Hoe Centro Felix Varela het Cubaanse klimaatplan in praktijk brengt

Cuba, een eiland in de Caraïben, is meer dan andere landen blootgesteld aan de effecten van klimaatverandering. De Cubaanse staat heeft dat goed begrepen en voert een sterk klimaatbeleid met een ambitieus actieplan voor de volgende 100 jaar. Centro Felix Varela, een partner van Viva Salud en Cubanismo.be, neemt actief deel aan het plan.

Een ambitieus klimaatplan

De Cubaanse staat heeft een strijdplan opgestart tegen de klimaatverandering onder de naam “Tarea Vida”, wat zoveel betekent als “Plan voor het leven”. Dit plan is gebaseerd op onderzoek naar klimaatsveranderingen van de Academie voor Wetenschappen van Cuba in 1991. De resultaten en aanbevelingen van dit grootse project, over de gevaren voor en de kwetsbaarheid van de Cubaanse kusten, heeft geleid tot een plan met strategische acties in 11 domeinen.

Centro Felix Varela is een actieve speler in dit programma. Het centrum heeft als opdracht actiemiddelen te ontwikkelen om Cubanen te sensibiliseren rond de risico’s van klimaatopwarming en hun algemene kennis hierover te verbeteren. Het centrum werkt ook aan een betere participatiegraad van de bevolking in de strijd tegen de klimaatverandering en aan de bewustwording om te besparen op het gebruik van water.

Om het hoofd te bieden aan klimaatverandering en de effecten ervan is milieu-educatie en bewustwording van groot belang. Daarom ontwikkelt Centro Felix Varela educatieve acties gebaseerd op de methode van “Green Mapping”.

 

“Green Mapping”, wat is dat?

Dit is een unieke methode waarbij de bewoners zélf de natuurlijke bronnen in hun leefmilieu in kaart gaan brengen. En dit in de letterlijke zin van het woord! Gewapend met een papieren plan met een legende onderzoeken ze naar hun directe, lokale leefmilieu. Elke site met een ecologische, sociale of culturele waarde correspondeert met een bepaald symbool. De bewoners leren op die manier hun leefomgeving beter kennen, door het detecteren van problemen en door het zoeken naar oplossingen met de lokale overheden.

Concrete voorbeelden: een put met vervuild water, een speelplein dat toe is aan renovatie, de ontdekking van een vergeten maar rijk stukje bos, een gemeenschapscentrum met een aangrenzend terrein dat dienst kan doen als voetbalveld, …

Hun slogan: ‘si mapea con amor, tu barrio sera mejor‘, wat vertaald kan worden als: ‘breng je wijk in kaart met liefde, en je wijk zal verbeteren’. “Green Mapping” in Cuba wordt georganiseerd door een nationaal netwerk en gecoördineerd door Centro Felix Varela.

 

Concrete acties en resultaten

Het netwerk heeft als doel vormingen te organiseren rond klimaatverandering en de de effecten ervan op het dagelijkse leven. Deze vorming heeft geleid tot de ontwikkeling van ecologische risicokaarten, die de gemeenschappen en lokale overheden sensibiliseren en informeren over de kwetsbaarheid van hun leefomgeving.

Een van de grootste bedreigingen in Cuba is de droogte. 71% van het Cubaans grondgebied is onderhevig aan droogte, en 33% daarvan aan gemiddelde tot extreme droogte. De drinkwaterreservoirs in de hoofdstad Havana zijn slechts gevuld tot 19% van hun totale capaciteit.

Centro Felix Varela zorgt voor de verspreiding van informatie bij een breder publiek via audiovisuele middelen, exposities en conferenties. Bovendien hebben ze de hydraulische infrastructuur van verschillende gemeenschappen nagekeken. Deze controle heeft geleid tot concrete aanpassingen. In de gemeente Venezuela bijvoorbeeld, die sterk door droogte wordt geteisterd, hebben ze reservoirs geïnstalleerd en waterfilters verspreid om de toegang tot water te garanderen voor het meest kwetsbare deel van de bevolking. De lokale overheid heeft eveneens de installatie van een waterzuiveringsstation goedgekeurd.

Dankzij deze controle, de verspreiding van kennis, van kaarten en concrete actie, heeft het centrum al de volgende zaken kunnen realiseren:

  • de opleiding van klimaatcoaches;
  • bewustmaking van het belang van recyclage en het rationeel gebruik van water;
  • bewustmaking rond agrarische ecologie;
  • het opstarten van workshops voor het bewaren van voedsel;
  • een halt aan het gebruik van pesticiden;
  • het aanplanten van gewassen die resistent zijn tegen ongunstige klimaatsituaties;
  • het schoonmaken van stranden, rivieren en kusten
  • herbebossing, vooral van de mangroves;
  • het maken van een brochure over cyclonen voor Cubaanse studenten.

Duurzame ontwikkelingssamenwerking: een kwestie van rechten

Als we het hebben over ontwikkelingssamenwerking of internationale solidariteit valt het woord ‘rechten’ ongetwijfeld. Toch zien we in de praktijk nog al te vaak projecten die bepaalde problemen willen verhelpen zonder de oorzaken aan te pakken. Daarom maakten Viva Salud, KIYO en Solidagro samen met Docwerkers een video waarom het rechtenverhaal zo belangrijk is voor een duurzame ontwikkelingssamenwerking. 

De 4 pijlers van het rechtenverhaal

Deze video is gebaseerd op een visietekst van Viva Salud, KIYO en Solidagro. In deze visie beschrijven we de 4 pijlers van de rechtenbenadering die overeenstemmen met de rubrieken van de website. Het gaat om de volgende pijlers:

  • Spreken over rechten in plaats van over noden
  • De rol van de overheid
  • Rechthebbenden als actoren van verandering
  • Een goede analyse als basis

 

5 strategieën om rechten af te dwingen

In deze visietekst stellen we ook 5 strategieën die voor ons essentieel zijn om de rechtenbenadering toe te passen in de sector van ontwikkelingssamenwerking:

  • capaciteitsversterking
  • empowerment
  • directe dienstverlening
  • beleidsbeïnvloeding
  • draagvlakversterking

 

De rechtenbenadering toegepast op de coronacrisis

De coronapandemie is een verhaal van mensenrechten. Door de aanpak van de crisis komen die rechten op verschillende vlakken en plekken in de wereld nog meer onder druk te staan, voor de meest kwetsbare groepen in het bijzonder. Daarom inspireert de rechtenbenadering ons ook in de strijd tegen het coronavirus en de sociale, economische en politieke gevolgen ervan.

 

Als we van de strijd tegen het coronavirus een geslaagde onderneming willen maken, zetten we beter onze mensenrechtenbril op. De mensenrechtenbril helpt ons om de grondoorzaken van ongelijkheid te zien. In plaats van te spreken over de noden van de bevolking, legt de rechtenbenadering de structurele onrechtvaardigheden van de coronacrisis bloot. Hoe kan je bijvoorbeeld de quarantaine- en hygiënemaatregelen naleven als je met zeven personen in een kamer woont? Of wat als je in een vluchtelingenkamp een toilet moet delen met tientallen anderen?

 

Als we een situatie bekijken vanuit een rechtenbenadering zien we ook de actoren die verantwoordelijk zijn om onze rechten te verdedigen, te beschermen en te vervullen. Als we erkennen dat iemand een recht heeft, de rechthebbenden, dan erkennen we ook dat iemand anders een plicht heeft, de plichtsdragers. De coronacrisis heeft aangetoond dat overheden de belangrijkste plichtsdragers zijn. Zij staan garant voor de rechten van de bevolking en kunnen beslissen om tijdelijk fundamentele basisrechten en -vrijheden op te schorten in tijden van crisis.

 

Ten slotte plaatst de rechtenbenadering de bevolking centraal. Het is een benadering die vertrekt vanuit het potentieel van mensen om zichzelf te versterken om hun rechten te vervullen en hun eventuele afhankelijkheid van hulp te overstijgen door zich te organiseren. Burgers worden actoren van verandering in plaats van passieve slachtoffers. In verschillende landen zoals Brazilië, Palestina of Congo bijvoorbeeld gaan jongeren van deur tot deur om hygiënische kits uit te delen in de strijd tegen corona.

 

 

Op vele plekken in de wereld zien we dat burgers het heft in handen nemen en de straat op trekken om van de overheid verandering te vragen zodat hun rechten worden gerespecteerd. Enkel als mensen zich verenigen en opkomen voor hun rechten, kunnen ze deze afdwingen en zijn structurele veranderingen mogelijk.

 

> Ontdek onze visietekst over de rechtenbenadering

Allemaal helden van de zorg

Met de campagne ‘Only Fighters Win’ zet Viva Salud de belangrijke rol van sociale bewegingen in de kijker. De helden van de zorgsector staan niet alleen. Ze krijgen de steun van sociale bewegingen in verschillende sectoren. Allemaal helden van de zorg!

> Download de paper ‘Allemaal helden van de zorg’

 

De coronacrisis raakt iedereen. Toch is de impact niet voor iedereen gelijk. Het coronavirus heeft bestaande ongelijkheden in de samenleving blootgelegd en diept ze verder uit.

 

Gezondheidswerkers, arbeiders en gemarginaliseerde groepen lopen veel meer risico op een besmetting met het coronavirus en om die besmetting met hun leven te bekopen. Het is duidelijk dat onze gezondheidssystemen het recht op gezondheid niet voor iedereen kunnen garanderen.

 

Om de druk op ziekenhuizen en zorgpersoneel te verlagen en de pandemie in te dijken, nemen regeringen ingrijpende maatregelen. Zonder veilige afstand, handhygiëne en mondmaskers zouden meer mensenlevens in gevaar komen en zou de impact van de pandemie veel groter zijn.

 

Maar in sommige landen komen mensenrechten onder druk door die maatregelen. Sommige overheden perken democratische vrijheden voor onbeperkte tijd in en grijpen naar de grote middelen om de quarantainemaatregelen te handhaven.

 

Sociale bewegingen zijn meer dan ooit nodig nu het recht op gezondheid van miljarden mensen in gevaar is.

 

Een aantal overheden gebruikt de coronacrisis ook tegen sociale bewegingen en mensenrechtenverdedigers. Ze sluiten sociale organisaties uit van de besluitvorming, criminaliseren protest, dwarsbomen levensnoodzakelijk humanitair werk en activisten zijn het slachtoffer van politiegeweld.

Nochtans hebben we sociale bewegingen meer dan ooit nodig nu het recht op gezondheid van miljarden mensen in gevaar is. De gevolgen van de coronacrisis zullen nog jarenlang voelbaar zijn en op zeer ongelijke manier in de samenleving verdeeld zijn. Sociale bewegingen spelen een belangrijke rol om erop toe te zien dat de aanpak van de gevolgen sociaal rechtvaardig gebeurt.

 

Als we het recht op gezondheid voor iedereen willen garanderen en in een maatschappij willen leven die er na corona gezonder, ecologischer en sociaal rechtvaardiger uitziet, moeten sociale bewegingen alle ruimte krijgen om hun rol op te nemen. Ze moeten burgers kunnen informeren en mobiliseren, protesteren en solidariteit stimuleren, politieke eisen formuleren en het beleid controleren en bekritiseren.

 

Bovendien kan een gezondheidscrisis die globaal is alleen opgelost worden door internationale samenwerking. Daarom roepen we met deze campagne ook de Belgische overheid op om te blijven investeren in internationale solidariteit. Zo kunnen sociale bewegingen wereldwijd hun strijd voor het recht op gezondheid, een sterke publieke gezondheidszorg en sociale rechtvaardigheid voortzetten. Want alleen zij die ervoor strijden kunnen winnen. Het zijn allemaal helden van de zorg. Only fighters win!

Voedsel Anders en de rechtenbenadering

Voedsel Anders is een groeiende beweging voor agro-ecologie. Deze organisatie bestaat uit 25 lidorganisaties, waarbij elke organisatie haar expertise inbrengt. Solidagro ondersteunt het netwerk voornamelijk via het mee organiseren van activiteiten om zo te zorgen voor een bredere agro-ecologische beweging.

Groeiende beweging voor agro-ecologie

Onze voedselvoorziening kampt met een aantal ernstige knelpunten. De intensieve manier waarop we onze landbouw organiseren leidt vaak tot negatieve impact. Voedsel Anders is ervan overtuigd dat een duurzaam landbouw- en voedselsysteem mogelijk is en geeft een positief alternatief voor het huidige destructieve landbouwmodel.

 

Voedsel Anders ondersteunt en verdedigt de transitie naar duurzame landbouw en voeding op een positieve, verbindende manier.

 

Voedsel Anders wil op een sociaal verantwoorde manier de impact van onze voedselproductie op het milieu aanzienlijk verkleinen. Het netwerk schuift zowel wetenschappelijk onderbouwde als praktisch getoetste alternatieven naar voren. Ze kaart knelpunten met een constructief-kritische blik aan en stelt haalbare oplossingen voor.

 

Agro-ecologie

Om te kunnen zorgen voor een radicale verandering binnen ons landbouw- en voedselsysteem, worden bij Voedsel Anders alle dimensies van agro-ecologie tegelijkertijd aangepakt: zowel de ecologische, de socio-culturele, de economische als de politieke dimensie.

Agro-ecologie wordt dus beschouwd als een holistisch, ondeelbaar geheel. Op deze manier draagt agro-ecologie bij tot een oplossing voor de grondoorzaken van de uitdagingen waarmee onze maatschappij vandaag geconfronteerd wordt.

 

Agro-ecologische principes krijgen wereldwijd steeds meer erkenning en worden in praktijk gebracht door boeren in samenwerking met burgers en wetenschappers.

 

De basisprincipes van de rechtenbenadering

Voedsel Anders werkt inherent volgens de basisprincipes van de rechtenbenadering:

 

  • Rechten in plaats van noden

Voedsel Anders stelt de huidige context van het internationaal handels- en landbouwbeleid in vraag. Ze streeft naar een transitie binnen het voedings- en landbouwsysteem en betrekt rechthebbenden zoals boeren en burgers bij hun standpuntbepaling. Op deze manier komt Voedsel Anders op voor de rechten van (kleine) boeren en van de bevolking.  

 

  • De rol van de overheid

Voedsel Anders ziet de overheid als plichtsdrager voor het realiseren van agro-ecologie. De overheid moet via haar beleid zorgen voor de juiste financiële prikkels en tools (bv. verbeterde toegang tot grond) voor boeren, verwerkers en consumenten, zodat zij duurzaam voedsel kunnen produceren én consumeren. Dit geldt zowel voor de Europese beleidsmakers als voor deze in de deelstaten.

 

  • Rechthebbenden als actoren van verandering

Iedereen kan zich aansluiten bij Voedsel Anders: zowel burgers, bedrijven (verwerkers) als organisaties. Op deze manier wordt elke rechthebbende gezien als een krachtige actor van verandering. Mensen kunnen op deze manier zichzelf versterken om hun rechten te vervullen en kunnen zich organiseren binnen een breder netwerk.

 

  • Een goede analyse als basis

Voedsel Anders hecht veel belang aan een grondige analyse over de structurele problemen binnen ons landbouw- en voedselsysteem. Een beleidswerkgroep met deelnemers van verschillende lidorganisaties besteedt in haar denkwerk aandacht aan de schending van rechten voor boeren en burgers en onderzoekt wat nodig is om hierin verandering te brengen.

 

Strategieën van de rechtenbenadering binnen Voedsel Anders

Voedsel Anders gebruikt verschillende strategieën om verandering bij de rechthebbenden en plichtsdragers te bewerkstelligen. Ze focust voornamelijk op beleidswerk en op bewustwording en capaciteitsversterking van producenten en consumenten om zo het draagvlak voor agro-ecologie te versterken.

 

Beleidsbeïnvloeding

Verschillende problemen en uitdagingen binnen het landbouw- en voedselsysteem zijn het gevolg van beleidskeuzes. Een belangrijk onderdeel van het beleid is het creëren van de juiste financiële mechanismen die boeren, werkend volgens agro-ecologische principes, ondersteunen. Een ander wezenlijk onderdeel is het investeren van middelen in onderzoek naar agro-ecologie. Voedsel Anders oefent invloed uit op het beleid zowel via rechtstreekse dialoog als door het opzetten van burgerinitiatieven in samenwerking met boeren.  

 

Capaciteitsversterking

Voedsel Anders versterkt de 25 lidorganisaties die deel uitmaken van deze beweging. Ook burgers, bedrijven en andere organisaties die zich aansluiten bij Voedsel Anders worden versterkt via het organiseren van netwerkmomenten waarbij deelnemende organisaties leren van elkaar, het faciliteren van uitwisseling tussen lidorganisaties rond allerhande topics, het opzetten van debatten en workshops voor het brede publiek en het uitwisselen van inhoudelijke artikels en opiniestukken.

 

Draagvlakversterking

Voedsel Anders richt zich op het creëren van een beweging rond agro-ecologie om het draagvlak ervan te vergroten en te versterken. Dit wordt gerealiseerd door het organiseren van diverse evenementen en het aanbieden van inhoudelijke kennis.

Voedsel Anders wil dus bijdragen tot het verbreden van de transitiebeweging en burgers, bedrijven en organisaties inspireren rond agro-ecologie als concept voor een alternatief en duurzaam voedselsysteem.

 

Meer weten? Lees hier het manifest van Voedsel Anders dat elke partnerorganisatie onderschrijft.

Candelária-campagne tegen het buitengerechtelijk doden van kinderen

De Candelária-campagne voor kinderrechten, die jaarlijks doorgaat tussen mei en augustus, is een platform geworden voor de promotie van het Kinderrechtenverdrag en de nationale jeugdwet van Brazilië (ECA).

Het jaarlijkse thema van Candelária in 2019 was het beëindigen van het geweld tegen de jeugd en de grondwettelijke handhaving van de ECA-jeugdwet als middel om dat doel te bereiken. Elk jaar nemen meer dan 2000 kinderen en jongeren deel aan een mars door het centrum van Rio de Janeiro. Jonge circusartiesten van KIYO’s lokale partner SER voerden een live theateract op. Dit kwam ter sprake in de lokale media en in openbare hoorzittingen waar overheidsvertegenwoordigers samen met het maatschappelijk middenveld debatteerden over de ECA.

 

De Candelária-campagne heeft in 2019 ook een concreet platform voor aanbevelingen aan beleidsmakers voortgebracht. Het “Committee for the prevention and fight against the killings of youth in Rio de Janeiro”, is een initiatief dat overheidsdiscussies en -beslissingen met betrekking tot de preventie van kindermoord monitort. Het comité bestaat uit jeugdleiders, actoren uit het maatschappelijk middenveld en verschillende vertegenwoordigers van juridische en overheidsinstellingen. In de huidige context waarin jaarlijks 35.500 jongeren worden gedood, waarvan 30% door politiediensten, versterken de KIYO-partners het nieuwe comité met gouvernementele- en niet-gouvernementele actoren.

http://www.ipea.gov.br/atlasviolencia/download/19/atlas-da-violencia-2019

Hoe staat het met agro-ecologie in Bolivia?

Wanneer u kan kiezen tussen een sla gekweekt in chemicaliën (pesticiden, herbiciden of insecticiden) of een andere, zonder chemicaliën, op biologische wijze gekweekte sla – welke zou u dan kopen?

Op de Boliviaanse markt wordt zelden gevraagd hoe de groenten werden gekweekt, nochtans zijn er boeren die kiezen voor de biologische manier, en er zijn anderen die met chemische bestrijdingsmiddelen hun sla kweken.

De agro-industrie uit het laagland van Bolivia heeft de afgelopen jaren een zeer sterke lobby gehad bij de overheid in La Paz, waardoor de deur wagenwijd werd opengezet voor chemische bestrijdingsmiddelen en genetische gemanipuleerde gewassen. De enorme bosbranden in de Chiquitania, rond september 2019 waren het gevolg van overheidsbeleid om de landbouwgrond vrij te maken voor monocultuur van bijv. soja. In deze context groeide het besef van vele actoren in Bolivia, die zich sterk maken voor agro-ecologie, dat het de hoogste tijd is om de krachten te bundelen en zodoende tegenwicht te bieden.

 

MAB – Boliviaanse Agro-ecologisch Beweging

Begin 2020 kwamen verschillende instellingen, platformen, ngo’s en agro-ecologische producenten samen in La Paz om de stand van zaken over deze alternatieve voedselproductievorm te evalueren en om een beleidsstrategie te ontwerpen voor de promotie ervan tot op nationaal niveau. Ze noemen zichzelf de ‘Boliviaanse Agro-ecologisch Beweging’ (MAB – Movimiento Agroecológico Boliviano). In maart 2020 werd wederom een stap gemaakt richting de verdere consolidering van deze nieuwe agro-ecologische beweging.

Solidagro ondersteunt de beweging met de participatieve ontwikkeling van een strategie voor sensibilisering en beleidsbeïnvloeding. Hieruit kwamen drie speerpunten naar voren:

  1. Meer investering en ondersteuning van de agro-ecologische producenten op landelijk niveau.
  2. Sensibilisering van consumenten over het belang van gezonde voeding.
  3. Promotie van de korte keten: directe verkoop van ecologische producenten aan de consument van gezond voedsel.

 

Agro-ecologisch produceren, systemische aanpak

“Het is veel gemakkelijker om een conventioneel product te produceren. Je krijgt een plaag en je zet er insecticide op; je krijgt een onkruid en je zet er herbicide op; je bodem is slecht, je zet er kunstmest op. Agro-ecologische productie gaat verder, je herstelt de bodem door een reeks praktijken zoals gewasrotatie, rotatie van percelen, voorbereidde input, enz. De productie is dus erg complex, maar het is echt duurzaam omdat we het milieu niet schaden en we de biodiversiteit respecteren en we in principe werken met lokale inputs, om niet afhankelijk te zijn van externe inputs,” zegt de technisch directeur van de Vereniging van Organisaties van Ecologische Producenten van Bolivia, Lourdes Vargas, een entiteit die 70.000 agro-ecologische producenten in het hele land samenbrengt.

 

Wat de productie betreft, hebben de organisaties die samen de MAB vormen, de klimaatverandering geïdentificeerd als een van de belangrijkste gevaren die worden aangemoedigd door het conventionele voedselproductiesysteem. En die, dubbel, ook de agro-ecologische productie beïnvloedt door het verzwakken van de bodem en het ecosysteem.

“Als we een goede bodem hebben, zullen we goede gewassen hebben; als we goede gewassen hebben, zullen we goed voedsel hebben; en als mensen goed voedsel eten, zullen ze gezond zijn. We moeten ook denken aan de vele generaties die na ons nog zullen komen,” zei Germán Vargas van de Agroecology and Faith Association of Cochabamba.

 

“Degenen die zichzelf als voorstander van de agro-ecologie beschouwen moeten een systematische aanpak hebben: ik kan niet het ene uur agro-ecologisch zijn en het andere uur niet, ik kan niet thuis agro-ecologisch zijn en buitenhuis een onwetende consument zijn, ik kan niet werken in een agro-ecologische instelling en terug naar huis gaan en een ‘junkie-consument’ zijn. Het is belangrijk om dit bewustzijn binnen elke persoon, familie en uiteindelijk binnen elke instelling te stimuleren”, aldus Maria Julia Jimenez, coördinator van de Slow Food-beweging in Bolivia, die werkt aan de productie van goed, eerlijk en schoon voedsel, en dat in tegenstelling tot fastfood.

 

Overheid steun?

Tot slot werd vastgesteld dat het gebrek aan overheidsbeleid op gemeentelijk, departementaal en nationaal niveau de groei en de bevordering van agro-ecologie belemmert. Men ziet dat de agro-industrie van soja, olie en andere producten, die zich voornamelijk in het oostelijke deel van Bolivia bevinden, het meest profiteren van het overheidsbeleid.

 

“We hebben het gehad over het gebrek aan duidelijkheid in het staatsbeleid. We zien dat alle ministers en viceministers die verantwoordelijk zijn voor een deel van het probleem waar we mee te maken hebben, een zeer beperkt budget hebben en dat de staat bovendien over het algemeen de voorkeur geeft aan sojaboeren, veehouders, grote producenten die pesticiden gebruiken, enzovoort. Dit voor politiek of economisch gemak. We hebben het gevoel dat er een soort van dubbel discours is, dus we willen graag opheldering. Wil je echt dat we de voorkeur geven aan gezonde voeding of is het slechts een zoethouder om ons tot zwijgen toe te bewegen? Dat is wat we gemakzuchtig beleid noemen”, legt de voorzitter van de Vereniging van Boliviaanse Chef-koks, Pierre Van Oost, uit.

MAB probeert via deze bijeenkomsten, in lijn met de strategie voor beleidsbeïnvloeding, meer instellingen te betrekken om een grotere politieke impact te bereiken. In eerste instantie op lokaal en vervolgens op nationaal niveau, legde Enrique Torrejón, coördinator van het Sustainable Food Systems Program van de Nationale Unie van Instellingen voor Maatschappelijk Actiewerk (UNITAS), nog uit.

Gemeentelijk wetgeving voor de bescherming van water in Bolivia

Water is leven, maar wat als er steeds minder water is? Houdt het leven dan ook op? Solidagro zet daarom meer en meer bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden op de eerste plaats!

Water is leven” is een veel gehoorde uitspraak in de Cono Sur regio (Bolivia). Omgekeerd geldt hier ook dat zonder water geen leven mogelijk is. Dit is in toenemende mate de realiteit voor veel boeren in Cochabamba, waar Solidagro en haar partners Agrecol, Aynisuyu en INCCA (Instituto de Capacitación Campesina) actief zijn. Gedwongen migratie naar de stad door gebrek aan water is hier aan de orde van de dag.

 “Vroeger was hier een waterbron” hoort Solidagro steeds vaker wanneer ze boerendorpen bezoeken.

 

Dit heeft Solidagro en hun partners aan het denken gezet na meer dan 10 jaar uitvoeren van rurale projecten rond voedselzekerheid. Irrigatie was altijd een centraal element in deze projecten en met succes. Veel boeren hebben hun oogst kunnen verdubbelen door toegang tot irrigatiewater. Maar voor hoe lang nog?

 

Inmiddels is Solidagro en zijn partners sinds 2018 bezig in de Cono Sur regio bestaande uit 12 rurale gemeenten met de participatieve ontwikkeling van gemeentelijke wetgeving voor de bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden. Dit proces begint nu haar vruchten af te werpen. In september 2019 keurde de gemeente Vila Vila haar wet goed en in andere gemeenten van de Cono Sur wordt aan de weg getimmerd. In Pasorapa beleefde Solidagro onlangs de eerste watertop waar met een grote vertegenwoordiging van basisorganisaties en de gemeentelijke overheid de basis werd gelegd voor nieuwe wetgeving voor integraal waterbeheer.

In totaal hebben naast Vila Vila nog 8 gemeenten in Bolivia wetgeving voor de bescherming van hun waterbronnen en infiltratiegebieden. De gemeenten die hier werk van maken mogen we dus onder de pioniers rekenen (bron: Normativa municipal de protección de zonas de recarga hídrica, Helvetas/ MMAyA, november 2018).

Infiltratiegebieden?

De bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden komt zelden direct als prioriteit voort uit de basisorganisaties of gemeentelijke overheden. De toegang tot water is wat lokale actoren sterk mobiliseert, maar van het belang van de bescherming van het water bergop is men zich nog weinig bewust. Het is dus een uitdaging om deze lokale actoren te overtuigen van actie om hun water voor de toekomst te garanderen.

Veel boerenleiders horen voor het eerst van infiltratiegebieden of verwarren deze met de waterbronnen zelf (daar waar het water uit de grond komt). De infiltratiegebieden bevinden zich boven in de bergen, aan de bovenkant van het stroomgebied en hebben een sponswerking. In de regentijd wordt in deze gebieden het grondwater aangevuld waardoor de waterbronnen in de droge periode nog steeds water bevatten.

Het niveau van infiltratie hangt echter van verschillende factoren af zoals de hellingsgraad, de bodemsoort, de vegetatie, de neerslag in het gebied… Wanneer de dorpen in deze gebieden ongecontroleerd het bos kappen, de vegetatie verbranden en overbeweiding plaatsvindt, verliezen de infiltratiegebieden hun sponswerking en stroomt het water de berg af, vaak met erosie tot gevolg.  De toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen en de uitwerpselen van het vee verontreinigen de waterbronnen. Bescherming van deze gebieden is dus van groot belang!

Om de gemeenten en basisorganisaties hiervan te overtuigen heeft het Solidagro programma o.a. uitwisseling georganiseerd met andere gemeenten die al verder zijn met de bescherming van hun water. Bestaande wetgeving rond de bescherming van waterbronnen heeft Solidagro verspreid als voorbeeld in de Cono Sur regio en daarbuiten.

Capaciteitsversterking over inhoudelijke en legale aspecten, sensibilisering via folders en regionale radio, lobby naar gemeenten, deelname aan bijeenkomsten van de boeren en boerinnenorganisatie zijn allemaal onderdeel van de gezamenlijke ontwikkeling van de lokale wetgeving. Hierbij bundelen de partners lokale capaciteiten met die van andere ngo’s, universiteiten en voor specifieke legale kwesties huren de Solidagro partners consultants in.

Wetgeving en effecten

Concreet voorziet de wetgeving een jaarlijkse watertop met alle relevante lokale actoren en een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen. Tijdens deze top worden de prioriteiten bepaald, de infiltratiegebieden die als eerste aandacht verdienen worden geïdentificeerd en vervolgens wordt een plan gemaakt voor de bescherming van deze gebieden. Het gaat om activiteiten als de omheining van de waterbronnen en infiltratiegebieden, aanplanten van inheemse boomsoorten, het graven van filtratiegeulen…

In de wet is een percentage vastgesteld van 0,5 % van het totale gemeentebudget dat jaarlijks besteed moet worden aan de uitvoering van dit plan. Ook wordt een organisatie van lokale actoren opgezet voor het beheer van de micro-stroomgebieden. Overtreding van de regels in de beschermde gebieden is strafbaar.

De ontwikkeling van lokale wetgeving heeft weinig zin wanneer de lokale actoren, de boeren- en boerinnenorganisatie, de irrigatiewerkers, niet vanaf het begin betrokken zijn bij het proces. De basisorganisaties moeten sociale controle uitvoeren zodat de gemeente het beleid ook daadwerkelijk in de praktijk brengt. Alleen wanneer het voorstel voldoende legitiem is en gedragen wordt door de basisorganisaties, zullen de gemeenten de wetgeving blijven uitvoeren.    

 

Solidagro’s invalshoek wekt alvast interesse van veel andere organisaties waaronder ngo’s, netwerken, universiteiten en andere gemeenten. Het Ministerie van Water en Milieu steunt dit soort lokale wetgeving ook in lijn met het Nationaal Plan voor Stroomgebieden. Door krachten te bundelen mikt het Solidagro-programma in Bolivia op een sneeuwbaleffect zodat steeds meer gemeenten in Bolivia hun water gaan beschermen.

Strijd tegen voedselonzekerheid, maar eveneens voor rechten

In Burkina Faso is het weinig gebruikelijk om je rechten op te eisen. De partners van Solidagro werken samen met leden van lokale gemeenschapsorganisaties, zodat die zich meer bewust worden van het lokale en nationale beleid en hun rechten kunnen claimen wanneer deze niet worden toegepast.

De niet-evidentie van het recht op voedsel

In Burkina Faso, waar Solidagro samen met zijn partners actief is, zijn de begunstigde landbouwers overtuigd van het belang van agro-ecologische praktijken om voedselonzekerheid en de gevolgen van de klimaatverandering te bestrijden. Toch is het er voor niemand vanzelfsprekend om over het recht op voedsel praten.

Daarom geven de partners van Solidagro niet enkel trainingen in agro-ecologische productietechnieken aan de leden van de basisorganisaties waar ze mee samenwerken. Ze willen hen ook laten begrijpen wat de onderliggende oorzaken zijn van het niet respecteren van hun recht op voedsel.

 

Gemeentelijk beleid dat hen aanbelangt

Om dit aan te pakken wilden de Solidagro-partners de leden van de basisorganisaties informeren over het gemeentelijk beleid dat hen aanbelangt. De partners deelden de sectorale beleidsdocumenten van de ministeries die verantwoordelijk zijn voor plattelandsontwikkeling. Ze organiseerden ook workshops waarin gemeenteambtenaren en technische overheidsdiensten, die verantwoordelijk zijn voor plattelandsontwikkeling, hun structuren voorstelden, evenals de verschillende aan hen toegewezen opdrachten, de uitgevoerde projecten en het nationale beleid dat aan deze projecten ten grondslag ligt.

Door deze informatie begrijpen de leden van de basisorganisaties dat er maatregelen getroffen worden door de overheid en door de gemeentebesturen om de voedselzekerheid te waarborgen, maar dat deze voorzieningen niet steeds worden geïmplementeerd.

Andere workshops waren meer specifiek gericht op de analyse van de uitvoering van gemeentelijke ontwikkelingsplannen. Hierdoor konden leden van de basisorganisaties de plichtsdragers identificeren die verantwoordelijk waren voor het niet realiseren van een aantal van hun rechten, en meer specifiek hun recht op voedsel. Het werd ook duidelijk dat de uitvoering van deze plannen op het vlak  van agro-ecologische maatregelen eerder beperkt is.

De leden van de basisorganisaties hebben sindsdien de overheden aangesproken over deze informatie, die onvoldoende wordt verspreid, en ook over het feit dat hun rechten op vlak van voedselzekerheid niet worden gerespecteerd.

De Landbouworiëntatiewet in Mali, de verantwoordelijken kennen om hen beter te kunnen interpelleren

In Mali hebben de partners van Solidagro vorming gegeven over de wet die het werk van de basisorganisaties regelt, de Landbouworiëntatiewet. Dit heeft het mogelijk gemaakt voor de leden van deze organisaties om in dialoog te treden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de hinderpalen die zij ondervinden en om gezamenlijk oplossingen te vinden.

De Landbouworiëntatiewet

In Mali is het recht op voedsel nog helemaal niet gerealiseerd.  Om de fundamentele oorzaken van de realisatie van en het met de voeten treden van dit recht goed te kunnen aanpakken, hebben de partners van Solidagro (GAAS/Mali en ARAFD) ontmoetingsdagen georganiseerd om aan de ene kant bij de leden van de basisorganisaties (BO) de Landbouworiëntatiewet (LOW) bekend te maken en anderzijds om de hinderpalen vast te stellen die een goede uitvoering van deze wet bemoeilijken.

De LOW is een politiek referentiedocument en beschrijft de strategie op lange termijn van het land wat betreft de landbouw.  De doelstellingen zijn o.a. de economische en sociale promotie van de landbouwbevolking, de voedselsoevereiniteit van het land en de vermindering van de armoede in de landbouwregio’s.  De leden van de BO’s hebben, via de vorming over deze wet, begrepen dat dit kader hen toelaat erkend te worden als wettelijke gesprekspartners van de staat, en dat dit ook een mogelijkheid is om de landbouwpolitiek te volgen en te evalueren.  Maar dit delen van de verantwoordelijkheid werd onvoldoende ondersteund door de staat.

 

Verantwoordelijke wettelijke titularissen

De uitwisselings- en ontmoetingsdagen in verband met deze wet zijn de springplank geweest om de oorzaken te onderzoeken waarom de wet niet toegepast wordt.  De verantwoordelijkheid van de wettelijke titularissen wat betreft het niet respecteren van het betrekken van de landbouw BO’s en van het recht op voedsel van de gemeenschappen, werd vastgesteld.  Acties om te pleiten om dit wel toe te passen werden vervolgens opgestart door de rechthebbenden ten aanzien van de lokale autoriteiten en de lokale technische diensten, die werden geïdentificeerd als de eerste wettelijke titularissen, verantwoordelijk voor het niet toepassen van de LOW.

 

Overlegkaders

Als gevolg van dit pleidooi werden daarna overlegmomenten georganiseerd tussen de lokale autoriteiten, de gedeconcentreerde technische diensten en de BO’s.  Deze overlegrondes hebben de BO’s  toegelaten hun huidige werkzaamheden te tonen, een overzicht te geven van de ondervonden moeilijkheden en te preciseren wat van de staat en de lokale besturen wordt verwacht om deze problemen op te lossen.  De partners zelf hebben de installatie van de nodige instrumenten voor de LOW erdoor geduwd, hetgeen de staat niet had gedaan.

 

BO’s en netwerken

Om bij te dragen aan het verbeteren van de mogelijkheden van de rechthebbenden om hun rechten te kennen, om in staat te zijn deze op te eisen en ze gerealiseerd te zien, hebben de Malinese partners ontmoetingen georganiseerd tussen de BO’s over het werken in netwerken.  BO’s waarmee Solidagro werkt, zijn op deze manier deel gaan uitmaken van verschillende bestaande netwerken en/of hebben zich gegroepeerd in producentenverenigingen.

Inès, changemaker onder Palestijnse jongeren

Inès getuigenis laat zien hoe belangrijk het is voor Palestijnse jongeren om een actieve rol te spelen voor verandering, om betrokken te raken bij een beweging en om erkend te worden binnen de sociale beweging.

Mijn naam is Inès en ik ben 19 jaar oud. Ik ben student aan de Birzeit Universiteit voor Economie en ik ben ook lid van een studentenbeweging aan mijn universiteit.

 

Ik kom uit een geëngageerde familie. Mijn grote zus Lama bijvoorbeeld is actief bij “Radio No Frequency” die satirische radiopolitiek maakt over Palestina. Ze was al verschillende keren in Europa, ook in België, om het Europese publiek bewust te maken van de realiteit van de bezetting. Met haar als voorbeeld heb ik besloten me te engageren en me in te zetten voor de nationale bevrijding.

 

Ik heb verschillende trainingen gevolgd en deelgenomen aan verschillende vrijwilligersactiviteiten die de ngo Bisan organiseerde. Ik heb geleerd hoe ik me beter kan uitdrukken voor een publiek, hoe ik vergaderingen organiseer, hoe ik de problemen waar jongeren in mijn directe omgeving mee te maken hebben in kaart kan brengen en hoe ik ze kan mobiliseren om oplossingen te vinden.

 

In november 2018 nodigde Yasmine van Bisan mij uit om deel te nemen aan de Algemene Vergadering van de People’s Health Movement in Dakha, Bangladesh. Dat was een geweldige kans voor een jonge studente als ik, maar het maakte me ook trots op mezelf.

 

Yasmine vroeg me een workshop te geven over de gezondheidstoestand van Palestijnse politieke gevangenen. Dit onderwerp is belangrijk voor mij omdat ik veel jonge mensen ken die in administratieve detentie worden vastgehouden, sommigen van hen al jaren. Tijdens de workshop besefte ik dat veel mensen solidair zijn met Palestina en willen weten hoe ze ons recht op zelfbeschikking van bij hen kunnen steunen.

 

Uiteindelijk heeft mijn engagement in mijn beweging en mijn presentatie in Dakha me doen beseffen dat we als jonge mensen een enorm potentieel hebben om verandering te brengen in Palestina. Ik voel me er helemaal klaar voo