Hoe Centro Felix Varela het Cubaanse klimaatplan in praktijk brengt

Cuba, een eiland in de Caraïben, is meer dan andere landen blootgesteld aan de effecten van klimaatverandering. De Cubaanse staat heeft dat goed begrepen en voert een sterk klimaatbeleid met een ambitieus actieplan voor de volgende 100 jaar. Centro Felix Varela, een partner van Viva Salud en Cubanismo.be, neemt actief deel aan het plan.

Een ambitieus klimaatplan

De Cubaanse staat heeft een strijdplan opgestart tegen de klimaatverandering onder de naam “Tarea Vida”, wat zoveel betekent als “Plan voor het leven”. Dit plan is gebaseerd op onderzoek naar klimaatsveranderingen van de Academie voor Wetenschappen van Cuba in 1991. De resultaten en aanbevelingen van dit grootse project, over de gevaren voor en de kwetsbaarheid van de Cubaanse kusten, heeft geleid tot een plan met strategische acties in 11 domeinen.

Centro Felix Varela is een actieve speler in dit programma. Het centrum heeft als opdracht actiemiddelen te ontwikkelen om Cubanen te sensibiliseren rond de risico’s van klimaatopwarming en hun algemene kennis hierover te verbeteren. Het centrum werkt ook aan een betere participatiegraad van de bevolking in de strijd tegen de klimaatverandering en aan de bewustwording om te besparen op het gebruik van water.

Om het hoofd te bieden aan klimaatverandering en de effecten ervan is milieu-educatie en bewustwording van groot belang. Daarom ontwikkelt Centro Felix Varela educatieve acties gebaseerd op de methode van “Green Mapping”.

 

“Green Mapping”, wat is dat?

Dit is een unieke methode waarbij de bewoners zélf de natuurlijke bronnen in hun leefmilieu in kaart gaan brengen. En dit in de letterlijke zin van het woord! Gewapend met een papieren plan met een legende onderzoeken ze naar hun directe, lokale leefmilieu. Elke site met een ecologische, sociale of culturele waarde correspondeert met een bepaald symbool. De bewoners leren op die manier hun leefomgeving beter kennen, door het detecteren van problemen en door het zoeken naar oplossingen met de lokale overheden.

Concrete voorbeelden: een put met vervuild water, een speelplein dat toe is aan renovatie, de ontdekking van een vergeten maar rijk stukje bos, een gemeenschapscentrum met een aangrenzend terrein dat dienst kan doen als voetbalveld, …

Hun slogan: ‘si mapea con amor, tu barrio sera mejor‘, wat vertaald kan worden als: ‘breng je wijk in kaart met liefde, en je wijk zal verbeteren’. “Green Mapping” in Cuba wordt georganiseerd door een nationaal netwerk en gecoördineerd door Centro Felix Varela.

 

Concrete acties en resultaten

Het netwerk heeft als doel vormingen te organiseren rond klimaatverandering en de de effecten ervan op het dagelijkse leven. Deze vorming heeft geleid tot de ontwikkeling van ecologische risicokaarten, die de gemeenschappen en lokale overheden sensibiliseren en informeren over de kwetsbaarheid van hun leefomgeving.

Een van de grootste bedreigingen in Cuba is de droogte. 71% van het Cubaans grondgebied is onderhevig aan droogte, en 33% daarvan aan gemiddelde tot extreme droogte. De drinkwaterreservoirs in de hoofdstad Havana zijn slechts gevuld tot 19% van hun totale capaciteit.

Centro Felix Varela zorgt voor de verspreiding van informatie bij een breder publiek via audiovisuele middelen, exposities en conferenties. Bovendien hebben ze de hydraulische infrastructuur van verschillende gemeenschappen nagekeken. Deze controle heeft geleid tot concrete aanpassingen. In de gemeente Venezuela bijvoorbeeld, die sterk door droogte wordt geteisterd, hebben ze reservoirs geïnstalleerd en waterfilters verspreid om de toegang tot water te garanderen voor het meest kwetsbare deel van de bevolking. De lokale overheid heeft eveneens de installatie van een waterzuiveringsstation goedgekeurd.

Dankzij deze controle, de verspreiding van kennis, van kaarten en concrete actie, heeft het centrum al de volgende zaken kunnen realiseren:

  • de opleiding van klimaatcoaches;
  • bewustmaking van het belang van recyclage en het rationeel gebruik van water;
  • bewustmaking rond agrarische ecologie;
  • het opstarten van workshops voor het bewaren van voedsel;
  • een halt aan het gebruik van pesticiden;
  • het aanplanten van gewassen die resistent zijn tegen ongunstige klimaatsituaties;
  • het schoonmaken van stranden, rivieren en kusten
  • herbebossing, vooral van de mangroves;
  • het maken van een brochure over cyclonen voor Cubaanse studenten.

Duurzame ontwikkelingssamenwerking: een kwestie van rechten

Als we het hebben over ontwikkelingssamenwerking of internationale solidariteit valt het woord ‘rechten’ ongetwijfeld. Toch zien we in de praktijk nog al te vaak projecten die bepaalde problemen willen verhelpen zonder de oorzaken aan te pakken. Daarom maakten Viva Salud, KIYO en Solidagro samen met Docwerkers een video waarom het rechtenverhaal zo belangrijk is voor een duurzame ontwikkelingssamenwerking. 

De 4 pijlers van het rechtenverhaal

Deze video is gebaseerd op een visietekst van Viva Salud, KIYO en Solidagro. In deze visie beschrijven we de 4 pijlers van de rechtenbenadering die overeenstemmen met de rubrieken van de website. Het gaat om de volgende pijlers:

  • Spreken over rechten in plaats van over noden
  • De rol van de overheid
  • Rechthebbenden als actoren van verandering
  • Een goede analyse als basis

 

5 strategieën om rechten af te dwingen

In deze visietekst stellen we ook 5 strategieën die voor ons essentieel zijn om de rechtenbenadering toe te passen in de sector van ontwikkelingssamenwerking:

  • capaciteitsversterking
  • empowerment
  • directe dienstverlening
  • beleidsbeïnvloeding
  • draagvlakversterking

 

De rechtenbenadering toegepast op de coronacrisis

De coronapandemie is een verhaal van mensenrechten. Door de aanpak van de crisis komen die rechten op verschillende vlakken en plekken in de wereld nog meer onder druk te staan, voor de meest kwetsbare groepen in het bijzonder. Daarom inspireert de rechtenbenadering ons ook in de strijd tegen het coronavirus en de sociale, economische en politieke gevolgen ervan.

 

Als we van de strijd tegen het coronavirus een geslaagde onderneming willen maken, zetten we beter onze mensenrechtenbril op. De mensenrechtenbril helpt ons om de grondoorzaken van ongelijkheid te zien. In plaats van te spreken over de noden van de bevolking, legt de rechtenbenadering de structurele onrechtvaardigheden van de coronacrisis bloot. Hoe kan je bijvoorbeeld de quarantaine- en hygiënemaatregelen naleven als je met zeven personen in een kamer woont? Of wat als je in een vluchtelingenkamp een toilet moet delen met tientallen anderen?

 

Als we een situatie bekijken vanuit een rechtenbenadering zien we ook de actoren die verantwoordelijk zijn om onze rechten te verdedigen, te beschermen en te vervullen. Als we erkennen dat iemand een recht heeft, de rechthebbenden, dan erkennen we ook dat iemand anders een plicht heeft, de plichtsdragers. De coronacrisis heeft aangetoond dat overheden de belangrijkste plichtsdragers zijn. Zij staan garant voor de rechten van de bevolking en kunnen beslissen om tijdelijk fundamentele basisrechten en -vrijheden op te schorten in tijden van crisis.

 

Ten slotte plaatst de rechtenbenadering de bevolking centraal. Het is een benadering die vertrekt vanuit het potentieel van mensen om zichzelf te versterken om hun rechten te vervullen en hun eventuele afhankelijkheid van hulp te overstijgen door zich te organiseren. Burgers worden actoren van verandering in plaats van passieve slachtoffers. In verschillende landen zoals Brazilië, Palestina of Congo bijvoorbeeld gaan jongeren van deur tot deur om hygiënische kits uit te delen in de strijd tegen corona.

 

 

Op vele plekken in de wereld zien we dat burgers het heft in handen nemen en de straat op trekken om van de overheid verandering te vragen zodat hun rechten worden gerespecteerd. Enkel als mensen zich verenigen en opkomen voor hun rechten, kunnen ze deze afdwingen en zijn structurele veranderingen mogelijk.

 

> Ontdek onze visietekst over de rechtenbenadering

Een beweging voor gezondheid bouwen: een handleiding voor (gezondheids)activisten

Viva Salud en de People’s Health Movement (PHM) ontwikkelden samen een interactieve handleiding. Ben je een student, academica/academicus of activist die op zoek is naar inspiratie en best practices van over de hele wereld? Dan zal je vast en zeker veel kunnen leren uit deze handleiding. 

Dit boek is een inspiratiebron voor iedereen die strijdt voor het recht op gezondheid!

De strijd voor het recht op gezondheid en sociale rechtvaardigheid werd doorheen de geschiedenis aangedreven door verschillende sociale bewegingen. Ook vandaag is het belangrijk dat de civiele maatschappij een actieve rol blijft spelen. De gemiddelde levensverwachting stijgt en de gezondheidssituatie verbetert over de hele wereld, maar die verbetering gaat wel veel trager dan verwacht en de ongelijkheden op vlak van gezondheid tussen en binnen landen worden groter. Dit is een situatie die we niet kunnen aanvaarden!

Dit boek is bedoeld als een hulp in de strijd voor het recht op gezondheid, de strijd tegen honger, armoede en ongelijke socio-economische structuren. Chiara Bodini zorgde samen met vrijwilligers van de People’s Health Movement voor de redactie. Het is een handleiding om bewegingsopbouw op landniveau te stimuleren en om bij te dragen aan de creatie en versterking van een globale beweging voor gezondheid. 

Dit boek is niet bedoeld als gids met letterlijk te volgen stappen, maar is eerder een inspiratiebron voor iedereen die strijdt voor het recht op gezondheid. De verhalen in het boek gaan over de opbouw van een gezondheidsbeweging van het volk, dus niet over andere types van mobilisering voor gezondheid. Dat betekent dat we ons vooral concentreren op het engagement van het volk en dat de controle over de acties ook in handen is van het volk. 

Het boek kan gebruikt worden door iedereen die meer wil weten over de strijd voor gezondheid wereldwijd en over de PHM, door activisten die inspiratie zoeken en willen leren uit ervaringen van anderen, door groepen die bezig zijn met capaciteitsversterking, door studenten en door academici die onderzoek voeren naar de civiele maatschappij en engagement voor gezondheid. De handleiding is beschikbaar in het Engels, Frans en Spaans.

Deze handleiding is het beginpunt van een voortdurend proces om bewegingsopbouw in de strijd voor gezondheid te documenteren. Wij lezen graag jouw opmerkingen, reacties en verhalen bij het lezen en gebruiken van dit boek. Laat gerust een berichtje achter op de Facebookpagina van de People’s Health Movement of stuur een e-mail naar movementbuilding@phmovement.org.

Waarom publieke gezondheidszorg beter is

In een tijd waarin private spelers steeds meer een markt zien in het gezondheidssysteem, is het belangrijk om de publieke gezondheidszorg te verdedigen en promoten. In de paper ‘Waarom publieke gezondheidszorg beter is’ legt Viva Salud uit waarom.

In de paper ‘Waarom publieke gezondheidszorg beter is’ ontdek je:

  • waarom privatisering grotere ongelijkheid veroorzaakt in de toegang tot zorg
  • waarom privatisering vaak duurder is op lange termijn
  • waarom privatisering niet efficiënter is
  • waarom privatisering niet leidt tot beter kwaliteit
  • waarom privatisering leidt tot minder overheidscontrole
  • waarom privatisering leidt tot minder beschikbaarheid van gezondheidswerkers en slechtere arbeidsomstandigheden
  • welk systeem van gezondheidszorg we dan wel willen
  • voorbeelden van succesvolle campagnes van sociale bewegingen

 

> Download de paper 

 

Beter voorkomen dan genezen

Gezondheid is een recht voor iedereen. Alleen een publiek gezondheidssysteem kan zorg voor iedereen garanderen, zonder enig onderscheid. Een privéspeler zal altijd maximale winst zoeken en voorrang geven aan patiënten die de meeste financiële middelen hebben.

 

Gezondheid is niet alleen de afwezigheid van ziekte. Gezond zijn is een toestand van volkomen welzijn. Om dit te realiseren zijn preventie en gezondheidsvoorlichting cruciaal. Maar dat is niet interessant voor de privésector omdat het voorkomen van ziektes minder winstgevend is dan ze te behandelen.

 

Publieke gezondheidszorg daarentegen, gebaseerd op solidariteit en gefinancierd door het collectief, is in staat om gratis gezondheidszorg te bieden. Door het accent op preventie te leggen, beantwoordt publieke gezondheidszorg aan de noden van de gemeenschap en biedt het een betere kwaliteit, toegankelijk voor iedereen.

 

Gezondheidszorg toegankelijk maken kan echt een belangrijk effect hebben: in Burundi bijvoorbeeld, daalde de sterfte van kinderen jonger dan 5 jaar sinds de invoering van gratis gezondheidszorg voor zwangere vrouwen met 43%.

 

Publieke gezondheidszorg: minder duur en efficiënter

Bovendien is publieke gezondheidszorg minder duur en efficiënter. Omdat een publiek systeem beantwoordt aan echte noden en niet aan commerciële belangen, maakt het een betere gezondheid voor iedereen mogelijk voor minder geld. Hoewel de uitgaven in gezondheidszorg bijna vier keer minder zijn dan die in de Verenigde Staten is de levensverwachting in beide landen min of meer dezelfde.

 

Gezondheid moet een gemeengoed blijven voor iedereen. Daarom ondersteunt Viva Salud sociale bewegingen die strijden voor gezondheid voor iedereen. Ze zijn noodzakelijk om publieke gezondheidszorg mogelijk te maken.

 

Coronavaccins moeten wereldwijd toegankelijk zijn voor iedereen

De ontwikkeling van en toegang tot het coronavaccin is een concreet voorbeeld dat het belang van een sterke publieke gezondheidszorg wereldwijd illustreert. Om de verspreiding van het coronavirus helemaal te stoppen, is het cruciaal dat een vaccin tegen COVID-19 een mondiaal publiek goed wordt. De controle over toegang, prijs, veiligheid en effectiviteit moet in publieke handen liggen zodat het recht op gezondheid voor iedereen gegarandeerd kan worden. Want, zo stelde António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties het: “Geen enkel land is veilig en gezond totdat alle landen veilig en gezond zijn”.    

Daarom namen Zuid-Afrika en India binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) het initiatief om het TRIPS-akkoord tijdelijk op te schorten zodat de Covid-19-vaccins en andere noodzakelijke medische voorzieningen sneller en op een veel grotere schaal ter beschikking kunnen worden gesteld van de hele wereldbevolking. TRIPS biedt een wereldwijde bescherming voor intellectuele eigendomsrechten, zoals patenten, en een mechanisme om overtredingen te bestraffen. Een opschorting van het akkoord maakt het mogelijk dat andere bedrijven dan de ontwikkelaars het vaccin kunnen produceren.

Samen met Viva Salud, WSM, FOS, Dokters van de Wereld, Oxfam-in-België en CNCD-11.11.11  vraagt 11.11.11 dat België en de EU het initiatief steunen en zich tegelijk inzetten voor meer internationale coördinatie van het onderzoek, de ontwikkeling en de verdeling van het vaccin. Lees de oproep.

 

Lees ook de gezamenlijke oproep van Viva Salud en 13 andere ngo’s en sociale bewegingen voor een doortastende internationale samenwerking en solidariteit inzake de toegang tot levensnoodzakelijke vaccins.

Gemeentelijk wetgeving voor de bescherming van water in Bolivia

Water is leven, maar wat als er steeds minder water is? Houdt het leven dan ook op? Solidagro zet daarom meer en meer bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden op de eerste plaats!

Water is leven” is een veel gehoorde uitspraak in de Cono Sur regio (Bolivia). Omgekeerd geldt hier ook dat zonder water geen leven mogelijk is. Dit is in toenemende mate de realiteit voor veel boeren in Cochabamba, waar Solidagro en haar partners Agrecol, Aynisuyu en INCCA (Instituto de Capacitación Campesina) actief zijn. Gedwongen migratie naar de stad door gebrek aan water is hier aan de orde van de dag.

 “Vroeger was hier een waterbron” hoort Solidagro steeds vaker wanneer ze boerendorpen bezoeken.

 

Dit heeft Solidagro en hun partners aan het denken gezet na meer dan 10 jaar uitvoeren van rurale projecten rond voedselzekerheid. Irrigatie was altijd een centraal element in deze projecten en met succes. Veel boeren hebben hun oogst kunnen verdubbelen door toegang tot irrigatiewater. Maar voor hoe lang nog?

 

Inmiddels is Solidagro en zijn partners sinds 2018 bezig in de Cono Sur regio bestaande uit 12 rurale gemeenten met de participatieve ontwikkeling van gemeentelijke wetgeving voor de bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden. Dit proces begint nu haar vruchten af te werpen. In september 2019 keurde de gemeente Vila Vila haar wet goed en in andere gemeenten van de Cono Sur wordt aan de weg getimmerd. In Pasorapa beleefde Solidagro onlangs de eerste watertop waar met een grote vertegenwoordiging van basisorganisaties en de gemeentelijke overheid de basis werd gelegd voor nieuwe wetgeving voor integraal waterbeheer.

In totaal hebben naast Vila Vila nog 8 gemeenten in Bolivia wetgeving voor de bescherming van hun waterbronnen en infiltratiegebieden. De gemeenten die hier werk van maken mogen we dus onder de pioniers rekenen (bron: Normativa municipal de protección de zonas de recarga hídrica, Helvetas/ MMAyA, november 2018).

Infiltratiegebieden?

De bescherming van waterbronnen en infiltratiegebieden komt zelden direct als prioriteit voort uit de basisorganisaties of gemeentelijke overheden. De toegang tot water is wat lokale actoren sterk mobiliseert, maar van het belang van de bescherming van het water bergop is men zich nog weinig bewust. Het is dus een uitdaging om deze lokale actoren te overtuigen van actie om hun water voor de toekomst te garanderen.

Veel boerenleiders horen voor het eerst van infiltratiegebieden of verwarren deze met de waterbronnen zelf (daar waar het water uit de grond komt). De infiltratiegebieden bevinden zich boven in de bergen, aan de bovenkant van het stroomgebied en hebben een sponswerking. In de regentijd wordt in deze gebieden het grondwater aangevuld waardoor de waterbronnen in de droge periode nog steeds water bevatten.

Het niveau van infiltratie hangt echter van verschillende factoren af zoals de hellingsgraad, de bodemsoort, de vegetatie, de neerslag in het gebied… Wanneer de dorpen in deze gebieden ongecontroleerd het bos kappen, de vegetatie verbranden en overbeweiding plaatsvindt, verliezen de infiltratiegebieden hun sponswerking en stroomt het water de berg af, vaak met erosie tot gevolg.  De toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen en de uitwerpselen van het vee verontreinigen de waterbronnen. Bescherming van deze gebieden is dus van groot belang!

Om de gemeenten en basisorganisaties hiervan te overtuigen heeft het Solidagro programma o.a. uitwisseling georganiseerd met andere gemeenten die al verder zijn met de bescherming van hun water. Bestaande wetgeving rond de bescherming van waterbronnen heeft Solidagro verspreid als voorbeeld in de Cono Sur regio en daarbuiten.

Capaciteitsversterking over inhoudelijke en legale aspecten, sensibilisering via folders en regionale radio, lobby naar gemeenten, deelname aan bijeenkomsten van de boeren en boerinnenorganisatie zijn allemaal onderdeel van de gezamenlijke ontwikkeling van de lokale wetgeving. Hierbij bundelen de partners lokale capaciteiten met die van andere ngo’s, universiteiten en voor specifieke legale kwesties huren de Solidagro partners consultants in.

Wetgeving en effecten

Concreet voorziet de wetgeving een jaarlijkse watertop met alle relevante lokale actoren en een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen. Tijdens deze top worden de prioriteiten bepaald, de infiltratiegebieden die als eerste aandacht verdienen worden geïdentificeerd en vervolgens wordt een plan gemaakt voor de bescherming van deze gebieden. Het gaat om activiteiten als de omheining van de waterbronnen en infiltratiegebieden, aanplanten van inheemse boomsoorten, het graven van filtratiegeulen…

In de wet is een percentage vastgesteld van 0,5 % van het totale gemeentebudget dat jaarlijks besteed moet worden aan de uitvoering van dit plan. Ook wordt een organisatie van lokale actoren opgezet voor het beheer van de micro-stroomgebieden. Overtreding van de regels in de beschermde gebieden is strafbaar.

De ontwikkeling van lokale wetgeving heeft weinig zin wanneer de lokale actoren, de boeren- en boerinnenorganisatie, de irrigatiewerkers, niet vanaf het begin betrokken zijn bij het proces. De basisorganisaties moeten sociale controle uitvoeren zodat de gemeente het beleid ook daadwerkelijk in de praktijk brengt. Alleen wanneer het voorstel voldoende legitiem is en gedragen wordt door de basisorganisaties, zullen de gemeenten de wetgeving blijven uitvoeren.    

 

Solidagro’s invalshoek wekt alvast interesse van veel andere organisaties waaronder ngo’s, netwerken, universiteiten en andere gemeenten. Het Ministerie van Water en Milieu steunt dit soort lokale wetgeving ook in lijn met het Nationaal Plan voor Stroomgebieden. Door krachten te bundelen mikt het Solidagro-programma in Bolivia op een sneeuwbaleffect zodat steeds meer gemeenten in Bolivia hun water gaan beschermen.

Recht op permanent gebruik van groentetuinen in Burkina Faso

Als het gaat om het recht op voedsel is de toegang tot landbouwgrond een groot probleem voor vrouwen in Burkina Faso. Dankzij de analyse die werd uitgevoerd door Solidagro’s partners en lokale maatschappelijke organisaties, werden de oorzaken van deze moeilijkheden stuk voor stuk in kaart gebracht.

In Burkina Faso hebben de partners van Solidagro een zeer goede kennis van de context waarin ze werken, waardoor ze relevante oplossingen kunnen aanreiken voor de problemen waarmee de doelgroepen worden geconfronteerd.

Toen bijvoorbeeld bleek dat er drempels waren waardoor vrouwengroepen in het droge seizoen niet met groenteteelt begonnen, analyseerden de partners de situatie met de leden van deze basisorganisaties. Ze ontdekten dat de rechten van vrouwen om toegang te krijgen tot landbouwgrond voortdurend in vraag werd gesteld en dat de groentetuinen aan het einde van elk project/programma hen opnieuw werden ontnomen. Tegenover deze achtergrond bleven de plichtsdragers passief. Dit kan te wijten zijn aan het sociale en traditionele karakter in de Burkinese maatschappij, dat erg gevoelig blijft bij het spreken over vrouwenrechten. Daarnaast is de wetgeving over landgebruik moeilijk om toe te passen. Een eerste stap is het identificeren van de plichtsdragers die het landbezit kunnen vergemakkelijken. Dit zijn de landeigenaren en de lokale autoriteiten.

Een goede stakeholderanalyse en het besef van vrouwen over hun recht op landbouwgrond leidden tot effectieve onderhandelingen. Deze maakten het mogelijk om percelen permanent beschikbaar te maken voor de vrouwengroepen. Uit dit proces blijkt dat het opeisen en toegankelijk maken van landbouwgrond gemakkelijker is voor een basisorganisatie dan voor individuele vrouwen.

Palestina: strijd voor een ziekteverzekering voor iedereen

De gezondheidssituatie van Palestijnen lijdt zwaar onder de Israëlische militaire bezetting. Toch zijn er ook keuzes die de Palestijnse Autoriteit zelf kan maken om het gezondheidssysteem te verbeteren.

Afhankelijk van Israëlische gezondheidszorg

De toegang tot gezondheidsdiensten beperkt door problemen aan checkpoints of is de bouw van ziekenhuizen in bepaalde regio’s verboden. Ook de toegang tot essentiële geneesmiddelen en medische apparatuur is beperkt omdat Israël de import bemoeilijkt of tegenhoudt.

 

Veel Palestijnen zijn daarom afhankelijk van Israëlische gezondheidszorg voor sommige behandelingen, maar krijgen niet altijd de nodige reisvergunning. In Gaza weigerde Israël 39% van de aanvragen in 2018, op de Westelijke Jordaanoever was dat 18%.

 

Nationale enquête

Toch zijn er ook keuzes die de Palestijnse Autoriteit zelf kan maken om het gezondheidssysteem te verbeteren. Daarom organiseerden de Palestijnse partners van Viva Salud in 2019 een brede bevraging over de nationale ziekteverzekering om na te gaan of die beantwoordt aan internationale standaarden en in welke mate Palestijnen er baat bij hebben en tevreden zijn over de publieke gezondheidszorg.

 

Bisan, die jongerenbewegingen ondersteunt, nam actief deel aan de bevraging. Ze organiseerden een discussie in focusgroepen met jongeren in vijf steden over hun kennis van de nationale ziekteverzekering en de kwaliteit,  van gezondheidspersoneel en -diensten, de toegankelijkheid van gezondheidszorg (bereikbaarheid, prijs, andere obstakels…), de beschikbaarheid, van basisdiensten, geneesmiddelen, en over thema’s zoals vertrouwelijkheid en veiligheid van de gezondheidszorg.

 

Werken aan toegankelijke en kwaliteitsvolle publieke gezondheidszorg

Uit de resultaten van de enquête blijkt onder meer dat 60% van de Palestijnen een nationale ziekteverzekering hebben maar de helft van hen die niet zullen verlengen wegens te duur. Meer dan de helft van de Palestijnen met zo’n een nationale ziekteverzekering gaat naar privéziekenhuizen en driekwart naar privédokters, ook al zijn die duurder. Dat toont dat er nog werk aan de winkel is om de toegankelijkheid en kwaliteit van publieke gezondheidszorg te verbeteren.

Filipijnse gemeenschappen in actie tegen klimaatverandering

Climate Change Network for Community-Based Initiatives (CCNCI) is een consortium van ngo’s die actief zijn in verschillende disciplines en sectoren. Na Typhoon Haiyan in 2013 besloten deze organisaties om een netwerk op te bouwen dat oplossingen voor klimaatverandering probeert te formuleren. Solidagro en Viva Salud werken samen met dit Filipijnse netwerk in de strijd voor het recht op gezondheid en voedsel.

CCNCI betrekt de meest kwetsbare groepen in de samenleving bij de strijd tegen klimaatverandering omdat het een mensenrechtenkwestie is die iedereen aangaat. Om dat te doen gebruiken ze de ART-methode, een visueel leerproces dat de oorzaken van klimaatverandering en de verantwoordelijken zichtbaar maakt. De methode helpt bij het creëren van oplossingen voor aanpassing en meer veerkracht.

 

In deze video hoor je Michael en Angelica, twee jongeren uit de inheemse Lumad-gemeenschap in het zuidelijke eiland Mindanao, die vertellen wat ze opstaken uit de workshops met CCNCI en wat dit voor hen veranderde.

Monitoring van schendingen van de rechten van het kind in DR Congo

KIYO en haar partners leiden kinder- en jeugdparlementariërs op zodat ze kunnen bijdragen aan het aanklagen van misbruik en andere schendingen van de kinderrechten binnen hun gemeenschappen.

Door een systeem van monitoring van schendingen van kinderrechten zorgen KIYO en haar lokale partner OCET ervoor dat kinderen en jongeren opnieuw in hun rechten erkend worden en er volop van kunnen genieten.

OCET leidt jonge parlementairen op inzake technieken voor monitoring om hen de noodzakelijke kennis bij te brengen over de verschillende vormen van schendingen van de kinderrechten, hen technieken aan te leren voor het verzamelen van gegevens op het terrein en deze te analyseren.

 

Na afloop van de opleiding wordt een tool voor gegevensverzameling (monitoringfiche) opgesteld met daarin belangrijke informatie over de identiteit en de gezinssituatie van het slachtoffer, de verschillende vormen van misbruik die het kind onderging, de identiteit van de dader en ook de genomen acties.

 

Hierna volgt de getuigenis van de vertegenwoordiger van de jonge parlementairen over deze monitoring:

 

 “Wij, jonge parlementairen die de opleiding gevolgd hebben, worden om de 6 maand het terrein ingestuurd om bezoeken te brengen aan leden van de gemeenschap. We verzamelen de gegevens die ons belangrijk lijken en maken die vervolgens over aan een deskundige die een eerste beoordeling maakt om zeker te zijn dat we alle noodzakelijke informatie verzamelen. Na de analyse van de gegevens organiseert OCET een validatiesessie met de in de onderzoeken betrokken jongeren en tenslotte wordt het monitoringrapport opgesteld en aan de betrokken actoren bezorgd. Voor ons, jongeren, dienen deze monitoringrapporten als basis voor onze acties van belangenbehartiging die we voeren in coördinatie met andere actoren of organisaties voor de bescherming van het kind.

Dankzij de opleidingen hebben we een onderzoeksmethode ontwikkeld die meerdere rechtenschendingen aan het licht brengt. In de opgevolgde gevallen bijvoorbeeld zijn de vaakst vastgestelde schendingen van de kinderrechten het afwijzen of verwaarlozen van kinderen, verkrachtingen, economische uitbuiting, fysiek geweld, beschuldigingen van hekserij, seksuele uitbuiting en kinderhuwelijken. Deze bezoeken hebben ons ook een forse toename doen vaststellen van gevallen van misbruik van seksuele aard ten opzichte van eerdere periodes. Dit zou verband kunnen houden met de gezondheidssituatie door Covid-19 die veel gezinnen verplicht thuis liet blijven, waardoor ze geen toegang meer hebben tot hun bronnen van levensonderhoud en moeten overgaan tot het “verkopen” van seksuele gunsten om te overleven.

We kunnen stellen dat we dankzij OCET en KIYO niet enkel kennis opgedaan hebben omtrent het vaststellen van seksueel misbruik en schendingen van de mensenrechten maar vooral ook de technische vaardigheden om onderzoek te kunnen voeren op het gebied van de bescherming van het kind.”

Gezondheidsactivisme in Congo: 3 x 3

Waarom werden Billy, Roger en Sylvie gezondheidsactivist bij Etoile du Sud? Wie inspireerde hen en hoe is hun leven veranderd sinds ze activist geworden zijn? We stelden drie vragen aan Billy (voorzitter van de jongerendynamiek), Roger (boekhoudassistent) en Sylvie (voorzitster van de Raad van Bestuur).

Wie inspireerde je om gezondheidsactivist te worden? 

Billy: “Een vriend overtuigde me om deel te nemen aan de vergaderingen van een afdeling van EDS in Barumbu bij “Maman Henriete”. Tijdens de tweede vergadering raakte ik met de voorzitster van de lokale afdeling van EDS aan de praat over een elektriciteitsprobleem in mijn straat. Ik beloofde haar dat ik mijn nieuwe kennis meteen in praktijk zou brengen.”

Roger: “Ik was een fervente lezer en Billy van EDS vertelde me dat ik gratis boeken kon uitlenen in hun bibliotheek. Daar leerde ik de strijd voor het recht op gezondheid kennen en dat liet mij niet meer los. Toen ik deelnam aan een conferentie van EDS, werd ik opgemerkt door de coördinator. We raakten aan de praat over politiek en gezondheid. In 2014 vroeg hij of ik zijn persoonlijke assistent wou worden.”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij de krant l’Observateur bracht ik verslag uit van activiteiten rond cultuur en ontwikkeling. Zo leerde ik in 2009 EDS kennen tijdens één van hun publieke activiteiten. De vrijwilligers van de volksgezondheidscomités vertelden er over de moeilijkheden waar ze tegenaan lopen op het terrein. De animatoren van EDS stelden voor om samen te werken met lokale overheden en lokale leiders om deze problemen op te lossen. Ik was sterk onder de indruk van hun aanpak en bleef EDS van op afstand volgen. Na een tijdje werd ik door de coördinator gevraagd om halftijds voor EDS aan de slag te gaan als communicatiemedewerkster.”

 

Op welk moment besefte je dat je een rol kon spelen in de strijd voor het recht op gezondheid? 

Billy: “Ik had ontdekt dat de elektriciteitskabel die mijn straat van stroom moest voorzien, een samenraapsel was van overschotten. Alles behalve veilig dus. Mijn net verworven kennis over empowerment deed me beseffen dat ik mee verantwoordelijk was voor mijn eigen leefomstandigheden. Ik verzamelde enkele jongeren uit mijn straat en we onderzochten hoe we dit probleem konden oplossen. We schreven een brief naar de nationale elektriciteitsmaatschappij, het nationaal Parlement en het Ministerie van Energie. De brief was ondertekend door lokale leiders, de voorzitster van ons volksgezondheidscomité en onszelf. Een week later zagen we plots’s morgens vroeg dat medewerkers van de elektriciteits­maatschappij een nieuwe kabel kwamen leveren. Uit angst dat hij zou worden gestolen, hielpen we de kabel snel ingraven.”

Roger: “Toen ik naar mijn huidige appartement verhuisde, ontdekte ik dat er op geen enkel van de 14 (!) appartementen een vuilbak stond. Iedereen gooide het afval zo maar voor de poort op straat. Ik begon mijn buren te sensibiliseren over het gevaar van rondslingerend afval, maar kreeg geen gehoor. Tot er op een dag een kindje aan het spelen was voor onze poort en van het afval begon te eten. De jongen werd ernstig ziek. Plots luisterden mijn buren wel naar mij. De huisbaas verplichte iedereen om hun afval in een vuilbak te doen. We organiseerden een ophaalsysteem waar alle inwoners hun eigen deel van betaalden. Ik merkte dat ik een positieve impact kon hebben op mijn buurt en breidde mijn engagement uit naar mijn straat en later mijn hele wijk.”

Sylvie: “Als medewerkster van EDS ging ik regelmatig op het terrein om de realisaties en context beter te leren kennen. Ik was gefascineerd door de vele vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor hun gemeenschap. Ze streden tegen erosie, tegen ondervoeding bij kinderen, tegen onhygiënische leefomstandigheden. Ik werkte toen nog halftijds bij de krant en begon ook daar steeds meer over EDS te spreken met mijn collega’s. Ik startte er mijn eigen kleine gezondheidscampagnes en kreeg zelfs de bijnaam “Maman Bopeto”, genoemd naar de deur-aan-deur afvalophalers. De combinatie tussen mijn twee jobs werd te zwaar, dus koos ik voor een fulltime positie bij EDS.”

 

Hoe is je leven veranderd sinds je gezondheidsactivist bent? 

Billy: “Na onze actie voor veilige stroom richtte ik samen met de andere jongeren een straatcomité op om onze problemen aan te pakken. Het initiatief is nu over de hele wijk bekend. Zowel mannen als vrouwen, volwassenen als kinderen doen mee aan onze solidariteitsacties. Ondertussen maakte ik van mijn engagement ook mijn beroep en ben ik voorzitter van de jongerenbeweging van EDS.”

Roger: “Als student internationale relaties wou ik diplomaat worden in Oeganda. Ik had er een stage gedaan in de Congolese ambassade. Nu werk ik als boekhoudassistent voor EDS, mijn leven is dus een hele andere richting uitgegaan. Dankzij opleidingen van EDS weet ik nu hoe ik concrete problemen in mijn buurt moet aanpakken en welke personen we moeten aanspreken om echte verandering te krijgen. Ik zie dat mijn engagement een blijvend resultaat heeft en dat maakt mij trots!”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij l’Observateur was ik ook al met ontwikkelingsvraagstukken bezig, maar pas sinds ik Etoile du Sud heb leren kennen zag ik pas echt wat de positieve impact van gezondheidsactivisme kan zijn. Ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing om mij voor EDS te engageren.”