Allemaal helden van de zorg

Met de campagne ‘Only Fighters Win’ zet Viva Salud de belangrijke rol van sociale bewegingen in de kijker. De helden van de zorgsector staan niet alleen. Ze krijgen de steun van sociale bewegingen in verschillende sectoren. Allemaal helden van de zorg!

> Download de paper ‘Allemaal helden van de zorg’

 

De coronacrisis raakt iedereen. Toch is de impact niet voor iedereen gelijk. Het coronavirus heeft bestaande ongelijkheden in de samenleving blootgelegd en diept ze verder uit.

 

Gezondheidswerkers, arbeiders en gemarginaliseerde groepen lopen veel meer risico op een besmetting met het coronavirus en om die besmetting met hun leven te bekopen. Het is duidelijk dat onze gezondheidssystemen het recht op gezondheid niet voor iedereen kunnen garanderen.

 

Om de druk op ziekenhuizen en zorgpersoneel te verlagen en de pandemie in te dijken, nemen regeringen ingrijpende maatregelen. Zonder veilige afstand, handhygiëne en mondmaskers zouden meer mensenlevens in gevaar komen en zou de impact van de pandemie veel groter zijn.

 

Maar in sommige landen komen mensenrechten onder druk door die maatregelen. Sommige overheden perken democratische vrijheden voor onbeperkte tijd in en grijpen naar de grote middelen om de quarantainemaatregelen te handhaven.

 

Sociale bewegingen zijn meer dan ooit nodig nu het recht op gezondheid van miljarden mensen in gevaar is.

 

Een aantal overheden gebruikt de coronacrisis ook tegen sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers. Ze sluiten sociale organisaties uit van de besluitvorming, criminaliseren protest, dwarsbomen levensnoodzakelijk humanitair werk en activisten zijn het slachtoffer van politiegeweld.

Nochtans hebben we sociale bewegingen meer dan ooit nodig nu het recht op gezondheid van miljarden mensen in gevaar is. De gevolgen van de coronacrisis zullen nog jarenlang voelbaar zijn en op zeer ongelijke manier in de samenleving verdeeld zijn. Sociale bewegingen spelen een belangrijke rol om erop toe te zien dat de aanpak van de gevolgen sociaal rechtvaardig gebeurt.

 

Als we het recht op gezondheid voor iedereen willen garanderen en in een maatschappij willen leven die er na corona gezonder, ecologischer en sociaal rechtvaardiger uitziet, moeten sociale bewegingen alle ruimte krijgen om hun rol op te nemen. Ze moeten burgers kunnen informeren en mobiliseren, protesteren en solidariteit stimuleren, politieke eisen formuleren en het beleid controleren en bekritiseren.

 

Bovendien kan een gezondheidscrisis die globaal is alleen opgelost worden door internationale samenwerking. Daarom roepen we met deze campagne ook de Belgische overheid op om te blijven investeren in internationale solidariteit. Zo kunnen sociale bewegingen wereldwijd hun strijd voor het recht op gezondheid, een sterke publieke gezondheidszorg en sociale rechtvaardigheid voortzetten. Want alleen zij die ervoor strijden kunnen winnen. Het zijn allemaal helden van de zorg. Only fighters win!

Voedsel Anders en de rechtenbenadering

Voedsel Anders is een groeiende beweging voor agro-ecologie. Deze organisatie bestaat uit 25 lidorganisaties, waarbij elke organisatie haar expertise inbrengt. Solidagro ondersteunt het netwerk voornamelijk via het mee organiseren van activiteiten om zo te zorgen voor een bredere agro-ecologische beweging.

Groeiende beweging voor agro-ecologie

Onze voedselvoorziening kampt met een aantal ernstige knelpunten. De intensieve manier waarop we onze landbouw organiseren leidt vaak tot negatieve impact. Voedsel Anders is ervan overtuigd dat een duurzaam landbouw- en voedselsysteem mogelijk is en geeft een positief alternatief voor het huidige destructieve landbouwmodel.

 

Voedsel Anders ondersteunt en verdedigt de transitie naar duurzame landbouw en voeding op een positieve, verbindende manier.

 

Voedsel Anders wil op een sociaal verantwoorde manier de impact van onze voedselproductie op het milieu aanzienlijk verkleinen. Het netwerk schuift zowel wetenschappelijk onderbouwde als praktisch getoetste alternatieven naar voren. Ze kaart knelpunten met een constructief-kritische blik aan en stelt haalbare oplossingen voor.

 

Agro-ecologie

Om te kunnen zorgen voor een radicale verandering binnen ons landbouw- en voedselsysteem, worden bij Voedsel Anders alle dimensies van agro-ecologie tegelijkertijd aangepakt: zowel de ecologische, de socio-culturele, de economische als de politieke dimensie.

Agro-ecologie wordt dus beschouwd als een holistisch, ondeelbaar geheel. Op deze manier draagt agro-ecologie bij tot een oplossing voor de grondoorzaken van de uitdagingen waarmee onze maatschappij vandaag geconfronteerd wordt.

 

Agro-ecologische principes krijgen wereldwijd steeds meer erkenning en worden in praktijk gebracht door boeren in samenwerking met burgers en wetenschappers.

 

De basisprincipes van de rechtenbenadering

Voedsel Anders werkt inherent volgens de basisprincipes van de rechtenbenadering:

 

  • Rechten in plaats van noden

Voedsel Anders stelt de huidige context van het internationaal handels- en landbouwbeleid in vraag. Ze streeft naar een transitie binnen het voedings- en landbouwsysteem en betrekt rechthebbenden zoals boeren en burgers bij hun standpuntbepaling. Op deze manier komt Voedsel Anders op voor de rechten van (kleine) boeren en van de bevolking.  

 

  • De rol van de overheid

Voedsel Anders ziet de overheid als plichtsdrager voor het realiseren van agro-ecologie. De overheid moet via haar beleid zorgen voor de juiste financiële prikkels en tools (bv. verbeterde toegang tot grond) voor boeren, verwerkers en consumenten, zodat zij duurzaam voedsel kunnen produceren én consumeren. Dit geldt zowel voor de Europese beleidsmakers als voor deze in de deelstaten.

 

  • Rechthebbenden als actoren van verandering

Iedereen kan zich aansluiten bij Voedsel Anders: zowel burgers, bedrijven (verwerkers) als organisaties. Op deze manier wordt elke rechthebbende gezien als een krachtige actor van verandering. Mensen kunnen op deze manier zichzelf versterken om hun rechten te vervullen en kunnen zich organiseren binnen een breder netwerk.

 

  • Een goede analyse als basis

Voedsel Anders hecht veel belang aan een grondige analyse over de structurele problemen binnen ons landbouw- en voedselsysteem. Een beleidswerkgroep met deelnemers van verschillende lidorganisaties besteedt in haar denkwerk aandacht aan de schending van rechten voor boeren en burgers en onderzoekt wat nodig is om hierin verandering te brengen.

 

Strategieën van de rechtenbenadering binnen Voedsel Anders

Voedsel Anders gebruikt verschillende strategieën om verandering bij de rechthebbenden en plichtsdragers te bewerkstelligen. Ze focust voornamelijk op beleidswerk en op bewustwording en capaciteitsversterking van producenten en consumenten om zo het draagvlak voor agro-ecologie te versterken.

 

Beleidsbeïnvloeding

Verschillende problemen en uitdagingen binnen het landbouw- en voedselsysteem zijn het gevolg van beleidskeuzes. Een belangrijk onderdeel van het beleid is het creëren van de juiste financiële mechanismen die boeren, werkend volgens agro-ecologische principes, ondersteunen. Een ander wezenlijk onderdeel is het investeren van middelen in onderzoek naar agro-ecologie. Voedsel Anders oefent invloed uit op het beleid zowel via rechtstreekse dialoog als door het opzetten van burgerinitiatieven in samenwerking met boeren.  

 

Capaciteitsversterking

Voedsel Anders versterkt de 25 lidorganisaties die deel uitmaken van deze beweging. Ook burgers, bedrijven en andere organisaties die zich aansluiten bij Voedsel Anders worden versterkt via het organiseren van netwerkmomenten waarbij deelnemende organisaties leren van elkaar, het faciliteren van uitwisseling tussen lidorganisaties rond allerhande topics, het opzetten van debatten en workshops voor het brede publiek en het uitwisselen van inhoudelijke artikels en opiniestukken.

 

Draagvlakversterking

Voedsel Anders richt zich op het creëren van een beweging rond agro-ecologie om het draagvlak ervan te vergroten en te versterken. Dit wordt gerealiseerd door het organiseren van diverse evenementen en het aanbieden van inhoudelijke kennis.

Voedsel Anders wil dus bijdragen tot het verbreden van de transitiebeweging en burgers, bedrijven en organisaties inspireren rond agro-ecologie als concept voor een alternatief en duurzaam voedselsysteem.

 

Meer weten? Lees hier het manifest van Voedsel Anders dat elke partnerorganisatie onderschrijft.

Act for (y)our rights, een concept voor een vormingsweekend in België

Het is door ons samen te mobiliseren dat we voor een echte systeemverandering kunnen zorgen die mens en planeet centraal stelt in plaats van winstbejag. 

Act for (y)our rights is een inspirerende titel voor een vormingsweekend. Overal ter wereld worden mensenrechten nog altijd geschonden. Hoewel essentiële rechten in veel grondwetten over de hele wereld worden erkend, kunnen veel mensen er helaas niet van genieten. Waarom? Het recht op gezondheid, het recht op voedsel of de rechten van het kind worden onder meer bepaald door de omstandigheden waarin we geboren worden, opgroeien, leven, werken en oud worden. Wanneer we die rechten willen garanderen, moeten we in de eerste plaats de verschillende structurele oorzaken aanpakken die aan de basis liggen van mensenrechtenschendingen: slechte arbeidsomstandigheden, sociale netwerken, een onrechtvaardig sociaal-economisch beleid, een onduurzaam landbouwbeleid, ongelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs…

 

Daarvoor hebben we sterke changemakers nodig. De mobilisatie van sociale bewegingen is meer dan noodzakelijk als we onze rechten en die van anderen willen doen gelden.

 

Het is in deze geest dat KIYO, Solidagro en Viva Salud dit vormingsweekend hebben georganiseerd om de kennis en vaardigheden te versterken van individuen en leden van sociale organisaties die zich willen mobiliseren voor verandering.

 

Via getuigenissen over mobiliserende acties in Palestina en België, kennismaking met instrumenten voor mobiliserende acties en campagnes, verwerven de deelnemers een degelijke achtergrondkennis over de mechanismen van sociale onrechtvaardigheid en hoe ze mensenrechten kunnen opeisen in een context waarin de democratische ruimte voor sociale bewegingen en actie stelselmatig krimpt.

 

Het is door ons samen te mobiliseren dat we voor een echte systeemverandering kunnen zorgen die mens en planeet centraal stelt in plaats van winstbejag. 

 

Getuigenis van Staf Vanduffel, deelnemer aan het weekend “Act for (y)our rights” 2019:

“Voordat ik aan deze training deelnam, kende ik Solidagro, Viva Salud en KIYO niet en had ik nog nooit gehoord van “changemakers” of het concept van empowerment. Voor mij was het weekend een echte “informatiebom”. (…) Tijdens de vele workshops van Labo vzw, Tractie en anderen werd veel aandacht besteed aan de persoonlijke inbreng van ideeën en meningen. Tijdens de lezingen leerde ik veel nieuwe en interessante feiten en werd ik me meer bewust van wat het betekent om een mensenrechtenactivist te zijn. Ik heb een beter inzicht gekregen in de manier waarop hulp kan worden geboden en hoe mensen ter plaatse een grote invloed hebben op de verdediging van hun rechten. Het is goed dat er mensen zijn die zich inzetten voor de mensenrechten en niet alleen hun werk doen, maar ook hun passie. Voor mij was dit weekend een zeer informatieve en plezierige ervaring!”

Waarom publieke gezondheidszorg beter is

In een tijd waarin private spelers steeds meer een markt zien in het gezondheidssysteem, is het belangrijk om de publieke gezondheidszorg te verdedigen en promoten. In de paper ‘Waarom publieke gezondheidszorg beter is’ legt Viva Salud uit waarom.

In de paper ‘Waarom publieke gezondheidszorg beter is’ ontdek je:

  • waarom privatisering grotere ongelijkheid veroorzaakt in de toegang tot zorg
  • waarom privatisering vaak duurder is op lange termijn
  • waarom privatisering niet efficiënter is
  • waarom privatisering niet leidt tot beter kwaliteit
  • waarom privatisering leidt tot minder overheidscontrole
  • waarom privatisering leidt tot minder beschikbaarheid van gezondheidswerkers en slechtere arbeidsomstandigheden
  • welk systeem van gezondheidszorg we dan wel willen
  • voorbeelden van succesvolle campagnes van sociale bewegingen

 

> Download de paper 

 

Beter voorkomen dan genezen

Gezondheid is een recht voor iedereen. Alleen een publiek gezondheidssysteem kan zorg voor iedereen garanderen, zonder enig onderscheid. Een privéspeler zal altijd maximale winst zoeken en voorrang geven aan patiënten die de meeste financiële middelen hebben.

 

Gezondheid is niet alleen de afwezigheid van ziekte. Gezond zijn is een toestand van volkomen welzijn. Om dit te realiseren zijn preventie en gezondheidsvoorlichting cruciaal. Maar dat is niet interessant voor de privésector omdat het voorkomen van ziektes minder winstgevend is dan ze te behandelen.

 

Publieke gezondheidszorg daarentegen, gebaseerd op solidariteit en gefinancierd door het collectief, is in staat om gratis gezondheidszorg te bieden. Door het accent op preventie te leggen, beantwoordt publieke gezondheidszorg aan de noden van de gemeenschap en biedt het een betere kwaliteit, toegankelijk voor iedereen.

 

Gezondheidszorg toegankelijk maken kan echt een belangrijk effect hebben: in Burundi bijvoorbeeld, daalde de sterfte van kinderen jonger dan 5 jaar sinds de invoering van gratis gezondheidszorg voor zwangere vrouwen met 43%.

 

Publieke gezondheidszorg: minder duur en efficiënter

Bovendien is publieke gezondheidszorg minder duur en efficiënter. Omdat een publiek systeem beantwoordt aan echte noden en niet aan commerciële belangen, maakt het een betere gezondheid voor iedereen mogelijk voor minder geld. Hoewel de uitgaven in gezondheidszorg bijna vier keer minder zijn dan die in de Verenigde Staten is de levensverwachting in beide landen min of meer dezelfde.

 

Gezondheid moet een gemeengoed blijven voor iedereen. Daarom ondersteunt Viva Salud sociale bewegingen die strijden voor gezondheid voor iedereen. Ze zijn noodzakelijk om publieke gezondheidszorg mogelijk te maken.

 

Coronavaccins moeten wereldwijd toegankelijk zijn voor iedereen

De ontwikkeling van en toegang tot het coronavaccin is een concreet voorbeeld dat het belang van een sterke publieke gezondheidszorg wereldwijd illustreert. Om de verspreiding van het coronavirus helemaal te stoppen, is het cruciaal dat een vaccin tegen COVID-19 een mondiaal publiek goed wordt. De controle over toegang, prijs, veiligheid en effectiviteit moet in publieke handen liggen zodat het recht op gezondheid voor iedereen gegarandeerd kan worden. Want, zo stelde António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties het: “Geen enkel land is veilig en gezond totdat alle landen veilig en gezond zijn”.    

Daarom namen Zuid-Afrika en India binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) het initiatief om het TRIPS-akkoord tijdelijk op te schorten zodat de Covid-19-vaccins en andere noodzakelijke medische voorzieningen sneller en op een veel grotere schaal ter beschikking kunnen worden gesteld van de hele wereldbevolking. TRIPS biedt een wereldwijde bescherming voor intellectuele eigendomsrechten, zoals patenten, en een mechanisme om overtredingen te bestraffen. Een opschorting van het akkoord maakt het mogelijk dat andere bedrijven dan de ontwikkelaars het vaccin kunnen produceren.

Samen met Viva Salud, WSM, FOS, Dokters van de Wereld, Oxfam-in-België en CNCD-11.11.11  vraagt 11.11.11 dat België en de EU het initiatief steunen en zich tegelijk inzetten voor meer internationale coördinatie van het onderzoek, de ontwikkeling en de verdeling van het vaccin. Lees de oproep.

 

Lees ook de gezamenlijke oproep van Viva Salud en 13 andere ngo’s en sociale bewegingen voor een doortastende internationale samenwerking en solidariteit inzake de toegang tot levensnoodzakelijke vaccins.

Defend the defenders: samen komen we op voor sociale bewegingen

Op 10 december vieren we sinds 1948 elk jaar de ondertekening van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Al sinds zo lang blijven sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers wereldwijd onze basisrechten verdedigen. Maar ze lopen ook wereldwijd gevaar. Daarom organiseren Solidagro en Viva Salud met een brede coalitie van vakbonden en niet-gouvernementele organisaties op 10 december de actie ‘Defend the Defenders’ om sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers te steunen.

Hoewel sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers in sommige landen al lang moeten afrekenen met repressie, verergerde deze tendens tijdens de coronapandemie in 2020. Het geweld tegen vertegenwoordigers van vakbonden, mensenrechtenorganisaties en milieubewegingen nam in heel wat landen toe. Ze zijn er het slachtoffer van intimidatie, pesterijen, valse beschuldigingen, onwettige arrestaties, ontvoeringen en zelfs moord.

 

Mensenrechtenverdedigers onder druk

Bernardo Caal Xol uit Guatemala werd meer dan twee jaar geleden aangehouden in zijn geboortestreek Cobán. In die streek bouwen, onder andere, Spaanse multinationals stuwdammen die het milieu aantasten en het grondgebied verwoesten. Bovendien leiden de multinationals het water om waardoor dorpen met een watertekort kampen. Bernardo organiseerde de lokale inheemse gemeenschap en werd daarom tot 7 jaar en 4 maanden opsluiting veroordeeld.

In het nabijgelegen Honduras betekent de bescherming van het milieu een gevaar voor eigen leven. Honduras is een van de meest dodelijke landen voor milieuactivisten. Volgens Global Witness werden sinds 2010 meer dan 120 activisten vermoord, anderen zitten in de gevangenis. 8 activisten van het dorp Guapinol zitten sinds 2015 in de gevangenis omwille van hun verzet tegen twee mijnbouwbedrijven die de waterbronnen voor duizenden mensen vergiftigen.

Colombia is het gevaarlijkste land ter wereld voor syndicalisten en mensenrechtenactivisten. In oktober werd de 18-jarige vakbondsactivist en mensenrechtenverdediger Jayder Quintana vermoord. Hij was lid van de vakbond Fensuagro. Sinds de ondertekening van het vredesakkoord tussen de Colombiaanse overheid en de FARC in 2016 werden meer dan 1.000 activisten vermoord.

De Filipijnse Zara Alvarez is een gezondheids- en mensenrechtenactiviste. Op 17 augustus 2020 werd Zara op brutale wijze vermoord omwille van haar inzet in haar gemeenschap. Verschillende Belgische ngo’s hebben deze zaak aangekaart bij de Filipijnse ambassadeur. Voorlopig zonder reactie.

Thierry Bodson, de huidige voorzitter van het ABVV werd maandag 23 november samen met zestien vakbondsleden door de correctionele rechtbank van Luik veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes van 600 tot 4.800 euro voor ‘kwaadwillige belemmering van het verkeer’. Deze veroordeling is verontrustend, en is geen alleenstaand feit. Twee jaar geleden werd Antwerpse voorzitter van het ABVV Bruno Verlaeckt veroordeeld omwille van een syndicale actie in de haven van Antwerpen. De veroordeling is een gevaarlijk precedent voor iedereen die collectieve actie onderneemt en criminaliseert zo sociale bewegingen.

 

Oproep voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers en sociale bewegingen

Met hun actie roepen de organisatoren van Defend the Defenders de Belgische regering op om:

Mensenrechtenverdedigers en sociale bewegingen te beschermen, om te beginnen in België. Syndicalisten worden in België ontslagen of veroordeeld omwille van hun engagement, terwijl COVID-19 net aantoont hoe belangrijk het is om werknemers goed te beschermen. Daarnaast trad de politie bij recente protesten, voor en tijdens de coronapandemie, onnodig hardhandig op. Sociale bewegingen spelen een sleutelrol in de bescherming van werknemers en het bestendigen van mensenrechten.

Het op te nemen voor sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers wereldwijd. We verwijzen hier naar de dramatische mensenrechtensituatie in de Filipijnen, Colombia, Guatemala en Honduras, waar verschillende Belgische ngo’s en sociale bewegingen samenwerken met partnerorganisaties die onder zware druk staan. We vragen u deze ernstige situatie aan te kaarten bij de ambassadeurs van de respectievelijke landen.

Een coherent buitenlands beleid te voeren met betrekking tot de bescherming van mensenrechten. Zo vinden we het onaanvaardbaar dat België en de Europese Unie handelsverdragen afsluiten met landen als Colombia, waar activisten regelmatig worden vermoord, dat ons land handel voert met landen als Saudi-Arabië dat terrorisme financiert of samenwerking met Israëlische defensiebedrijven normaliseert. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de Belgische en Europese medeplichtigheid aan deze mensenrechtenschendingen.

Meer info: https://defendthedefenders2020.wordpress.com/

Candelária-campagne tegen het buitengerechtelijk doden van kinderen

De Candelária-campagne voor kinderrechten, die jaarlijks doorgaat tussen mei en augustus, is een platform geworden voor de promotie van het Kinderrechtenverdrag en de nationale jeugdwet van Brazilië (ECA).

Het jaarlijkse thema van Candelária in 2019 was het beëindigen van het geweld tegen de jeugd en de grondwettelijke handhaving van de ECA-jeugdwet als middel om dat doel te bereiken. Elk jaar nemen meer dan 2000 kinderen en jongeren deel aan een mars door het centrum van Rio de Janeiro. Jonge circusartiesten van KIYO’s lokale partner SER voerden een live theateract op. Dit kwam ter sprake in de lokale media en in openbare hoorzittingen waar overheidsvertegenwoordigers samen met het maatschappelijk middenveld debatteerden over de ECA.

 

De Candelária-campagne heeft in 2019 ook een concreet platform voor aanbevelingen aan beleidsmakers voortgebracht. Het “Committee for the prevention and fight against the killings of youth in Rio de Janeiro”, is een initiatief dat overheidsdiscussies en -beslissingen met betrekking tot de preventie van kindermoord monitort. Het comité bestaat uit jeugdleiders, actoren uit het maatschappelijk middenveld en verschillende vertegenwoordigers van juridische en overheidsinstellingen. In de huidige context waarin jaarlijks 35.500 jongeren worden gedood, waarvan 30% door politiediensten, versterken de KIYO-partners het nieuwe comité met gouvernementele- en niet-gouvernementele actoren.

http://www.ipea.gov.br/atlasviolencia/download/19/atlas-da-violencia-2019

Het sociale circus, naar een persoonlijke en sociale verandering toe

‘Se Essa Rua Fosse Minha’ betekent letterlijk ‘Als dit mijn straat was’ in het Portugees. Deze lokale partner organisatie van KIYO geeft kansen aan jongeren in Rio De Janeiro via hun sociale circus, een originele manier om jongeren te empoweren.

Sociaal circus?

SER richt zich op kinderen en jongeren uit sloppenwijken die worden uitgesloten van het regulier onderwijs en nauwelijks recreatiemogelijkheden kennen. Het sociale circus maakt het mogelijk op een speelse, inclusieve en laagdrempelige manier met deze kinderen en jongeren te werken aan kinderrechten en empowerment. SER maakt moeilijke maatschappelijke thema’s (zoals discriminatie, identiteit, milieu) bespreekbaar onder jongeren. Zo leren ze van elkaar en staan ze sterker in de maatschappij: kinderen en jongeren groeien uit tot leiders die ook buiten het circus aan kinderrechten en empowerment werken: ‘ser multiplicador’: het vermenigvuldigingseffect. SER pakt ongelijkheid aan, en probeert de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken.

 

Paulo Freire & Augusto Boal

Aan de basis van de sociale circusmethodologie in Brazilië staan twee grote ‘denkers en doeners’, Paulo Freire en Augusto Boal. Zij zagen de aanpak van de maatschappelijke veranderingsprocessen in Brazilië realiseerbaar via een pedagogische aanpak die personen tot centrale actor helpen uitgroeien van persoonlijke en collectieve bewustwording rond hun rechten. Deze bewustwording en empowerment op grote schaal zou dan ook de maatschappij verbeteren, sociale ongelijkheid doen verminderen, inclusie en participatie voor allen voorzien, als behoeder van de democratie en garantie van alle mensenrechten.

 

Concreet?

De workshops zelf omvatten praktijkoefeningen waar elk kind of jongere zijn eigen ritme kan volgen. Ze doorlopen een verkenningscyclus van de verschillende circusnummers, van grondoefeningen tot verder gevorderde hoogteacrobatie, op basis van eigen voorkeur en motivatie. Het verschil met het gewone circus is dat de diverse technieken aangevat worden om de persoonlijke en sociaal gebonden verandering na te streven waarvan de deelnemer droomt:

  1. GRONDOEFENINGEN bouwen vertrouwen en standvastigheid op. Hier wordt mee gestart want dit is de basis om van te vertrekken met plannen en veranderen. De jongeren worden aangemoedigd om te durven loskomen van de grond, om daarna weer stevig met hun voeten op de grond te landen.
  2. JONGLEREN doelt op concentratie en focus op wat echt belangrijk is in het leven, om dan samen een solidair engagement te durven en kunnen aanhouden.
  3. EENWIELER stimuleert coördinatie en vlot bewegen in de ruimte, waarbij jongeren rechten voor zichzelf en anderen kunnen behartigen. Het betekent ook leren evenwichtig in het leven staan.
  4. TRAMPOLINE werkt aan besluitvaardigheid. Het laat jongeren toe om te vliegen, beslissingen te durven nemen, risico’s te analyseren. Ze leren dat geen illusies of drugs nodig zijn om los te komen van de grond en zich vrij te voelen.
  5. HOOGTE-ACROBATIE EN LUCHTWERK bouwt vertrouwen op hoger niveau, zodat de jongeren “vleugels” krijgen om hun levensproject uit te werken en deel te nemen aan een sociaal veranderingsproject. Motorisch vraagt het een sterke ontwikkeling van de romp en buikspieren want ze moeten het hele lichaam dragen. De wereld krijgt een ander perspectief van het leven vanuit de hoogte. De wereld willen aanpakken staat hier voorop: risico’s durven nemen, grenzen opzoeken en samenwerken.

Geëmancipeerde vrouwen in Vila Vila

Aynisuyu is een partnerorganisatie van Solidagro in Bolivia die werkt aan de lokale ontwikkeling en verspreiding van agro-ecologische modellen in het kader van het recht op gezonde voeding en water. Ze werken met publieke en private actoren, met aandacht voor arme boeren en kwetsbare groepen zoals vrouwen, kinderen en jongeren.

Aynisuyu heeft in Vila Vila, een rurale gemeente in de Cono Sur regio, departement Cochabamba,  vanaf 2017 een proces op gang gezet  van sensibilisering en capaciteitsversterking van de overheid en basisorganisaties van Vila Vila rond de toepassing van de Wet voor Aanvullende Voeding op Scholen, een reglement dat in 2018 in werking is getreden.  De boerinnenorganisatie Bartolina Sisa van Vila Vila is de grote leverancier van lokale voedzame producten voor het Schoolontbijt.  Santusa Romero Crespo is de secretaris van deze organisatie op subcentraal niveau:

 

 “De vrouwenorganisatie was erg zwak omdat er geen middelen waren voor deelname aan bijeenkomsten van Bartolina Sisa op hogere niveaus. We hebben veel nagedacht over hoe we eigen inkomsten kunnen genereren. Met steun van Aynisuyu verwerken we sinds drie jaar granen en peulvruchten die lokaal worden geproduceerd en verwerkt in voedzame drankjes voor de kinderen op school. Na drie jaar zijn we als vrouwenorganisatie meer een eenheid geworden en is een aparte directie opgericht speciaal voor het functioneren van deze producentenorganisatie. Dankzij de inkomsten kan de directie van de overkoepelende vrouwenorganisatie zich nu beter mobiliseren. Het initiatief heeft de aandacht getrokken van meer boerinnen om producten te leveren aan deze producentenorganisatie of om te werken voor een dagloon. Het aantal leden is het afgelopen jaar toegenomen van 71 tot 99 vrouwen uit zes dorpen”. De vrouwenorganisatie en de producentenorganisatie versterken elkaar dus wederzijds. De economische ontwikkeling van de vrouwen is een belangrijke stap in hun emancipatieproces. De boerinnen kopen de producten lokaal op zodat ze ook een nieuwe afzetmarkt verschaffen aan boerengezinnen. En tegelijkertijd verbetert het initiatief, dus de voeding van de kinderen.

Hoe staat het met agro-ecologie in Bolivia?

Wanneer u kan kiezen tussen een sla gekweekt in chemicaliën (pesticiden, herbiciden of insecticiden) of een andere, zonder chemicaliën, op biologische wijze gekweekte sla – welke zou u dan kopen?

Op de Boliviaanse markt wordt zelden gevraagd hoe de groenten werden gekweekt, nochtans zijn er boeren die kiezen voor de biologische manier, en er zijn anderen die met chemische bestrijdingsmiddelen hun sla kweken.

De agro-industrie uit het laagland van Bolivia heeft de afgelopen jaren een zeer sterke lobby gehad bij de overheid in La Paz, waardoor de deur wagenwijd werd opengezet voor chemische bestrijdingsmiddelen en genetische gemanipuleerde gewassen. De enorme bosbranden in de Chiquitania, rond september 2019 waren het gevolg van overheidsbeleid om de landbouwgrond vrij te maken voor monocultuur van bijv. soja. In deze context groeide het besef van vele actoren in Bolivia, die zich sterk maken voor agro-ecologie, dat het de hoogste tijd is om de krachten te bundelen en zodoende tegenwicht te bieden.

 

MAB – Boliviaanse Agro-ecologisch Beweging

Begin 2020 kwamen verschillende instellingen, platformen, ngo’s en agro-ecologische producenten samen in La Paz om de stand van zaken over deze alternatieve voedselproductievorm te evalueren en om een beleidsstrategie te ontwerpen voor de promotie ervan tot op nationaal niveau. Ze noemen zichzelf de ‘Boliviaanse Agro-ecologisch Beweging’ (MAB – Movimiento Agroecológico Boliviano). In maart 2020 werd wederom een stap gemaakt richting de verdere consolidering van deze nieuwe agro-ecologische beweging.

Solidagro ondersteunt de beweging met de participatieve ontwikkeling van een strategie voor sensibilisering en beleidsbeïnvloeding. Hieruit kwamen drie speerpunten naar voren:

  1. Meer investering en ondersteuning van de agro-ecologische producenten op landelijk niveau.
  2. Sensibilisering van consumenten over het belang van gezonde voeding.
  3. Promotie van de korte keten: directe verkoop van ecologische producenten aan de consument van gezond voedsel.

 

Agro-ecologisch produceren, systemische aanpak

“Het is veel gemakkelijker om een conventioneel product te produceren. Je krijgt een plaag en je zet er insecticide op; je krijgt een onkruid en je zet er herbicide op; je bodem is slecht, je zet er kunstmest op. Agro-ecologische productie gaat verder, je herstelt de bodem door een reeks praktijken zoals gewasrotatie, rotatie van percelen, voorbereidde input, enz. De productie is dus erg complex, maar het is echt duurzaam omdat we het milieu niet schaden en we de biodiversiteit respecteren en we in principe werken met lokale inputs, om niet afhankelijk te zijn van externe inputs,” zegt de technisch directeur van de Vereniging van Organisaties van Ecologische Producenten van Bolivia, Lourdes Vargas, een entiteit die 70.000 agro-ecologische producenten in het hele land samenbrengt.

 

Wat de productie betreft, hebben de organisaties die samen de MAB vormen, de klimaatverandering geïdentificeerd als een van de belangrijkste gevaren die worden aangemoedigd door het conventionele voedselproductiesysteem. En die, dubbel, ook de agro-ecologische productie beïnvloedt door het verzwakken van de bodem en het ecosysteem.

“Als we een goede bodem hebben, zullen we goede gewassen hebben; als we goede gewassen hebben, zullen we goed voedsel hebben; en als mensen goed voedsel eten, zullen ze gezond zijn. We moeten ook denken aan de vele generaties die na ons nog zullen komen,” zei Germán Vargas van de Agroecology and Faith Association of Cochabamba.

 

“Degenen die zichzelf als voorstander van de agro-ecologie beschouwen moeten een systematische aanpak hebben: ik kan niet het ene uur agro-ecologisch zijn en het andere uur niet, ik kan niet thuis agro-ecologisch zijn en buitenhuis een onwetende consument zijn, ik kan niet werken in een agro-ecologische instelling en terug naar huis gaan en een ‘junkie-consument’ zijn. Het is belangrijk om dit bewustzijn binnen elke persoon, familie en uiteindelijk binnen elke instelling te stimuleren”, aldus Maria Julia Jimenez, coördinator van de Slow Food-beweging in Bolivia, die werkt aan de productie van goed, eerlijk en schoon voedsel, en dat in tegenstelling tot fastfood.

 

Overheid steun?

Tot slot werd vastgesteld dat het gebrek aan overheidsbeleid op gemeentelijk, departementaal en nationaal niveau de groei en de bevordering van agro-ecologie belemmert. Men ziet dat de agro-industrie van soja, olie en andere producten, die zich voornamelijk in het oostelijke deel van Bolivia bevinden, het meest profiteren van het overheidsbeleid.

 

“We hebben het gehad over het gebrek aan duidelijkheid in het staatsbeleid. We zien dat alle ministers en viceministers die verantwoordelijk zijn voor een deel van het probleem waar we mee te maken hebben, een zeer beperkt budget hebben en dat de staat bovendien over het algemeen de voorkeur geeft aan sojaboeren, veehouders, grote producenten die pesticiden gebruiken, enzovoort. Dit voor politiek of economisch gemak. We hebben het gevoel dat er een soort van dubbel discours is, dus we willen graag opheldering. Wil je echt dat we de voorkeur geven aan gezonde voeding of is het slechts een zoethouder om ons tot zwijgen toe te bewegen? Dat is wat we gemakzuchtig beleid noemen”, legt de voorzitter van de Vereniging van Boliviaanse Chef-koks, Pierre Van Oost, uit.

MAB probeert via deze bijeenkomsten, in lijn met de strategie voor beleidsbeïnvloeding, meer instellingen te betrekken om een grotere politieke impact te bereiken. In eerste instantie op lokaal en vervolgens op nationaal niveau, legde Enrique Torrejón, coördinator van het Sustainable Food Systems Program van de Nationale Unie van Instellingen voor Maatschappelijk Actiewerk (UNITAS), nog uit.

Gemeentelijk wetgeving voor de bescherming van water in Bolivia

Water is leven, maar wat als er steeds minder water is? Houdt het leven dan ook op? Solidagro zet daarom meer en meer bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden op de eerste plaats!

Water is leven” is een veel gehoorde uitspraak in de Cono Sur regio (Bolivia). Omgekeerd geldt hier ook dat zonder water geen leven mogelijk is. Dit is in toenemende mate de realiteit voor veel boeren in Cochabamba, waar Solidagro en haar partners Agrecol, Aynisuyu en INCCA (Instituto de Capacitación Campesina) actief zijn. Gedwongen migratie naar de stad door gebrek aan water is hier aan de orde van de dag.

 “Vroeger was hier een waterbron” hoort Solidagro steeds vaker wanneer ze boerendorpen bezoeken.

 

Dit heeft Solidagro en hun partners aan het denken gezet na meer dan 10 jaar uitvoeren van rurale projecten rond voedselzekerheid. Irrigatie was altijd een centraal element in deze projecten en met succes. Veel boeren hebben hun oogst kunnen verdubbelen door toegang tot irrigatiewater. Maar voor hoe lang nog?

 

Inmiddels is Solidagro en zijn partners sinds 2018 bezig in de Cono Sur regio bestaande uit 12 rurale gemeenten met de participatieve ontwikkeling van gemeentelijke wetgeving voor de bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden. Dit proces begint nu haar vruchten af te werpen. In september 2019 keurde de gemeente Vila Vila haar wet goed en in andere gemeenten van de Cono Sur wordt aan de weg getimmerd. In Pasorapa beleefde Solidagro onlangs de eerste watertop waar met een grote vertegenwoordiging van basisorganisaties en de gemeentelijke overheid de basis werd gelegd voor nieuwe wetgeving voor integraal waterbeheer.

In totaal hebben naast Vila Vila nog 8 gemeenten in Bolivia wetgeving voor de bescherming van hun waterbronnen en infiltratiegebieden. De gemeenten die hier werk van maken mogen we dus onder de pioniers rekenen (bron: Normativa municipal de protección de zonas de recarga hídrica, Helvetas/ MMAyA, november 2018).

Infiltratiegebieden?

De bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden komt zelden direct als prioriteit voort uit de basisorganisaties of gemeentelijke overheden. De toegang tot water is wat lokale actoren sterk mobiliseert, maar van het belang van de bescherming van het water bergop is men zich nog weinig bewust. Het is dus een uitdaging om deze lokale actoren te overtuigen van actie om hun water voor de toekomst te garanderen.

Veel boerenleiders horen voor het eerst van infiltratiegebieden of verwarren deze met de waterbronnen zelf (daar waar het water uit de grond komt). De infiltratiegebieden bevinden zich boven in de bergen, aan de bovenkant van het stroomgebied en hebben een sponswerking. In de regentijd wordt in deze gebieden het grondwater aangevuld waardoor de waterbronnen in de droge periode nog steeds water bevatten.

Het niveau van infiltratie hangt echter van verschillende factoren af zoals de hellingsgraad, de bodemsoort, de vegetatie, de neerslag in het gebied… Wanneer de dorpen in deze gebieden ongecontroleerd het bos kappen, de vegetatie verbranden en overbeweiding plaatsvindt, verliezen de infiltratiegebieden hun sponswerking en stroomt het water de berg af, vaak met erosie tot gevolg.  De toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen en de uitwerpselen van het vee verontreinigen de waterbronnen. Bescherming van deze gebieden is dus van groot belang!

Om de gemeenten en basisorganisaties hiervan te overtuigen heeft het Solidagro programma o.a. uitwisseling georganiseerd met andere gemeenten die al verder zijn met de bescherming van hun water. Bestaande wetgeving rond de bescherming van waterbronnen heeft Solidagro verspreid als voorbeeld in de Cono Sur regio en daarbuiten.

Capaciteitsversterking over inhoudelijke en legale aspecten, sensibilisering via folders en regionale radio, lobby naar gemeenten, deelname aan bijeenkomsten van de boeren en boerinnenorganisatie zijn allemaal onderdeel van de gezamenlijke ontwikkeling van de lokale wetgeving. Hierbij bundelen de partners lokale capaciteiten met die van andere ngo’s, universiteiten en voor specifieke legale kwesties huren de Solidagro partners consultants in.

Wetgeving en effecten

Concreet voorziet de wetgeving een jaarlijkse watertop met alle relevante lokale actoren en een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen. Tijdens deze top worden de prioriteiten bepaald, de infiltratiegebieden die als eerste aandacht verdienen worden geïdentificeerd en vervolgens wordt een plan gemaakt voor de bescherming van deze gebieden. Het gaat om activiteiten als de omheining van de waterbronnen en infiltratiegebieden, aanplanten van inheemse boomsoorten, het graven van filtratiegeulen…

In de wet is een percentage vastgesteld van 0,5 % van het totale gemeentebudget dat jaarlijks besteed moet worden aan de uitvoering van dit plan. Ook wordt een organisatie van lokale actoren opgezet voor het beheer van de micro-stroomgebieden. Overtreding van de regels in de beschermde gebieden is strafbaar.

De ontwikkeling van lokale wetgeving heeft weinig zin wanneer de lokale actoren, de boeren- en boerinnenorganisatie, de irrigatiewerkers, niet vanaf het begin betrokken zijn bij het proces. De basisorganisaties moeten sociale controle uitvoeren zodat de gemeente het beleid ook daadwerkelijk in de praktijk brengt. Alleen wanneer het voorstel voldoende legitiem is en gedragen wordt door de basisorganisaties, zullen de gemeenten de wetgeving blijven uitvoeren.    

 

Solidagro’s invalshoek wekt alvast interesse van veel andere organisaties waaronder ngo’s, netwerken, universiteiten en andere gemeenten. Het Ministerie van Water en Milieu steunt dit soort lokale wetgeving ook in lijn met het Nationaal Plan voor Stroomgebieden. Door krachten te bundelen mikt het Solidagro-programma in Bolivia op een sneeuwbaleffect zodat steeds meer gemeenten in Bolivia hun water gaan beschermen.