Filipijnse gemeenschappen in actie tegen klimaatverandering

Climate Change Network for Community-Based Initiatives (CCNCI) is een consortium van ngo’s die actief zijn in verschillende disciplines en sectoren. Na Typhoon Haiyan in 2013 besloten deze organisaties om een netwerk op te bouwen dat oplossingen voor klimaatverandering probeert te formuleren. Solidagro en Viva Salud werken samen met dit Filipijnse netwerk in de strijd voor het recht op gezondheid en voedsel.

CCNCI betrekt de meest kwetsbare groepen in de samenleving bij de strijd tegen klimaatverandering omdat het een mensenrechtenkwestie is die iedereen aangaat. Om dat te doen gebruiken ze de ART-methode, een visueel leerproces dat de oorzaken van klimaatverandering en de verantwoordelijken zichtbaar maakt. De methode helpt bij het creëren van oplossingen voor aanpassing en meer veerkracht.

 

In deze video hoor je Michael en Angelica, twee jongeren uit de inheemse Lumad-gemeenschap in het zuidelijke eiland Mindanao, die vertellen wat ze opstaken uit de workshops met CCNCI en wat dit voor hen veranderde.

De strijd van Gabriela voor vrouwenrechten in de Filipijnen

De vrouwenbeweging Gabriela voert al meer dan 30 jaar strijd voor vrouwenrechten in de Filipijnen. Ze organiseert en mobiliseert vrouwen over de hele Filipijnen. In deze video vertelt Obeth Montes, adjunct-secretaris van Gabriela, welke impact het werk van de beweging de afgelopen jaren had op vrouwen uit twee inheemse gemeenschappen in Zuid-Cotabato.

Gabriela voert campagne rond geweld tegen vrouwen, maar is ook actief in andere domeinen die een impact hebben op het leven van vrouwen en hun gemeenschap. Vaak gaat het dan over toegang tot gezondheidszorg, waardig werk, degelijke huisvesting, maar ook de gevolgen van militarisering.

 

Verstoken van gezondheidszorg 

De T’boli en Dulangan Manobo zijn twee inheemse volkeren uit Zuid-Cotabato, die sinds lang verstoken zijn van sociale voorzieningen. De inheemse gemeenschappen wonen vaak in verafgelegen gebieden waar nauwelijks of geen gezondheidsinfrastructuur voorhanden is. De meesten hebben ook geen geld om de verplaatsing naar de dichtstbijzijnde dokter of medisch centrum te betalen. Dat leidt vaak tot schrijnende situaties. Door gebrek aan verzorging worden mensen zieker of erger. In deze video getuigt Lita Danyan hoe ze op die manier haar kind verloor.

 

Vrouwen in actie voor hun gemeenschap

Daarom richtte Gabriela een programma in om de capaciteit van vrouwen te vergroten om op te komen voor hun rechten. Het gaat om trainingen en vormingen, gezondheidsprogramma’s, maar ook diensten zoals een vrouwenkliniek. Dankzij het organisatiewerk van Gabriela kijken de vrouwen niet toe als er een probleem opduikt. Toen een van hun gemeenschappen getroffen werd door de stank van een pluimveebedrijf, gingen ze in dialoog met het bedrijf, voerden ze met succes een petitie voor de sluiting van het bedrijf.

 

Militarisering

De streek wordt echter ook geteisterd door militarisering. Het leger ziet er op toe dat grootgrondbezitters en buitenlandse bedrijven er ongemoeid hun gang kunnen gaan. In 2017 werden in Lake Sebu een stamhoofd en 7 andere leden vermoord omdat hun gemeenschap zich verzette tegen de aanbouw van een koffieplantage op hun voorouderlijk land. Het toont een overheid die voor niets terugdeinst, maar ook georganiseerde gemeenschappen die zich niet laten afschrikken.

Getuigenis van Ned, jonge leider in de Filippijnen

Ned, een jonge leider die opkomt voor de rechten van inheemse jongeren.

Mijn naam is Ned, ik ben een 21-jarige student en behoor tot de onderdrukte Ingorot minderheid. Dit een plattelandsgemeenschap in het noorden van de Filipijnen. Dankzij de steun van KIYO en het Cordillera Youth Centre (CYC) moeten we niet langer lijdzaam toezien hoe de corruptie en de discriminerende regels van het heersende regime onze cultuur en tradities van de kaart vegen.

Onze gemeenschap woont op het platteland in Kalinga. We hebben een rijke, eeuwenoude cultuur waarin respect voor de natuur centraal staat. Al generaties lang gebruikt onze gemeenschap enkel wat we echt nodig hebben van de natuur om te overleven. Maar sinds enkele jaren heeft het heersende regime zijn oog laten vallen op ons gebied en omdat er veel grondstoffe zijn. Ze zetten alle middelen in om ons van onze geboortegrond te verdrijven en op grote schaal aan ontbossing te doen.

Deze uitzichtloze situatie drijft heel wat jongeren, waaronder ikzelf, weg van het platteland op zoek naar een betere toekomst in de stad. Helaas loopt hierdoor het platteland leeg en krijgt de regering steeds meer vrij spel, waardoor onze tradities en cultuur dreigen verloren te gaan. Daarom richtte ik de Progressive Igorot for Social Movement op. Dit is een vereniging waarmee ik jonge Ingorot wil samenbrengen om op te komen voor ons bestaansrecht. Samen met hen laten we ook andere jongeren kennismaken met onze cultuur, zodat zij haar leren kennen en appreciëren.

KIYO en CYC leren ons belangrijke leiderschapsvaardigheden zodat we mensen kunnen informeren. Dankzij hen kregen we bijvoorbeeld toegang tot de lokale stadsraad, zodat we onze belangen rechtstreeks kunnen bespreken met de beleidsmakers. En met succes !

We zijn zeer dankbaar voor deze hulp, want we beseffen dat we niet voor de gemakkelijkste weg hebben gekozen. Omdat we opkomen voor onze rechten worden we beschouwd als tegenstanders van het regime. Ikzelf en heel wat van mijn vrienden hebben reeds doodsbedreigingen gekregen. Maar dit zal ons niet tegenhouden.

We zijn fier op wie we zijn en zullen blijven opkomen voor onze rechten en onze cultuur. Door onze stem te laten horen willen we veranderingen brengen die het mogelijk maken om terug te keren naar onze geboortegrond. Om daar te kunnen werken aan een nieuwe toekomst voor onze gemeenschap, met respect voor de natuur.

Genderdorpen in Congo: een dorp in de stad

In 2016 stelden militanten van Viva Salud Congolese partner Etoile du Sud (EDS) in Lubumbashi zich steeds meer vragen over de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. In hun volksgezondheidscomités en jongeren- en vrouwenwerking namen vrouwen niet deel aan publieke debatten. Hoog tijd om vrouwen in hun gemeenschap te empoweren vonden ze. Een terugblik op meer dan drie jaar ervaring genderdorpen.

Lubumbashi, van mijnbouwstad tot landbouwstad

Lubumbashi staat bekend als de stad van Gécamines, het grootste en oudste mijnbouwbedrijf van de Democratische Republiek Congo. Tot 1990 was Gécamines goed voor een derde van de inkomsten van de staatskas. Maar door de Congolese burgeroorlogen eind jaren negentig en begin tweeduizend stortte de industriële mijnbouw in. De verkoop van heel wat mijnconcessies aan derden bracht Gécamines op de rand van het failliet. De inkrimping van de activiteiten van het mijnbouwbedrijf had een enorme impact op het economische leven en vooral op de rol van vrouwen. De hoge werkloosheid bij de mijnwerkers, voornamelijk mannen, dwong steeds meer vrouwen in de informele landbouw, de tweede grootste economische troef van Lubumbashi. In de volkswijken waren steeds meer vrouwen de kostwinner in hun gezin. De ondergeschikte positie van de vrouw begon steeds meer te knellen in de sociale verhoudingen tussen man en vrouw.

 

Het eerste genderdorp

De militanten van de afdeling van Etoile du Sud in Katanga stelden zich kritische vragen over de rol van de vrouw in het Congolese gezin. Die vragen doken het eerst op bij de vrouwelijke militanten. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af waarom vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen. Ze stelden vast dat ongelijkheid tussen man en vrouw een constante was in hun directe omgeving, zowel thuis als op het werk en besloten dit aan te pakken. In een grootstad als Lubumbashi was dit niet vanzelfsprekend. De anonimiteit van de stad maakte het collectief aankaarten van genderongelijkheid tot een heuse uitdaging.

 

De militanten in Katanga begonnen daarom met een eerste reflectie over hun eigen thuis- en werksituatie. Samen met genderexpert Kat Françoise van de Universiteit van Lubumbashi gingen ze aan de slag om na te onderzoeken waar de ongelijkheid tussen man en vrouw precies tot stand kwam en hoe ze een veilige plek konden creëren voor de inwoners van de volkswijken in Lubumbashi om genderongelijkheid in de gemeenschap aan te kaarten. Het eerste genderdorp was algauw geboren. Mami Meta van het eerste genderdorp herinnert zich nog dat de vormingsverantwoordelijke zei ‘Begin nu maar met het creëren van een natie van genderonderdanen’. Een grap die hen aan het lachen bracht, maar ook een inspirerend idee dat initiatief opwekte. Iedereen was enthousiast om genderdorpen te ontwikkelen om op te komen voor gendergelijkheid en om vrouwen te empoweren”.

 

Na deze eerste reflectie startte de lokale werking in Katanga de grootschalige campagne ‘Genderdorpen’ om alle bestaande structuren van Etoile du Sud gendergevoelig te maken, te beginnen bij de volksgezondheidscomités, de jongeren- en vrouwenwerking tot alle lidorganisaties die deelnemen aan de activiteiten van Etoile du Sud in de volkswijken.

 

Betrokkenheid staat centraal

De eerste uitdaging om de inwoners van de volkswijken mee te krijgen in het genderverhaal was om hen betrokken te krijgen. In september 2016 startten militanten in Katanga met sociale enquêtes om na te gaan wat de dieperliggende oorzaken en uitingen van genderongelijkheid zijn in de volkswijken. Ze ondervroegen 1175 mensen, waarvan 629 vrouwen en 546 mannen in vijf van de zeven gemeentes van Lubumbashi.

 

De steekproef maakte een analyse mogelijk van genderongelijkheid in Lubumbashi en bracht concrete voorbeelden van discriminatie in de volkswijken aan de oppervlakte. Zo stelden ze vast dat:

  • in een gezin jongens vaker voorrang krijgen om onderwijs te volgen
  • vrouwen minder competenties krijgen aangeleerd in het gezin
  • vrouwen veeleer huishoudelijke taken toebedeeld krijgen
  • vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen
  • vrouwen minder beslissingsrecht hebben op het werk
  • weinig vrouwen functies als verantwoordelijke bekleden of jobs krijgen waarin beslissingen gemaakt worden

 

Een van de meest onthullende vaststellingen is dat vrouwen net als mannen overtuigd zijn van de ondergeschikte rol van vrouwen. Heel wat vrouwen onderschatten zichzelf en geloven dat mannen meer rechten hebben, omdat zij meer capaciteiten zouden hebben. Aan de basis van alle discriminerende praktijken liggen hoofdzakelijk culturele en religieuze overtuigingen en vooroordelen die voortkomen uit traditionele gewoontes binnen de gemeenschappen. Het werd duidelijk dat de letterlijke interpretatie van de bijbel, waarin de vrouw ondergeschikt dient te zijn aan de man, een nefast effect heeft op het bewustzijn van vrouwen en mannen. Meer dan een tiental bijbelcitaten schetsen een vrouwonvriendelijk beeld en worden letterlijk overgenomen in het collectief bewustzijn van de gemeenschap. Zo worden vrouwen gezien als eigendom van mannen, is vreemdgaan sociaal aanvaardbaar voor mannen maar niet voor vrouwen, worden alleenstaande moeders als zelfzuchtige vrouwen bekeken en zijn er meerdere voorbeelden die de onderdanigheid van de vrouw altijd als voorwaarde voor een goed huwelijk naar voor schuiven.

 

In januari 2017 organiseerde Etoile du Sud een aantal workshops om mensen uit de gemeenschap op te leiden tot trekkers van de genderdorpen. Op 13 juli 2017 was het moment aangebroken voor een workshop die in het teken stond van het officieel engagement tot de oprichting van genderdorpen in de volkswijken van Lubumbashi. Na de enquêtes was het tijd om de resultaten van de enquête te delen. De uitdaging werd om zoveel mogelijk genderdorpen in het leven te roepen, waar alle leden zich gelijkwaardig betrokken zouden voelen en elkaar zouden verder helpen in het doorbreken van vooroordelen en taboes en het bespreekbaar maken van culturele en religieuze overtuigingen. De initiatiefnemers verspreidden de resultaten van de enquêtes van deur tot deur en met ludieke theateracties.

 

Mama Wa Usafi

Om vrouwen die zichzelf minderwaardig voelen beter te betrekken, integreerde Etoile du Sud een deelcampagne in het kader van de bredere campagne rond het recht op gezondheid. De bedoeling was met collectieve straatveegacties vrouwen een actieve rol en taak te geven in hun gemeenschap om hun eigenwaarde te verhogen, de genderdorpen zichtbaar te maken en de mensen te mobiliseren voor het recht op gezondheid én gendergelijkheid.

 

De straatveegacties werden algauw vehikels voor de genderdorpen, omdat de trekkende krachten achter deze acties de “mamans” van de huishoudens zijn. Vandaar de naam “Maman Wa Usafi” voor deze campagne, wat letterlijk “Moeder van de netheid” betekent. Met deze slogan wilde Etoile du Sud de vrouw een centrale plaats geven in de campagne en de rol van de moeder naar waarde laten schatten binnen de gemeenschap. De campagne verwijst in de eerste plaats naar de familie en de kracht van vrouwen in het gezin, maar wil ook de zeggenschap van vrouwen vergroten en de kracht van vrouwen in de volkswijken, de steden en het land in de kijker zetten. Vrouwen zijn immers trekkende krachten van verandering, nemen positie in en nemen cruciale beslissingen voor en met de gemeenschap. De straatveegacties blijven een belangrijke troef voor de betrokkenheid op lokaal niveau, te beginnen bij het gezin, en nadien de volkswijken, om de genderdorpen in en rond Lubumbashi verder uit te breiden.

 

In het kader van de campagne “Mama wa Usafi” worden nog andere initiatieven genomen. In het dorp Maendeleo Hewa-bora ontwikkelden de initiatiefnemers van het genderdorp een project voor vrouwen om inkomsten te genereren via veeteelt en landbouw. Zo kopen ze regelmatig kuikens die ze enkele weken later als vleeskip verkopen. Met hun eerste inkomsten konden ze een terrein huren om aan landbouw te doen. Met het project willen ze ook de acties van het genderdorp steunen en uitbreiden. Zo willen ze graag een gebouw en aangepaste infrastructuur voor hun activiteiten zoals vormingen voor vrouwen over alfabetisering, leiderschap, zelfvertrouwen, het nemen van initiatieven, kortom over alles wat ze nodig vinden voor een echte strijd voor gendergelijkwaardigheid in hun wijk.

 

Verandering van onderuit

Het resultaat is zichtbaar op het terrein: mannen verdedigen zichtbaar vrouwen die opkomen voor hun ideeën en vrouwen krijgen meer vrijheid in hun gezin dankzij de ondersteuning van mannen en jongens. De samenwerking en sociale cohesie is groter, omdat iedereen deel uitmaakt van de dorpen. Vrouwen, mannen, kinderen, jongeren, groot en klein, iedereen kan een bijdrage leveren voor meer gendergelijkheid.  In sensibiliseringsacties werden de rollen ook omgedraaid, naar het voorbeeld van de genderscholen in Kinshasa, waar meisjes voetballen en jongens supporteren. Een ludieke manier om bepaalde stereotypes te doorbreken. Het Ministerie van Gender en gezin van Katanga heeft zich achter de campagne geschaard en wil de campagne mee helpen uitdragen in de meer afgelegen regio’s van de provincie. De uitdaging is nu om structurele ondersteuning te krijgen van bovenlokale overheden voor de genderdorpen in Congo.

In Senegal, de kracht van de federatie

De vrouwenfederatie van Toubacouta, die de vrouwenverenigingen van verschillende dorpen groepeert, is een politieke actor geworden die rechtstreeks met de gemeentelijke overheid kan onderhandelen om de rechten van de vrouwen te doen gelden.

In Senegal promoot Solidagro een aanpak gebaseerd op het recht op voedsel, veeleer dan zich te richten op de pure voedselbehoefte van de bevolking.  Enkele jaren geleden hebben de partners van Solidagro de oprichting ondersteund van de Federatie van de vrouwen van Toubacouta.  Deze Federatie is er gekomen als gevolg van de acties van de vrouwen zelf, en van een goed begrip van de institutionele context, de cultuur en de economie van de regio.

 

“Elke dag werk ik in onze groentetuin en ik heb meer energie dan ooit.  Chemische onkruidverdelging is hier onbestaand.  Ik zie dat de grond rijker en rijker wordt, en ik heb geleerd dat deze manier van werken ook de voedingswaarde van de landbouwgewassen die wij telen, verhoogt.  Het groepswerk in onze groentetuin heeft mijn leven veranderd.  Ik ben er niet alleen, iedereen vertelt verhalen en wij lachen elke dag.  Samen werken is beter, eenheid maakt macht! En dat alles in een mooie, groene omgeving.  Dat is goed voor de gezondheid van iedereen.”

Lucie, gangmaker van de verandering volgens Solidagro, is voorzitster van een van de groepen die deel uitmaken van de Federatie.  Na een grote regionale campagne over de grondeigendom van vrouwen, heeft Lucie, samen met 45 andere vrouwen, 3,5 ha grond verworven.

Door deel uit te maken van een groep, en vooral van een Federatie, is het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen van de vrouwen gegroeid.  De vrouwen verenigen zich in verschillende dorpen en ontdekken de macht van het getal.

 

De Federatie ontvangt van de partners van Solidagro organisatie- en institutionele steun en heeft op deze manier de diensten aan de leden kunnen structureren.  De diensten zijn veelvoudig, en laten de vrouwenverenigingen van de verschillende dorpen toe om zich administratief en financieel te organiseren, op basis van goed bestuur, om toegang te krijgen tot gronden, om hun oogst van kwaliteitsvolle voedingsmiddelen te verhogen, om de voeding van hun families te verbeteren, om hun werk te verlichten en hun kinderen naar school te laten gaan.

 

In Toubacouta is de gemeente een medestander geworden en heeft ze de ontwikkeling van de Federatie ondersteund.  Zij heeft verschillende gronden toegewezen aan de verenigingen van de vrouwen van de gemeente en heeft al veel sensibiliseringsactiviteiten van de vrouwen ondersteund. Met 2.300 leden op een bevolking van 40.000 (kinderen inbegrepen) is de Federatie een politieke actor van belang geworden, die kan onderhandelen met de gemeentelijke overheid teneinde méér voor de vrouwen te bekomen.  De gemeente Toubacouta is een voorbeeld geworden in de regio, en de partners van Solidagro hebben activiteiten georganiseerd samen met de andere gemeenten om een uitwisseling van goede praktijken te bevorderen van de ene gemeente naar de andere.

Gezondheidsactivisme in Congo: 3 x 3

Waarom werden Billy, Roger en Sylvie gezondheidsactivist bij Etoile du Sud? Wie inspireerde hen en hoe is hun leven veranderd sinds ze activist geworden zijn? We stelden drie vragen aan Billy (voorzitter van de jongerendynamiek), Roger (boekhoudassistent) en Sylvie (voorzitster van de Raad van Bestuur).

Wie inspireerde je om gezondheidsactivist te worden? 

Billy: “Een vriend overtuigde me om deel te nemen aan de vergaderingen van een afdeling van EDS in Barumbu bij “Maman Henriete”. Tijdens de tweede vergadering raakte ik met de voorzitster van de lokale afdeling van EDS aan de praat over een elektriciteitsprobleem in mijn straat. Ik beloofde haar dat ik mijn nieuwe kennis meteen in praktijk zou brengen.”

Roger: “Ik was een fervente lezer en Billy van EDS vertelde me dat ik gratis boeken kon uitlenen in hun bibliotheek. Daar leerde ik de strijd voor het recht op gezondheid kennen en dat liet mij niet meer los. Toen ik deelnam aan een conferentie van EDS, werd ik opgemerkt door de coördinator. We raakten aan de praat over politiek en gezondheid. In 2014 vroeg hij of ik zijn persoonlijke assistent wou worden.”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij de krant l’Observateur bracht ik verslag uit van activiteiten rond cultuur en ontwikkeling. Zo leerde ik in 2009 EDS kennen tijdens één van hun publieke activiteiten. De vrijwilligers van de volksgezondheidscomités vertelden er over de moeilijkheden waar ze tegenaan lopen op het terrein. De animatoren van EDS stelden voor om samen te werken met lokale overheden en lokale leiders om deze problemen op te lossen. Ik was sterk onder de indruk van hun aanpak en bleef EDS van op afstand volgen. Na een tijdje werd ik door de coördinator gevraagd om halftijds voor EDS aan de slag te gaan als communicatiemedewerkster.”

 

Op welk moment besefte je dat je een rol kon spelen in de strijd voor het recht op gezondheid? 

Billy: “Ik had ontdekt dat de elektriciteitskabel die mijn straat van stroom moest voorzien, een samenraapsel was van overschotten. Alles behalve veilig dus. Mijn net verworven kennis over empowerment deed me beseffen dat ik mee verantwoordelijk was voor mijn eigen leefomstandigheden. Ik verzamelde enkele jongeren uit mijn straat en we onderzochten hoe we dit probleem konden oplossen. We schreven een brief naar de nationale elektriciteitsmaatschappij, het nationaal Parlement en het Ministerie van Energie. De brief was ondertekend door lokale leiders, de voorzitster van ons volksgezondheidscomité en onszelf. Een week later zagen we plots’s morgens vroeg dat medewerkers van de elektriciteits­maatschappij een nieuwe kabel kwamen leveren. Uit angst dat hij zou worden gestolen, hielpen we de kabel snel ingraven.”

Roger: “Toen ik naar mijn huidige appartement verhuisde, ontdekte ik dat er op geen enkel van de 14 (!) appartementen een vuilbak stond. Iedereen gooide het afval zo maar voor de poort op straat. Ik begon mijn buren te sensibiliseren over het gevaar van rondslingerend afval, maar kreeg geen gehoor. Tot er op een dag een kindje aan het spelen was voor onze poort en van het afval begon te eten. De jongen werd ernstig ziek. Plots luisterden mijn buren wel naar mij. De huisbaas verplichte iedereen om hun afval in een vuilbak te doen. We organiseerden een ophaalsysteem waar alle inwoners hun eigen deel van betaalden. Ik merkte dat ik een positieve impact kon hebben op mijn buurt en breidde mijn engagement uit naar mijn straat en later mijn hele wijk.”

Sylvie: “Als medewerkster van EDS ging ik regelmatig op het terrein om de realisaties en context beter te leren kennen. Ik was gefascineerd door de vele vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor hun gemeenschap. Ze streden tegen erosie, tegen ondervoeding bij kinderen, tegen onhygiënische leefomstandigheden. Ik werkte toen nog halftijds bij de krant en begon ook daar steeds meer over EDS te spreken met mijn collega’s. Ik startte er mijn eigen kleine gezondheidscampagnes en kreeg zelfs de bijnaam “Maman Bopeto”, genoemd naar de deur-aan-deur afvalophalers. De combinatie tussen mijn twee jobs werd te zwaar, dus koos ik voor een fulltime positie bij EDS.”

 

Hoe is je leven veranderd sinds je gezondheidsactivist bent? 

Billy: “Na onze actie voor veilige stroom richtte ik samen met de andere jongeren een straatcomité op om onze problemen aan te pakken. Het initiatief is nu over de hele wijk bekend. Zowel mannen als vrouwen, volwassenen als kinderen doen mee aan onze solidariteitsacties. Ondertussen maakte ik van mijn engagement ook mijn beroep en ben ik voorzitter van de jongerenbeweging van EDS.”

Roger: “Als student internationale relaties wou ik diplomaat worden in Oeganda. Ik had er een stage gedaan in de Congolese ambassade. Nu werk ik als boekhoudassistent voor EDS, mijn leven is dus een hele andere richting uitgegaan. Dankzij opleidingen van EDS weet ik nu hoe ik concrete problemen in mijn buurt moet aanpakken en welke personen we moeten aanspreken om echte verandering te krijgen. Ik zie dat mijn engagement een blijvend resultaat heeft en dat maakt mij trots!”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij l’Observateur was ik ook al met ontwikkelingsvraagstukken bezig, maar pas sinds ik Etoile du Sud heb leren kennen zag ik pas echt wat de positieve impact van gezondheidsactivisme kan zijn. Ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing om mij voor EDS te engageren.”

Congo: hoe watercomités levens redden in Goma

‘L’eau c’est la vie’, ‘water is leven’. Onder dat motto strijden watercomités voor een betere toegang tot water in de volkswijken van Goma. De installatie van watertanks is geen doel op zich, maar wel een stap in het versterken van de gemeenschap om op te komen voor en te genieten van het recht op water.

De stad Goma in het noordoosten van Congo ligt vlak aan het immense Kivumeer. Maar toch is de toegang tot water in de volkswijken niet evident. In 2017 installeerde Viva Saluds partner Etoile du Sud (EDS) een watertank van 10 m³ in de afgelegen wijk Lac Vert. Een investering die heel wat in gang zette voor de buurt.

Begin januari 2018 besliste de provinciale Minister van gezondheid in Noord-Kivu om samen te werken met de lokale volkscomités.

 

Stappen naar het recht op drinkbaar water
De organisatie van een wijk begint door mensen samen te brengen die een zekere invloed hebben in hun gemeenschap en die samen willen nadenken over hoe de levensomstandigheden er beter kunnen worden. Zij brengen samen de problemen van hun wijk in kaart. Eens de prioriteiten duidelijk zijn, breidt deze kerngroep zich uit tot een volkscomité voor gezondheid met geëngageerde mannen en vrouwen uit de wijk. Zij organiseren dan een brede bevraging onder de bevolking. Zo wil Etoile du Sud zo veel mogelijk mensen betrekken bij het project.

In 2017 besliste het lokale volkscomité van Lac Vert dat een betere toegang tot water bovenaan hun agenda moest staan. De buurt had amper toegang tot water, want de nationale watermaatschappij Regideso had hun wijk links laten liggen. Sinds 2010 moest Regideso waterleidingen aanleggen, maar 7 jaar later is er nog altijd geen tank geïnstalleerd.

Mercycorps, een Amerikaanse ngo die de nood aan drinkbaar water zag, installeerde in 2014 enkele watertanks in Lac Vert en de naastliggende wijk Mugunga. Maar door een gebrek aan middelen kon de provinciale overheid van Noord-Kivu de opvolging en het onderhoud niet garanderen. 

 

“Bidons jaunes”-betoging voert druk uit op de nationale waterwetgeving
De wijkbewoners wilden al snel zelf betrokken zijn bij het beheer en organiseerden zich in lokale gezondheidscomités met de hulp van Etoile du Sud. Ze kwamen op straat en eisten hun recht op water op tijdens een mars met gele watertonnen, de “bidons jaunes”. Studenten van de film- en theaterschool in Lubumbashi en het RITCS in Brussel filmden de actie in deze documentaire

De lokale overheid voelde zich gesterkt door de “bidons jaunes”-mars en voerde druk uit op de nationale overheid om de Congolese waterwet aan te passen. Die wet stelt de nationale watermaatschappij verantwoordelijk voor de bevoorrading van het hele grondgebied van de Democratische Republiek Congo. Een bijna onmogelijke opdracht, als je weet dat Congo ongeveer 77 keer groter is dan België en sommige gebieden erg moelijk bereikbaar zijn. 

De nieuwe wet die eind 2017 goedgekeurd werd, laat wel samenwerking met derden toe. Dat was een buitenkans voor de lokale gezondheidscomités en watercomités om hun waterprojecten te laten financieren door de provincie van Noord-Kivu. 

Eind 2017 installeerde een duurzaam watercomité een nieuwe watertank in de wijk Lac Vert. De tank heeft een capaciteit om een honderdtal families mee te bevoorraden. Een watertanker haalt het water uit het Kivumeer, brengt het naar een lokale zuiveringsinstallatie en transporteert het dan naar de tank in Lac Vert. Het volkscomité neemt zelf het beheer en onderhoud in handen. 

 

Volkscomité inspireert de provinciale overheid
De provinciale overheid zag dat deze lokale watercomités een zelfvoorzienend beheer garanderen en toonde interesse voor een verdere samenwerking. Begin januari 2018 werd de samenwerking concreet na een gesprek met de provinciale Minister voor Gezondheid van Noord-Kivu. 

Sawy, advocaat en provinciaal medewerker van Etoile du Sud is een vurig voorstander van duurzame samenwerking met de overheid: “EDS wil dankzij gemeenschapsparticipatie hefbomen voor verandering creëren. Maar de verantwoordelijkheid voor basisvoorzieningen moet in handen genomen worden door de overheid. Het is zo dat de overheid zichzelf kan versterken en de basisrechten van de bevolking kan garanderen”.

Het watercomité van Lac Vert wil nu nog een stap verder gaan. Ze maken plannen om met mobiele tanks het water nog dichter bij de verafgelegen gezinnen te brengen. 

Een platform voor de promotie van boerenzaden in Senegal

De eigen landbouwzaden van boeren, nochtans rijk qua diversiteit en gemakkelijk beschikbaar, worden erg op de proef gesteld door de aanwezigheid van conventionele zaden die in Senegal door de staat worden gepromoot.  Solidagro en haar partners werpen een licht op de wetgeving betreffende zaden, om het pleidooi voor de promotie van boerenzaden te ondersteunen.

Ondersteund door de staat, gaat het systeem van conventionele zaden, dat minder dan 25 % uitmaakt van de totaliteit van de zaden die worden gebruikt door de landbouwers, alle soorten samengeteld, ervan uit dat alle zaaigoed dat wordt geproduceerd teneinde te worden verdeeld en te worden gecommercialiseerd, moet worden gecertifieerd en moet voldoen aan normen en regels die worden gedicteerd door technische reglementen.

Als gevolg hiervan moet een plant voldoen aan bepaalde OHS (Onderscheidbaarheid – Homogeniteit – Stabiliteit) criteria om gecertifieerd te kunnen worden.   Een plant moet voldoende verschillend zijn van de variëteiten die reeds werden gecertifieerd, voldoende homogeen zijn en haar kenmerken op een stabiele wijze behouden in de volgende generaties.

Anderzijds promoot het systeem van boerenzaden de soevereiniteit op het vlak van zaaigoed als één van haar basisprincipes.  Want inderdaad, de familiale boerderijen bekomen hun zaaigoed grotendeels door te putten uit hun eigen voorraden en door uitwisseling (ruilen, verkopen, schenken) vinden zij de nodige aanvullingen hierop.

Agrodiversiteit is één van de doelstellingen van het systeem. Bovenop het behoud en de bewaring op de eigen boerderij, die de kans vergroot om nieuwe lokale variëteiten te bekomen, verrijken de landbouwers deze diversiteit door het uitwisselen van zaden, het integreren van variëteiten die ontwikkeld zijn door het landbouwonderzoek en die beantwoorden aan hun behoeftes, enz.

Het systeem van boerenzaden kent echter haar limieten door de erosie van variëteiten, het progressief verdwijnen van verscheidene variëteiten als gevolg van klimaatschokken en de lange cyclus van verschillende traditionele variëteiten die daardoor niet aangepast zijn aan de verkorting van de duur van het regenseizoen.

Daarbij komen de instroom en de promotie van zaden uit alle delen van de wereld, het verloren gaan van kennis en van goede boerenpraktijken om kwaliteitszaad te produceren, het verlies na de oogst dat aanzienlijk is door een gebrek aan magazijnen, die bovendien vaak ongeschikt zijn, en de toevlucht tot chemische middelen om zaden te bewaren.

Het is belangrijk om de zekerheid van zaaigoed bij boeren te analyseren, om voldoende diversiteit aan variëteiten te behouden in de productiesystemen van landbouwers.

Verschillende manieren van aanpak hebben reeds hun nut bewezen, zoals:

  • De analyse van de agrodiversiteit van een gemeenschap,
  • De identificatie van variëteiten die bedreigd worden met verdwijnen, en de oorzaken van hiervan,
  • De analyse van de graad van autonomie op het vlak van zaaigoed, en dat over de jaren,
  • De analyse van de zekerheid van zaaigoed.

Maar het is ook en vooral belangrijk om goed de teksten en wetten te begrijpen die op het vlak van zaden van kracht zijn in Senegal en in de internationale omgeving, om zo een beter pleidooi te kunnen houden ten gunste van een politiek die de voedselsoevereiniteit en de rechten van de landbouwers respecteert.

Het is om deze reden dat de actoren van de civiele maatschappij in Senegal zich hebben gemobiliseerd om zich te richten op de wettelijke dimensie van de strijd die ze moeten aangaan, met als voornaamste doelstelling de erkenning van de boerenzaden door de Senegalese staat.