwen die zichzelf minderwaardig voelen beter te betrekken, integreerde Etoile du Sud een deelcampagne in het kader van de bredere campagne rond het recht op gezondheid. De bedoeling was met collectieve straatveegacties vrouwen een actieve rol en taak te geven in hun gemeenschap om hun eigenwaarde te verhogen, de genderdorpen zichtbaar te maken en de mensen te mobiliseren voor het recht op gezondheid én gendergelijkheid.

 

De straatveegacties werden algauw vehikels voor de genderdorpen, omdat de trekkende krachten achter deze acties de “mamans” van de huishoudens zijn. Vandaar de naam “Maman Wa Usafi” voor deze campagne, wat letterlijk “Moeder van de netheid” betekent. Met deze slogan wilde Etoile du Sud de vrouw een centrale plaats geven in de campagne en de rol van de moeder naar waarde laten schatten binnen de gemeenschap. De campagne verwijst in de eerste plaats naar de familie en de kracht van vrouwen in het gezin, maar wil ook de zeggenschap van vrouwen vergroten en de kracht van vrouwen in de volkswijken, de steden en het land in de kijker zetten. Vrouwen zijn immers trekkende krachten van verandering, nemen positie in en nemen cruciale beslissingen voor en met de gemeenschap. De straatveegacties blijven een belangrijke troef voor de betrokkenheid op lokaal niveau, te beginnen bij het gezin, en nadien de volkswijken, om de genderdorpen in en rond Lubumbashi verder uit te breiden.

 

In het kader van de campagne “Mama wa Usafi” worden nog andere initiatieven genomen. In het dorp Maendeleo Hewa-bora ontwikkelden de initiatiefnemers van het genderdorp een project voor vrouwen om inkomsten te genereren via veeteelt en landbouw. Zo kopen ze regelmatig kuikens die ze enkele weken later als vleeskip verkopen. Met hun eerste inkomsten konden ze een terrein huren om aan landbouw te doen. Met het project willen ze ook de acties van het genderdorp steunen en uitbreiden. Zo willen ze graag een gebouw en aangepaste infrastructuur voor hun activiteiten zoals vormingen voor vrouwen over alfabetisering, leiderschap, zelfvertrouwen, het nemen van initiatieven, kortom over alles wat ze nodig vinden voor een echte strijd voor gendergelijkwaardigheid in hun wijk.

 

Verandering van onderuit

Het resultaat is zichtbaar op het terrein: mannen verdedigen zichtbaar vrouwen die opkomen voor hun ideeën en vrouwen krijgen meer vrijheid in hun gezin dankzij de ondersteuning van mannen en jongens. De samenwerking en sociale cohesie is groter, omdat iedereen deel uitmaakt van de dorpen. Vrouwen, mannen, kinderen, jongeren, groot en klein, iedereen kan een bijdrage leveren voor meer gendergelijkheid.  In sensibiliseringsacties werden de rollen ook omgedraaid, naar het voorbeeld van de genderscholen in Kinshasa, waar meisjes voetballen en jongens supporteren. Een ludieke manier om bepaalde stereotypes te doorbreken. Het Ministerie van Gender en gezin van Katanga heeft zich achter de campagne geschaard en wil de campagne mee helpen uitdragen in de meer afgelegen regio’s van de provincie. De uitdaging is nu om structurele ondersteuning te krijgen van bovenlokale overheden voor de genderdorpen in Congo.