Evolutie bij het respecteren van het recht op participatie bij kinderen in Burundi

Nooit eerder waren er op de wereld zoveel jongeren en in Afrika vormen ze het grootste deel van de bevolking, met 40% burgers onder de 15 jaar[1]. Deze jongeren hebben een ongelooflijk ontwikkelingspotentieel, maar hoe staat het met hun participatie in initiatieven van de overheid?

Sinds het in voege treden van het Verdrag inzake de rechten van het kind van de Verenigde Naties is de ‘participatie van het kind’ het voorwerp geweest van heel wat initiatieven en projecten. Dit verdrag (IVRK) -dat voor het eerst in de geschiedenis van het internationaal recht kinderen erkende als onderwerp van rechten en niet zomaar als begunstigden van de bescherming van volwassenen- stelt duidelijk dat deze rechten vereisen dat kinderen zelf gehoord en betrokken worden bij beslissingen over kwesties die hen aanbelangen.

Toch vereist dit recht op participatie van kinderen belangrijke veranderingen in het culturele gedrag ten opzichte van kinderen. In Burundi blijft de strijd duren: soms toont de cultuur zich hardnekkig op dit vlak en krijgen de plichten van het kind voorrang op deze rechten, in het bijzonder het recht op participatie en meningsuiting.

Om de balans in evenwicht te brengen omkadert en vormt KIYO, in samenwerking met de lokale partnerorganisaties, kinderen met betrekking tot een brede waaier aan thema’s over levensvaardigheden en technieken voor sensibilisering en belangenbehartiging. Dankzij deze vormingen leren de kinderen hun rechten kennen, brengen ze in de praktijk en eisen ze op. Dat uit zich in de oprichting van jongerenclubs in scholen en gemeenschappen. Deze clubs bieden het kader waarin kinderen en jongeren elkaar ontmoeten, zich in het openbaar leren uitdrukken, hun omgeving analyseren, oplossingen bedenken voor de vastgestelde problemen, enz.

Naast deze clubs bevordert het programma ook de oprichting van ontmoetingskaders voor kinderen/jongeren en volwassenen (ouders, scholen, lokale overheden, enz…). De kinderen worden daarom geïntegreerd in gemeenschapsstructuren zoals de Comités voor de bescherming van het kind (CPE) of de gemengde comités in scholen (samengesteld uit kinderen en leerkrachten). Deze ontmoetingskaders worden de drijvende krachten in de gemeenschappen en vergemakkelijken en stimuleren acties die bijdragen aan het respect voor de rechten, zoals kinderen helpen die slachtoffer werden van geweld op school of in het gezin.

Al deze, door de lokale partnerorganisaties van het programma, voorziene ruimtes die de actieve participatie van kinderen in de verschillende interventiezones bevorderen helpen de samenwerkingsverbanden tussen jongeren en figuren met autoriteit (volwassenen, vertegenwoordigers van de lokale overheid) versterken en garanderen zo het recht op participatie van het kind.

 

[1] https://www.plan-international.fr/info/actualites/news/2017-01-24-le-role-des-jeunes-dans-latteinte-des-objectifs-du-developpement

Recht op permanent gebruik van groentetuinen in Burkina Faso

Als het gaat om het recht op voedsel is de toegang tot landbouwgrond een groot probleem voor vrouwen in Burkina Faso. Dankzij de analyse die werd uitgevoerd door Solidagro’s partners en lokale maatschappelijke organisaties, werden de oorzaken van deze moeilijkheden stuk voor stuk in kaart gebracht.

In Burkina Faso hebben de partners van Solidagro een zeer goede kennis van de context waarin ze werken, waardoor ze relevante oplossingen kunnen aanreiken voor de problemen waarmee de doelgroepen worden geconfronteerd.

Toen bijvoorbeeld bleek dat er drempels waren waardoor vrouwengroepen in het droge seizoen niet met groenteteelt begonnen, analyseerden de partners de situatie met de leden van deze basisorganisaties. Ze ontdekten dat de rechten van vrouwen om toegang te krijgen tot landbouwgrond voortdurend in vraag werd gesteld en dat de groentetuinen aan het einde van elk project/programma hen opnieuw werden ontnomen. Tegenover deze achtergrond bleven de plichtsdragers passief. Dit kan te wijten zijn aan het sociale en traditionele karakter in de Burkinese maatschappij, dat erg gevoelig blijft bij het spreken over vrouwenrechten. Daarnaast is de wetgeving over landgebruik moeilijk om toe te passen. Een eerste stap is het identificeren van de plichtsdragers die het landbezit kunnen vergemakkelijken. Dit zijn de landeigenaren en de lokale autoriteiten.

Een goede stakeholderanalyse en het besef van vrouwen over hun recht op landbouwgrond leidden tot effectieve onderhandelingen. Deze maakten het mogelijk om percelen permanent beschikbaar te maken voor de vrouwengroepen. Uit dit proces blijkt dat het opeisen en toegankelijk maken van landbouwgrond gemakkelijker is voor een basisorganisatie dan voor individuele vrouwen.

Colette, boerin in Burkina Faso en fier het te zijn

Colette is lid van een basisorganisatie in Burkina Faso gesteund door Solidagro. Ze vertelt ons hoe ze hierbij meer zelfvertrouwen kreeg en nu in het openbaar haar mening durft te uiten, als boerin, maar zeker ook als vrouw.

Mijn naam is Colette, ik ben 51 jaar oud, heb 6 kinderen en ik woon in Zitougou, een dorp in de gemeente Zabré in Burkina Faso. Ik ben lid van de “Koudawouré Aminga”-groep. Dit is een basisorganisatie met als doel de lokale ontwikkeling en verbetering van onze levensomstandigheden.

Voordat Solidagro in het gebied actief was, werkten we zonder enige technische ondersteuning. Om de bodem te bemesten, kochten we kunstmest en voor de behandeling van onze planten gebruikten we chemische bestrijdingsmiddelen. Onze bronnen droogden snel op omdat we geen idee hadden hoe het water voor ons groenteperceel te beheren. Sinds de samenwerking met Solidagro ben ik beter toegerust voor de groenteteelt: ik heb mijn productiemethode aangepast en dankzij de toepassing van technieken die voor ons helemaal onbekend waren, gebruik ik geen chemische meststoffen noch pesticiden meer.

Nu heb ik meer economische draagkracht, want in plaats van de chemische inputs te kopen, produceer ik zelf organische meststoffen en dus kan ik mijn geld sparen voor de uitgaven voor het onderwijs van mijn kinderen, wat ik vroeger niet kon doen. Mijn gezondheid is verbeterd doordat het werk is verlicht, waardoor ik minder moe ben. Ik heb nu ook toegang tot een gevarieerd dieet en consumeer wat ik produceer met mijn gezin, terwijl voorheen alles bedoeld was voor de verkoop. Een laatste verandering die ik kan bevestigen, is het feit dat ik me durf uit te spreken in onze basisorganisatie, iets dat ik nooit eerder heb durven doen. Ik heb nu meer zelfvertrouwen.

 

Dit laatste punt verdient meer informatie. Partners van Solidagro zijn opgeleid om gender in hun activiteiten te integreren. Tijdens trainingen wordt bijvoorbeeld de keuze van trainingslocaties en uren bepaald met deelname van alle leden (man en vrouw). Ook worden vrouwen tijdens de training aangemoedigd om hun mening te geven en actief deel te nemen. Het versterken van technische, alfabetiserings- en leiderschapscapaciteiten heeft het voor vrouwen mogelijk gemaakt om meer ruimdenkend en assertiever te zijn. We zien steeds meer vrouwen die niet aarzelen om in het openbaar te spreken en zich duidelijk te uiten. In gemengde basisorganisaties krijgen vrouwen toegang tot verantwoordelijke functies. Volgens hun getuigenissen heeft bewustmaking over het gemeenschappelijke beheer van huishoudelijke middelen en een betere communicatie tussen man en vrouw, geleid tot een beter wederzijds begrip. Vrouwen getuigen dat ze onderhandelingsvaardigheden hebben verworven (inzicht, kennis, inkomen), wat betekent dat mannen er bij de besluitvorming rekening mee houden. Het empowermentprofiel dat door de partners van Solidagro wordt gebruikt, bestaat uit 4 elementen: de geletterde vrouw, de vrouw die haar middelen beheert, de vrouw met toegang tot productiefactoren en de vrouw met toegang tot krediet. Deze indicatoren zijn exponentieel geëvolueerd binnen de gemeenschappen waarmee de partners van Solidagro samenwerken.

Strijd tegen voedselonzekerheid, maar eveneens voor rechten

In Burkina Faso is het weinig gebruikelijk om je rechten op te eisen. De partners van Solidagro werken samen met leden van lokale gemeenschapsorganisaties, zodat die zich meer bewust worden van het lokale en nationale beleid en hun rechten kunnen claimen wanneer deze niet worden toegepast.

De niet-evidentie van het recht op voedsel

In Burkina Faso, waar Solidagro samen met zijn partners actief is, zijn de begunstigde landbouwers overtuigd van het belang van agro-ecologische praktijken om voedselonzekerheid en de gevolgen van de klimaatverandering te bestrijden. Toch is het er voor niemand vanzelfsprekend om over het recht op voedsel praten.

Daarom geven de partners van Solidagro niet enkel trainingen in agro-ecologische productietechnieken aan de leden van de basisorganisaties waar ze mee samenwerken. Ze willen hen ook laten begrijpen wat de onderliggende oorzaken zijn van het niet respecteren van hun recht op voedsel.

 

Gemeentelijk beleid dat hen aanbelangt

Om dit aan te pakken wilden de Solidagro-partners de leden van de basisorganisaties informeren over het gemeentelijk beleid dat hen aanbelangt. De partners deelden de sectorale beleidsdocumenten van de ministeries die verantwoordelijk zijn voor plattelandsontwikkeling. Ze organiseerden ook workshops waarin gemeenteambtenaren en technische overheidsdiensten, die verantwoordelijk zijn voor plattelandsontwikkeling, hun structuren voorstelden, evenals de verschillende aan hen toegewezen opdrachten, de uitgevoerde projecten en het nationale beleid dat aan deze projecten ten grondslag ligt.

Door deze informatie begrijpen de leden van de basisorganisaties dat er maatregelen getroffen worden door de overheid en door de gemeentebesturen om de voedselzekerheid te waarborgen, maar dat deze voorzieningen niet steeds worden geïmplementeerd.

Andere workshops waren meer specifiek gericht op de analyse van de uitvoering van gemeentelijke ontwikkelingsplannen. Hierdoor konden leden van de basisorganisaties de plichtsdragers identificeren die verantwoordelijk waren voor het niet realiseren van een aantal van hun rechten, en meer specifiek hun recht op voedsel. Het werd ook duidelijk dat de uitvoering van deze plannen op het vlak  van agro-ecologische maatregelen eerder beperkt is.

De leden van de basisorganisaties hebben sindsdien de overheden aangesproken over deze informatie, die onvoldoende wordt verspreid, en ook over het feit dat hun rechten op vlak van voedselzekerheid niet worden gerespecteerd.

Je leven in handen nemen om je leven te redden

Getuigenis van Diego, deelnemer aan een kappersopleiding voorgesteld door AMAR, KIYO partner in Brazilië

KIYO en haar partner AMAR liet me inzien dat hoe uitzichtloos mijn situatie ook leek, ik er zelf verandering in kon brengen. Als je zoals ik in de favela geboren wordt, heb je weinig kansen om uit de greep van de armoede te geraken. Alle middelen om te kunnen overleven zijn goed en dat haalt helaas het slechtste in de mens naar boven. Net zoals zoveel jongeren belandde ik hierdoor als tiener in de lokale drugwereld, als drugkoerier. Het was een gewelddadige wereld, waarin heel wat van mijn vrienden het leven lieten, maar het bracht geld op en dus kon ik overleven. Toch worstelde ik heel de tijd met het feit dat ik dagelijks mijn leven op het spel zette. Als ik er niet meer was, wie zou dan voor mijn familie zorgen.

Toen ik op zoek was naar een uitweg, zag ik via internet dat KIYO samen met haar partner AMAR gratis kapperscursussen aanbood.  Zij boden me de kans om te studeren, zodat ik de kennis kreeg om met een eerlijke job mijn geld te verdienen. Deze kans heb ik met beide handen gegrepen. En met succes! Tijdens de opleidingen leerde ik nieuwe technieken en vaardigheden zoals ondernemerschap, waardoor ik voor het eerst niet meer afhankelijk was van mijn omgeving. Na een opleiding van 6 maanden behaalde ik mijn certificaat van kapper.

Zo ben ik sinds kort de trotse eigenaar van mijn eigen kapperszaak. Het is een kleine zaak in de favela, maar ze levert genoeg op om voor mijn jonge gezin te zorgen en om mijn zoontjes de kansen te kunnen geven die zij verdienen. En dat betekent veel voor mij! Zij zullen niet meer moeten meemaken wat ik heb meegemaakt.

Nu ik mijn leven in eigen handen heb kunnen nemen, inspireer ik jongeren uit mijn buurt om hetzelfde te doen.

De participatie van kinderen in hun gemeenschappen

Burundi is één van de landen die het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind ondertekend hebben. Dit verdrag maakt uitdrukkelijk melding van het recht van kinderen op participatie in de besluitvorming die hen aanbelangt. Maar hoe kan deze participatie concreet in de praktijk gebracht worden?

In samenwerking met de vereniging Jumelage Jeunesse pour le Bien Etre des enfants et des jeunes richt KIYO ‘kinder- en jongerenclubs’ op. Na een opleiding over de rechten van het kind zetten de leden van deze clubs gemeenschapsplatformen op voor actie rond problematische kwesties die verband houden met de rechten van het kind en om invloed uit te oefenen op besluitvorming inzake de rechten van het kind.

 

Welke platformen zijn dit?

Deze platformen zijn ontmoetingskaders voor vertegenwoordigers van de kinder- en jongerenclubs op gemeentelijk niveau om gevallen van schendingen van de kinderrechten in de gemeenschappen te verzamelen en ze aan de lokale overheid voor te leggen om de omstandigheden te verbeteren.

 

Wat doen ze?

Deze gemeentelijke platformen maken een analyse van de aangewezen acties en coördineren de gemeenschapsactiviteiten van de kinderen.

Vervolgens richten ze zoneplatformen op om de communicatie over de gehele gemeente mogelijk te maken en tenslotte komen ze een dag per maand samen om de vastgestelde gevallen uit te wisselen en zo hun acties voor campagne op gemeentelijk niveau vorm te geven.

 

Welke acties van belangenbehartiging ondernemen de leden van de platformen?

  • Na het inventariseren van de gevallen van schending van de kinderrechten in hun gemeenschappen stellen de leden acties voor belangenbehartiging op;
  • Ze stellen brieven over de vastgestelde gevallen van schendingen van de kinderrechten op voor de overheden;
  • Ze eisen audiënties bij de autoriteiten om de gevallen toe te lichten. De betrokken overheden bestuderen de gevallen en bepalen de noodzakelijke oplossingen.

 

Dankzij de kinder- en jongerenclubs vergroten de kinderen hun kennis over met kinderrechten verbonden thema’s bij de leden van hun gemeenschap door de opleidingen die ze krijgen. Ze sensibiliseren hun vrienden en de leden van hun gemeenschappen ook met kleine theaterstukjes.

De Landbouworiëntatiewet in Mali, de verantwoordelijken kennen om hen beter te kunnen interpelleren

In Mali hebben de partners van Solidagro vorming gegeven over de wet die het werk van de basisorganisaties regelt, de Landbouworiëntatiewet. Dit heeft het mogelijk gemaakt voor de leden van deze organisaties om in dialoog te treden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de hinderpalen die zij ondervinden en om gezamenlijk oplossingen te vinden.

De Landbouworiëntatiewet

In Mali is het recht op voedsel nog helemaal niet gerealiseerd.  Om de fundamentele oorzaken van de realisatie van en het met de voeten treden van dit recht goed te kunnen aanpakken, hebben de partners van Solidagro (GAAS/Mali en ARAFD) ontmoetingsdagen georganiseerd om aan de ene kant bij de leden van de basisorganisaties (BO) de Landbouworiëntatiewet (LOW) bekend te maken en anderzijds om de hinderpalen vast te stellen die een goede uitvoering van deze wet bemoeilijken.

De LOW is een politiek referentiedocument en beschrijft de strategie op lange termijn van het land wat betreft de landbouw.  De doelstellingen zijn o.a. de economische en sociale promotie van de landbouwbevolking, de voedselsoevereiniteit van het land en de vermindering van de armoede in de landbouwregio’s.  De leden van de BO’s hebben, via de vorming over deze wet, begrepen dat dit kader hen toelaat erkend te worden als wettelijke gesprekspartners van de staat, en dat dit ook een mogelijkheid is om de landbouwpolitiek te volgen en te evalueren.  Maar dit delen van de verantwoordelijkheid werd onvoldoende ondersteund door de staat.

 

Verantwoordelijke wettelijke titularissen

De uitwisselings- en ontmoetingsdagen in verband met deze wet zijn de springplank geweest om de oorzaken te onderzoeken waarom de wet niet toegepast wordt.  De verantwoordelijkheid van de wettelijke titularissen wat betreft het niet respecteren van het betrekken van de landbouw BO’s en van het recht op voedsel van de gemeenschappen, werd vastgesteld.  Acties om te pleiten om dit wel toe te passen werden vervolgens opgestart door de rechthebbenden ten aanzien van de lokale autoriteiten en de lokale technische diensten, die werden geïdentificeerd als de eerste wettelijke titularissen, verantwoordelijk voor het niet toepassen van de LOW.

 

Overlegkaders

Als gevolg van dit pleidooi werden daarna overlegmomenten georganiseerd tussen de lokale autoriteiten, de gedeconcentreerde technische diensten en de BO’s.  Deze overlegrondes hebben de BO’s  toegelaten hun huidige werkzaamheden te tonen, een overzicht te geven van de ondervonden moeilijkheden en te preciseren wat van de staat en de lokale besturen wordt verwacht om deze problemen op te lossen.  De partners zelf hebben de installatie van de nodige instrumenten voor de LOW erdoor geduwd, hetgeen de staat niet had gedaan.

 

BO’s en netwerken

Om bij te dragen aan het verbeteren van de mogelijkheden van de rechthebbenden om hun rechten te kennen, om in staat te zijn deze op te eisen en ze gerealiseerd te zien, hebben de Malinese partners ontmoetingen georganiseerd tussen de BO’s over het werken in netwerken.  BO’s waarmee Solidagro werkt, zijn op deze manier deel gaan uitmaken van verschillende bestaande netwerken en/of hebben zich gegroepeerd in producentenverenigingen.

Werken aan de inclusie van vrouwen in de landbouwwereld in Mali

De partners van Solidagro in Mali willen, teneinde de inclusie van vrouwen te verwezenlijken, de pariteit van mannen en vrouwen op alle manieren en op alle niveaus stimuleren. Fatouma brengt een getuigenis van de gevolgen van deze acties op het leven van haar familie en haar gemeenschap.

Ik heet Fatouma en ik woon in een klein dorp in Mali. Ik ben 42 jaar, getrouwd en moeder van 7 kinderen. Ik woon in een polygame familie. Ik ben lid van de basisorganisatie (BOe) van Molibémo.

Dankzij de acties die werden gevoerd door de partners van Solidagro, heb ik begrepen dat het nodig is deel uit te maken van een organisatie om zich te kunnen ontplooien, en dat het nodig is dat er een permanente dialoog is tussen de man en de vrouw om het welzijn van het huishouden te verzekeren. Ik ben me er nu ook van bewust dat er een landbouwpolitiek is in Mali, hoe deze werkt en op welke domeinen deze kan worden toegepast.

Sinds de opstart van dit project, heeft er zich een aanzienlijke verandering voltrokken in mijn eigen leven en in het leven van de gemeenschap in het algemeen. Dankzij een verlichting van mijn huishoudelijke taken, kan ik actiever deelnemen aan de debatten over de problemen die we ondervinden en de maatschappelijke projecten die ons aanbelangen.

 

De partners van Solidagro in Mali leggen de klemtoon op de verbetering van de situatie van de vrouwen door positieve acties die de pariteit tussen mannen en vrouwen stimuleren op alle niveaus en op een inclusieve wijze. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de deelname van vrouwen aan de activiteiten (aanpassing van de tijdstippen), en aan de debatten (iedereen aan het woord laten), maar ook aan het feit dat de vrouwen een gelijke toegang zouden hebben tot de voorziene steun en tot de opbrengsten van de projecten van de partners van Solidagro. De opleidingen die worden gegeven aan de vrouwen op het vlak van gender, het leiderschap door vrouwen, het pleidooi en de verschillende sensibiliseringsacties gericht op de eigenaars van gronden, hebben de vrouwen toegelaten om niet alleen toegang te hebben tot de gronden, maar hebben ook hun zelfvertrouwen doen toenemen, hun vertegenwoordiging in de beheerscomités en de instanties die beslissingen nemen verbeterd, en hebben ook hun vaardigheid verhoogd om met de mannen te onderhandelen.

Het vraagstuk van de toegang van vrouwen tot grond werd door de twee Malinese partners bij de eigenaars van de gronden in hun werkingszone aangekaart. Het pleidooi heeft ertoe geleid dat vrouwen gronden in bruikleen krijgen voor teelten onder regenval en voor de groenteteelt. Gemeentebesturen zelf hebben zich geëngageerd om gronden af te staan aan vrouwen.

De gemeenschapsgroepen voor sparen en krediet, een bron van economisch herstel en solidariteit

In Burundi hebben achtergestelde mensen geen garanties en vaak zijn ze onvoldoende geïnformeerd over de financiële producten die hun leven kunnen verbeteren. De spaargroepen die KIYO met haar lokale partners organiseert kunnen deze lacunes opvullen en toegang tot het financiële systeem makkelijker en minder intimiderend maken.

Traditionele financiële instellingen zijn niet altijd in staat om te voorzien in de financiële behoeften van de armste mensen. Toch moeten deze mensen toegang hebben tot kleine bedragen aan spaargeld en krediet om onregelmatige inkomsten af te vlakken, geplande uitgaven te garanderen, tijdig te investeren en te reageren op noodsituaties. Door het creëren van zelfhulpgroepen in de gemeenschappen waar ze aanwezig zijn, creëren KIYO en haar lokale partner FVS-Amade sociale banden, gemeenschapsverankering en hoop.

 

De solidariteitsgroepen bestaan uit een dertigtal leden, meestal uit dezelfde wijk. Ze komen een keer per week samen en sparen geld via drie verschillende kassen gedurende een jaar. De eerste kas noemen ze de kapitaalkas. De gespaarde fondsen worden bij een microkredietinstelling geplaatst (die niet toegankelijk is voor kleine bedragen) en woden verdeeld onder de leden zodat ze uitzonderlijke uitgaven (vaak aan hun leven als landbouwer verbonden) kunnen doen. De tweede kas is een solidariteitsfonds die leden of hun gezinsleden kan helpen, bijvoorbeeld bij een hospitalisatie. De derde kas is bestemd voor de wezen en andere kwetsbare kinderen (OEV) van de gemeenschap en kan bijvoorbeeld dienen om materiaal te voorzien bij het begin van het schooljaar. De lijst van OEV’s die hier beroep op mogen doen wordt opgesteld met behulp van het CPE (Comité ter bescherming van het kind) van de gemeenschap en bevat in principe geen kinderen van leden van de groep. Als de groep goed draait kan er ook een gezondheidsmutualiteit aan toegevoegd worden.

 

« Glorieuse heeft niet gestudeerd, maar door haar lidmaatschap van de groep krijgt ze een plaats op hetzelfde niveau als de anderen. Dankzij de groep bloeit ze open. Haar kinderen gaan naar school en hebben genoeg te eten. Nu ze een financiële opleiding gekregen heeft denkt ze anders. Ze voorziet in haar behoeften. »

 

In eerste instantie biedt de solidariteitsgroep een individuele aanpak die nodig is om het vertrouwen te winnen van een bevolking die door jaren van conflict behoorlijk gedestabiliseerd is. Maar wanneer de groep geleidelijk aan begint te functioneren en aan vertrouwen wint, gaat ze over naar een meer collectieve aanpak: van het voorzien van een gemeenschappelijke opslagplaats tot de oprichting van een coöperatieve van meerdere solidariteitsgroepen van dezelfde gemeenschap om een machine voor de verwerking van rijst te kopen. De groep biedt ook een garantie op een zekere rust binnen de gemeenschap omdat de gezinnen van de groepen beschermd zijn tegen vormen van manipulatie waar personen die tot alles bereid zijn om te kunnen overleven niet aan kunnen weerstaan.

Rekening houden met gender: een uitdaging in Burundi

Vandaag de dag moedigen we vrouwen en meisjes aan om te vechten voor hun plaats in samenlevingen waar cultuur, tradities en godsdienst op een voetstuk worden geplaatst. Maar welke hefbomen hebben we om hun initiatieven een boost te geven?

In Burundi is er geen volledige gendergelijkheid omdat er een combinatie is van mogelijkheden en uitdagingen zowel op het niveau van het wettelijke kader als op het niveau van culturele en sociaal-normatieve kader.

Op het gebied van vrouwenrechten in het algemeen beschikt Burundi over een gediversifieerd juridisch arsenaal, met name de grondwet en de internationale verdragen. De kern van de huidige uitdagingen is echter een gebrek aan kennis van het recht, waarschijnlijk als gevolg van de tekortkomingen in de verspreiding en de popularisering ervan, die zelf inherent zijn aan een gebrek aan de nodige middelen, zowel menselijk als financieel, in overeenstemming met de omvang van het probleem[1].

 

Op het vlak van de cultuur is de mentaliteit op het vlak van genderkwesties vrij hardnekkig. In de maatschappij is de plaats van de man, baas van het huishouden, en die van de vrouw, in de eerste plaats in dienst van haar huishouden, verankerd in alle lagen. In deze context van rigide sociale normen nemen de operationele partners van KIYO de taak op zich na te denken over deze kwestie, over hun positie en dit kan leiden tot een duurzame evolutie van de standpunten, de gewoonten en de mentaliteit.

 

In samenwerking met lokale partnerorganisaties zet KIYO strategieën op om het evenwicht te herstellen en de gelijkheid tussen man en vrouw in hun interventiegebied te bevorderen. Op het niveau van de activiteiten wordt aandacht besteed aan de specifieke behoeften van meisjes – belanghebbenden in het programma.  Er wordt ook aandacht besteed aan de bevordering van de gelijkheid tussen man en vrouw in de gemeenschapsstructuren waar het programma mee samenwerkt, met name door te zorgen voor pariteit in de solidariteitsgroepen, de jongerenclubs, de comités voor de bescherming van het kind, enz.

 

De solidariteitsgroepen (GS) voor sparen en kredieten verdienen een vermelding omdat ze een middel zijn om het respect voor vrouwen in de context van het Burundese platteland te bevorderen. Het project dat deze solidariteitsgroepen opzet vertegenwoordigt een inclusieve dimensie op het vlak van gender want dankzij dit project kunnen vrouwen op het platteland, die door de traditie uitgesloten waren uit het economisch systeem, een plaats vinden door zich aan te sluiten bij solidariteitsgroepen. Deze vrouwen zijn nu de drijvende kracht in de ontwikkeling van de gezinnen en hun bijdrage is enorm in de gemeenschapszorg voor weeskinderen en andere kwetsbare kinderen (OEV).

 

KIYO geeft kinderen en jongeren ook de gelegenheid zich uit te spreken over gedrag van genderongelijkheid door hun ouders en oudere broers of zussen dat zelfs de oorzaak is van gendergerelateerd geweld in sommige gezinnen. Deze mentaliteitswijziging -door bewustmakingsacties en verschillende andere strategieën- is dus de hefboom die KIYO in Burundi gebruikt om meisjes en vrouwen volop van hun rechten te laten genieten en hen toegang te geven tot dezelfde mogelijkheden als jongens en mannen.

[1] http://french.xinhuanet.com/2017-05/22/c_136305252.htm