Hoe verzekeren we de effectieve deelname van sociale bewegingen aan belangenbehartiging op lokaal en mondiaal niveau?

Sociale bewegingen staan centraal in de strijd voor een duurzame ontwikkeling en sociale- en ecologische rechtvaardigheid. Desondanks worden deze bewegingen vaak over het hoofd gezien en/of missen ze visibiliteit en legitimiteit wanneer het gaat om de verdediging van mensenrechten van personen en leefgemeenschappen, zowel op lokaal, nationaal, regionaal als internationaal niveau. In samenwerking met onderzoekers en vertegenwoordigers van verschillende sociale bewegingen, bespraken we succesvolle werkmethoden en onderzochten we de verschillende manieren waarop sociale bewegingen op een doeltreffende manier kunnen bijdragen aan de verdediging van rechten op alle niveaus.

 

Mee georganiseerd door CNCD-11.11.11, FIAN Belgium, SOLSOC en Viva Salud

Gemodereerd door Nathalie Janne van CNCD-11.11.11

Sociale bewegingen staan centraal in de strijd voor duurzame ontwikkeling en sociale en milieurechtvaardigheid. Desondanks worden deze bewegingen vaak over het hoofd gezien en/of kennen ze weinig zichtbaarheid en legitimiteit als het gaat om de verdediging van de mensenrechten van individuen en gemeenschappen, zowel op lokaal, nationaal, regionaal als internationaal niveau. In samenwerking met onderzoekers en vertegenwoordigers van verschillende sociale bewegingen bespraken we in deze sessie succesvolle werkmethoden en verkenden we de verschillende manieren waarop sociale bewegingen effectief kunnen bijdragen aan de verdediging van rechten op alle niveaus.

 

1) Voor welke uitdagingen staan sociale bewegingen bij hun pleitbezorging en mobiliseringswerk op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau?

 

2) Hoe gaan sociale bewegingen om met de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd? Welke mechanismen kunnen worden ingezet om deze problemen op te lossen?

Jan Sandig, postdoctoraal onderzoeker in vredes- en conflictstudies en lid van het INFRAGLOB-project aan de leerstoel voor sociologie van Afrika

Noordelijke NGO’s en het risico van badvocacy:

  • NGO’s als derde partij: machtige poortwachters die bepalen welke stemmen en onderwerpen worden aanvaard in de pleitbezorging
  • Ongelijke verdeling van middelen
  • Paternalisme en legitimiteitsproblemen
  • NGO’s moeten zelfkritisch zijn (zoals sommige al zijn) en hun dominante positie en vaak beperkte legitimiteit, erkennen waarmee ze namens getroffen mensen spreken.

 

Belang van de participatie van de “meest getroffenen” aan internationale organisaties. Veel multilaterale organisaties kennen een legitimiteitsprobleem en betrekken daarom  sociale bewegingen om hun legitimiteit te vergroten. Sociale bewegingen en NGO’s moeten oppassen dat zij niet worden gecoöpteerd in besluitvormingsruimten, waar ze weinig impact hebben en vooral dienen om het imago van multilaterale instellingen op te smukken.

 

Het is niet altijd gemakkelijk om NGO’s van sociale bewegingen te onderscheiden. Je kunt ideale types proberen definiëren, maar het is waarschijnlijk beter om ze als een spectrum te zien met sommige entiteiten die kenmerken van beide soorten actoren dragen.

Geneviève Savigny, Via Campesina (Frankrijk)

Hoe kunnen wij als NGO’s samenwerken met sociale bewegingen?

  • Je moet elkaar kennen. Je moet weten hoe ze werken, wat hun structuren zijn, wat hun middelen zijn, wat de relatie is met de machtsstructuren op lokaal/regionaal/mondiaal niveau, …
  • Discussie en dialoog zijn van cruciaal belang in sociale bewegingen. Het kost tijd en het kan langzaam gaan, maar daar moet rekening mee worden gehouden.
  • Respecteer sociale bewegingen als autonome organisaties die zichzelf kunnen besturen. Er kunnen verschillen zijn in structuren, geschiedenis, strategische prioriteiten, … en deze diversiteit moet worden erkend.
  • Er kan een verschil zijn in taal of discours en dit moet worden gerespecteerd.
  • Werk vanuit het idee van partnerschap, niet vanuit het idee van instrumentalisering.
  • Samenwerken met NGO’s die dezelfde visie delen.

 

De Verklaring inzake de Rechten van Boeren (UNDROP) is voortgekomen uit een bijzondere strijd tegen landroof in Indonesië. Zij hadden wettelijke middelen nodig om zich te verzetten. NGO’s (FIAN en CETIM) hebben de boerenbeweging advies gegeven over bestaande fora en instrumenten die nuttig zouden kunnen zijn.

  • Je hebt een bepaalde institutionele taal nodig die door NGO’s kan worden gefaciliteerd. Zij kunnen fungeren als tussenpersonen tussen de bewegingen en de plichtdragers, maar mogen de plaats van de sociale bewegingen niet innemen.
  • Je hebt wederzijds respect nodig. NGO’s die functioneren in de wandelgangen van de macht.
  • Je hebt ook middelen nodig en veel kennis en capaciteiten. NGO’s kunnen er soms aan bijdragen voor bepaalde projecten.
  • Sociale bewegingen mobiliseren zich rond bepaalde eisen. De steun van NGO’s kan nuttig zijn voor de duurzaamheid en de structurering van de mobilisaties

 

Eén vraag moet voor ogen worden gehouden: welke belangen hebben NGO’s? Sociale bewegingen weten heel goed wat hun belangen zijn, maar we zien dat sommige NGO’s worden gefinancierd door particuliere actoren die tegengestelde belangen hebben. Het is belangrijk hiermee rekening te houden.

Kat Berza – Council for Health and Development (Filippijnen)

De grootste uitdaging in de Filippijnen is een regering die een heksenjacht op de progressieve gezondheidssector sponsort. Mensenrechtenschenders blijven ongestraft, wat een grote invloed heeft op de ruimte voor sociale bewegingen om hun kritische werk te doen.
→ dit creëert een klimaat van angst onder de sociale organisaties. De krimpende ruimte is een zeer groot obstakel voor sociale bewegingen in de Filippijnen.

  • Tegelijkertijd is de democratische beweging op de Filippijnen sterk en verenigd. Er is een echte intersectie tussen strijd.
  • NGO’s kunnen er mee helpen voor zorgen dat de sociale bewegingen in de Filippijnen meer legitimiteit krijgen.

 

CHD heeft nooit zijn basisprincipe losgelaten door vast te houden aan zijn strategie ‘Arouse, Mobilize and Organize’. De context is sterk veranderd, maar wij concentreren ons op de essentie van ons werk.

  • Onderdompeling van de doelgroepen, zodat zij de context van de getroffen gemeenschappen leren kennen.
  • Aansluiting bij internationale organisaties om de internationale solidariteit te vergroten.
  • Het verzet van de bevolking is van cruciaal belang, maar ook de hulp van de internationale gemeenschap die zich kan uitspreken wanneer de mensenrechten worden geschonden.
  • Internationale druk met een sterke nationale beweging is nodig om dingen te veranderen.

Alaa Talbi, FTDES (Tunesië)

De uitdagingen voor de sociale bewegingen in Tunesië zijn niet gering:

  • Sociale bewegingen zijn gericht op hun specifieke strijd. Zij zoeken naar oplossingen voor specifieke problemen. Daardoor is er vaak een gebrek aan duurzaamheid. Er is weinig convergentie tussen de sociale bewegingen: zij moeten in een netwerk worden ondergebracht om tot een collectieve analyse te komen.
  • Je hebt kleine overwinningen nodig om vooruit te komen, maar je moet je richten op de lange termijn en de economische structuren als geheel proberen veranderen. Je hebt een systemische aanpak nodig en geen kleine overeenkomsten of stappen.
  • Contact leggen met de media is niet gemakkelijk. je hebt mediakanalen nodig die je zaak ondersteunen. Je hebt ook opleidingen nodig voor de leiders van sociale bewegingen.
  • De criminalisering van sociale bewegingen beperkt de acties.
  • Identiteit van sociale bewegingen ten opzichte van NGO’s: er moet een evenwicht zijn en een goede relatie die beide versterkt. De betrekkingen tussen sociale bewegingen en NGO’s moeten gebaseerd zijn op vertrouwen.
  • Je moet convergeren met andere structuren en bewegingen die ook werken aan systemische verandering.

 

Wat moeten we doen?

  • De opkomst van sociale protestbewegingen, die zich op bepaalde kwesties concentreren, ondersteunen. Verschillende doelgroepen bijeenbrengen die door een bepaald probleem worden getroffen.
  • Werken aan de continuïteit van sociale bewegingen door deze te koppelen aan het onderzoek van academici.
  • Op verschillende niveaus werken: onderhandelen, lobbywerk, gerechtelijke klachten, mediawerk en verschillende bewegingen samenbrengen. Desondanks, moet het aan de bewegingen zijn om te beslissen. Degenen in het veld moeten het laatste woord houden.
  • Convergentie van strijd (intersectionaliteit) is belangrijk: we moeten allianties sluiten met andere actoren die op het eerste gezicht misschien niet onze visie en doelstellingen delen (liberale organisaties die zich richten op individuele vrijheden bijvoorbeeld tegenover politieke organisaties en op sociaal-economische rechten). Volgende week wordt een forum van de sociale bewegingen georganiseerd om dat soort banden te bevorderen.

Video-getuigenis in het Frans van Amina Zair, voorzitster van “Action Femmes des Associations des Quartiers du Grand Casablanca”.

Video-getuigenis van Sinan Ouattara, activist en landbouwingenieur. 

Discussiepunten/belangrijkste punten die tijdens het debat aan de orde zijn gesteld

Hoe kan een continuïteit in de vertrouwensrelaties tussen NGO’s en sociale bewegingen worden gewaarborgd wanneer persoonlijke relaties de basis van het vertrouwen vormen? Met het vertrek van bepaalde personen wordt deze relatie vaak verbroken.

→ Het is belangrijk dat leiders van sociale bewegingen over een stabiele context beschikken, zodat zij in hun positie kunnen blijven, ook nadat de specifieke oplossingen voor hun mobilisatie zijn bereikt.

Het is ook belangrijk te werken met mensen die geëngageerd zijn voor hun werk – werk rond de status van “werknemer/activist”.

Conclusie door Jan Sandig & Stéphanie Lecharlier

  • Capaciteitsopbouw: steun tussen NGO’s en sociale bewegingen, geworteld in gemeenschappelijk/wederzijds begrip en op lange termijn
  • Vertegenwoordiging van de zwaarst getroffenen: vermijden de besluitvormings- en onderhandelingsruimte op te eisen, en de zwaarst getroffenen en de sociale bewegingen (en niet alleen de elites), erbij betrekken zodat hun vertegenwoordiging gewaarborgd wordt.
  • Netwerken: convergenties tot stand brengen en onderhandelen over een gemeenschappelijke agenda (we moeten een wereldwijde alliantie opbouwen)
  • Verzet is van cruciaal belang: nood aan acties op het terrein, externe actoren die toekijken en transnationale solidariteit
  • Veel sociale strijden hebben er baat bij politieke bondgenoten te hebben: meer onderhandelen met politieke actoren (politieke partijen bijvoorbeeld)
  • Als wij als NGO’s sociale bewegingen willen begeleiden, zullen wij ons moeten opstellen als decoloniaal, bescheiden en bewust van het feit dat hulpbronnen en financiële middelen een ongelijke machtsverhouding met zich mee kunnen brengen, …
Bookmark the permalink.

Comments are closed.