Mensenrechten zijn doorheen de geschiedenis steeds hand in hand gegaan met de strijd van verschillende groepen tegen onderdrukking, zoals de dekolonisatie- en anti-apartheidsstrijd. Ze hebben daarnaast een belangrijke rol gespeeld in de maatschappelijke vooruitgang, bijvoorbeeld op vlak van abortusrechten, het recht op werk en sociale zekerheid en LGBTQI+ rechten. We moeten er ons echter ook bewust van zijn dat het huidige mensenrechtenkader grotendeels machteloos blijkt om de structurele oorzaken van armoede en sociale onrechtvaardigheid te bestrijden. Sommigen beweren zelfs dat het huidige mensenrechtenkader zo nauw verbonden is met de westerse beschaving en het kapitalistisch systeem, dat het in feite dient als een instrument voor onderdrukking en neokoloniale overheersing.
Tijdens de slotsessie wilden we met mensenrechtenbewegingen in gesprek gaan om zelfkritiek te ontwikkelen en methodes voor te stellen om tot een daadwerkelijke dekoloniale benadering van het denken en van het mensenrechtenkader te komen.
Georganiseerd door FIAN Belgium
Gemodereerd door Manu Eggen van FIAN Belgium
Kunnen wij de mensenrechten nog gebruiken als een universeel instrument of hebben zij slechts een relatieve werking? Mensenrechten zijn niet efficiënt genoeg en er wordt met twee maten gemeten wanneer wij enerzijds mensenrechten inroepen tegen krijgsheren in Afrika en anderzijds tegen westerse leiders die betrokken zijn bij misdaden tegen de menselijkheid. We moeten de structurele oorzaken van ongelijkheid en armoede aanpakken. Volgens sommigen is het huidige mensenrechtenkader een erfenis van de Europese Verlichting, zijn ze verstrengeld met de westerse waarden en het kapitalisme. Om die reden zouden ze niet geschikt zijn om ongelijkheid te bestrijden en zelfs worden gebruikt als neokoloniaal controle-instrument.
Sofia Monsalve, FIAN International
Ik heb alles geleerd uit de praktijkervaring die ik heb opgedaan bij het werken voor FIAN International met grassroots organisaties.
Belangrijkste vragen: Zijn de mensenrechten universeel in het bevorderen van sociale rechtvaardigheid of zijn zij een instrument voor neokoloniale overheersing? En als dat zo is, moeten we dan dezelfde methoden en benaderingen blijven gebruiken en doen alsof ze prima zijn of moeten we zoeken naar manieren om ze te verbeteren? Zo ja, wat zijn die manieren dat?
Uit mijn praktijkervaring bij FIAN International met grassroots bewegingen, kan ik besluiten (naar mijn mening) dat mensenrechten niet universeel zijn. Ik denk dat we de mensenrechten opnieuw moeten verankeren en uitdiepen, zodat ze een belangrijke rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van antwoorden op de multidimensionale crisis waarmee we vandaag worden geconfronteerd (d.w.z. ecologisch, sociaal, democratisch, sanitair, enz.). Met andere woorden, wij hebben nieuwe en visionaire methoden en benaderingen nodig voor de emancipatie van de mensheid en alle levende wezens, om ecologische, sociale en gender rechtvaardigheid te bekomen.
Er zijn drie niet-westerse benaderingen om de mensenrechten opnieuw te grondvesten.
1) Opnieuw verbinding met de natuur: in wetgeving en beleid worden de mens en de rest van de natuur als twee afzonderlijke entiteiten behandeld; er is geen erkenning van de onlosmakelijke band tussen deze twee en dit blijkt ook uit de mensenrechtenverdragen, waar het woord “natuur” niet in voorkomt. Wat dit betreft is de VN-Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken (UNDRIP) om ten minste twee redenen een keerpunt geweest: zij erkent het recht van inheemse volkeren op land en grondgebied en benadrukt daarmee het belang van land, water, geneeskrachtige planten, dieren en mineralen voor de instandhouding van het menselijk leven; en zij legt de nadruk op de collectieve dimensie van deze en andere rechten. Echter, inheemse volkeren zijn niet de enigen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van land en grondgebied; ook boeren, veehouders, vissers en andere plattelandsbewoners hebben een sterke verbinding met de natuur. Zij hebben zich van oudsher vragen gesteld bij het idee om van de natuur handelswaar te maken en zij hebben geëist dat de controle over de natuurlijke hulpbronnen in handen blijft van de gemeenschap. De VN-Verklaring over de rechten van boeren en andere plattelandsbewoners (UNDROP) erkent eindelijk het recht op land en andere natuurlijke hulpbronnen, het recht op zaden en biodiversiteit, het recht op water om in het levensonderhoud te voorzien, het recht op een gezond milieu, alsook economische rechten die de arbeid en de economische activiteiten van de plattelandsbevolking beschermen. Dit zijn twee krachtige voorbeelden van emancipatoire manieren waarop de mensenrechten zich momenteel ontwikkelen. Mensenrechten en milieu- en klimaatoverwegingen moeten worden samengebracht. De tenuitvoerlegging van de rechten die in het UNDRIP zijn verankerd, biedt het UNDROP ook een kans om belangrijke instrumenten van de milieu- en klimaatwetgeving opnieuw te interpreteren vanuit het mensenrechtenperspectief. Dit is van cruciaal belang om de relatie te verduidelijken tussen de rechten van volkeren, groepen en gemeenschappen die rechtstreeks afhankelijk zijn van functionerende ecosystemen en de bescherming van dergelijke systemen.
2) Het financiële kapitalisme uitdagen: Het idee van mensenrechten dat vandaag de dag dominant is, is in Europa ontstaan op hetzelfde moment als het kapitalistische systeem. Beiden zijn samen geëvolueerd. Individuele politieke rechten en het recht op eigendom waren de nieuwe manier om de sociale verhoudingen te structureren. Oorspronkelijk was de aandacht vooral gericht op de bescherming van particulieren (en hun vermogen) tegen misbruik of overregulering door de staat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat belangrijke stromingen binnen de mensenrechtenbeweging het bestaande economische systeem, namelijk het financiële kapitalisme, niet frontaal aan de kaak stellen. Zij framen de duidelijke problemen van dit economisch systeem als een kwestie van “bedrijfsleven en mensenrechten”. Hun inspanningen zijn gericht op de verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid van bedrijven en om ervoor te zorgen dat die bedrijven mensenrechten eerbiedigen, op een vrijwillige manier en in toenemende mate via overheidswetgeving. Als gevolg daarvan spreekt het bedrijfsleven vandaag de dag de taal van de mensenrechten. Grote bedrijven beïnvloeden conceptueel en praktisch het mensenrechtenwerk, en zij gebruiken een mensenrechtendiscours om hun legitimiteit in mondiale aangelegenheden te vergroten. Gezien de omvang van de schendingen van de mensenrechten en de ecologische vernietiging die door het huidige financiële kapitalisme wordt aangedreven, heeft de aanpak “bedrijfsleven en mensenrechten” in specifieke situaties misschien wel tot enige verbetering geleid, maar schiet zij tekort in het aanpakken van structurele onrechtvaardigheden. In die zin gaat het voorbij aan het emancipatoire potentieel van de mensenrechten. Er zijn andere stromingen binnen de mensenrechtenbeweging die zich in toenemende mate richten op het overwinnen van de beperkingen van de “bedrijfsleven en mensenrechten”-benadering. Deze stromingen zijn veeleer voortgekomen uit anti-imperialistische en nationale bevrijdingsbewegingen en uit diverse volksstrijd voor economische rechtvaardigheid. Andere inspanningen gaan verder dan het vervolgen van de wandaden van ondernemingen. Zij proberen de mensenrechten te gebruiken om sommige structuren van het bestaande economische systeem te veranderen. Ook sociale grassroots bewegingen maken al tientallen jaren gebruik van de mensenrechten om het idee te bestrijden dat voedsel, huisvesting, gezondheid en onderwijs handelswaar zijn. Mensenrechten moeten een sleutelrol spelen bij het hervormen van onze economie. Er is dringend behoefte aan een sterkere band tussen mensenrechten en het economisch bestuur in het VN-systeem.
3) Het heruitvinden van de verantwoordingsplicht inzake mensenrechten: instellingen voor mensenrechten zijn zeer inspirerend, maar lijden aan fundamentele tekortkomingen:
- Het gebrek aan adequate financiering: mensenrechten ontvangen slechts 3,3 procent van de totale reguliere begroting van de VN. De VN is voor haar werking sterk afhankelijk van “vrijwillige bijdragen” van staten, particuliere instellingen en zelfs ondernemingen. Deze situatie vormt een ernstige bedreiging voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het gehele mensenrechtenstelsel, dat het slachtoffer kan worden van “corporate capture”.
- het onvermogen van de bestaande mensenrechtenmechanismen om machtige staten en transnationale ondernemingen ter verantwoording te roepen: er bestaat geen wereldtribunaal voor de mensenrechten, noch enig ander doeltreffend mechanisme om schendingen van de mensenrechten wereldwijd te vervolgen. Nationalistische regeringen maken handig gebruik van de koloniale en imperiale geschiedenis van het internationaal recht om de mensenrechten te kunnen negeren. Veel van de effectieve mensenrechtensancties zijn niet het gevolg van onpartijdige, onafhankelijke instanties, maar van het buitenlands beleid van de VS of Europa. In die zin hebben de mensenrechten nog steeds te kampen met het ernstige probleem dat zij dienen/worden opgevat als een instrumenten van het Westers interventionisme. Een mogelijke oplossing is een nieuw evenwicht te brengen in de rol van regionale, nationale en internationale mechanismen, met minder nadruk op internationale instellingen en meer aandacht voor nationale en regionale systemen.
Conclusie
We zijn getuige van een sterke en krachtige mengelmoes van verschillende actieve grassroots bewegingen die strijden voor waardigheid, voor raciale, gender-, sociale en klimaatrechtvaardigheid en die getuigen van het feit dat de strijd voor de mensenrechten sterk leeft en een sleutelrol kan spelen bij het vormgeven van nieuwe visies op democratisch bestuur.
Kumi Naidoo, mensenrechtenverdediger
Vraag: Hoe evalueren we de doeltreffendheid van de mensenrechten ter ondersteuning van de sociale strijd aan de basis en welke aanbevelingen moeten we geven aan de noordelijke ngo’s met betrekking tot de houding die we moeten aannemen opdat de mensenrechten een werkelijk transformerende rol kunnen spelen?
Veel landen hebben mensenrechtenverplichtingen in hun wetgeving opgenomen, dus die moeten primeren. De mensenrechtenbeweging in de geschiedenis was echter geworteld in de koloniale context en nu zitten wij opgescheept met een versie ervan die veel beter kan.
Ongelijke machtsverhoudingen en westerse overheersing van internationale ngo’s? De intenties van de grote ngo’s zoals Amnesty International en Greenpeace zijn er, maar een reeks verschillende factoren maakt het moeilijk om de macht binnen deze organisaties in evenwicht te houden. Sommige zijn gemakkelijk op te lossen, maar voor andere is een grondige verandering van culturele mentaliteit nodig. Wij spreken bijvoorbeeld nog steeds op een universele manier over seizoenen (bv. “zomercampagne”), terwijl veel landen niet dezelfde of helemaal geen seizoenen kennen. Dit betekent dat in de denkwijze het Noorden/Westen nog steeds het centrum van het universum is.
Tekortkomingen van de huidige HRBA:
- Nog steeds weerstand om de sociale en economische rechten op dezelfde manier te omarmen als de sociale en politieke rechten.
- Het Noorden van de wereld pakt de kwestie van de apartheid van de vaccins niet aan, zodat de pandemie het Noorden zal blijven achtervolgen zolang andere delen van de wereld kwetsbaar blijven.
- De landen die het meest bijdragen tot het probleem van de klimaatverandering zijn niet de landen die er het meest door worden getroffen.
- De vrees bestaat dat ngo’s steeds meer een “corporate character” gaan aannemen, als gevolg van de eisen die aan de financiering worden gesteld. In het bijzonder is men het er in brede kring over eens dat de verzelfstandiging ertoe heeft geleid dat ngo’s de voorkeur geven aan donors boven de verarmde gemeenschappen die zij in eerste instantie willen helpen. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat ngo’s het vertrouwen van de gemeenschap verliezen, en gezien worden als organisaties die alleen korte-termijn oplossingen bieden die armoede op een systemisch niveau in stand houden.
Aanbevelingen aan Belgische ngo’s:
- Steun de volksbewegingen of toon aan dat we hen zonder enige twijfel dienen! Zie vorig punt.
- Luister beter naar de stemmen van het Zuiden! We hebben niet allemaal de antwoorden en verschillende vragen. We moeten gelijkwaardig zijn in hoe we naar elkaar luisteren en naar elkaar luisteren.
- Intersectionaliteit omarmen: dit is het kostbaarste geschenk dat de mensenrechtenbeweging heeft gekregen, het niveau van betrokkenheid neemt toe, maar het is nog niet waar het moet zijn.
- Verzet tegen de cultuur van ontkenning: cognitieve dissonantie van wat de regeringen zeggen en hoe zij bereid zijn daadwerkelijk te handelen. Iedereen moet er bij de regeringen op aandringen om met grotere urgentie op te treden.
- Verzet tegen overvloed: we hebben een ongelijk consumptieniveau en we moeten dit aanpakken als een kwestie van mensenrechten. Onze wereld is eindig. Ook wat het meten van het BBP betreft, in die zin dat als je bossen kapt, dit positief is voor het BBP. De Belgische ngo’s moeten erkennen dat zij de daad bij het woord moeten voegen en ervoor moeten zorgen dat er een behoorlijke verontschuldiging wordt uitgesproken voor het klimaatkolonialisme en dat er compensatie komt.
- Omarm creatieve onaangepastheid: We moeten een nieuwe beweging oprichten. Er is behoefte aan een nieuw denkkader voor technische bijstand, omdat je je niet creatief kunt aanpassen door de status quo niet te aanvaarden; na de wereldwijde financiële crisis moet er een systeemtransformatie komen in plaats van systeemherstel
- Plezier maken: terwijl we strijden voor mensenrechten en sociale rechtvaardigheid, is het belangrijk vreugde te brengen in onze bewegingen.
Conclusie:
Het zwakke punt van elke soort activisme is dat we ons richten op rechten die mensen zijn ontnomen, en dat is een cruciaal uitgangspunt. Maar we moeten ons ook concentreren op het opkomen voor alle rechten en op de macht die mensen nog steeds hebben. We moeten krachtige bottom-up projecten opzetten, zodat mensen kunnen werken aan wereldwijde gerechtigheid. Creatieve participatie! Spreek taal die resoneert met mensen en ontwikkel manieren om met die mensen te communiceren. Het ideologische staatsapparaat is een grote uitdaging, en daarom hebben we een mentaliteitsverandering en een bottom-up benadering nodig!
Naima Charkaoui van 11.11.11
De RBA is een zeer goede aanpak, maar deze moet altijd worden uitgevoerd op een zelfkritische manier waarbij valkuilen als superioriteit, europeanisme, hypocrisie, etnocentrisme enz. altijd moeten worden vermeden. We moeten de mensenrechten zeker niet terzijde schuiven, maar ze opnieuw en op een andere manier grondvesten en ontwikkelen, daarbij rekening houdend met de machtsverhoudingen en de evenwichtige benadering van mens en natuur. Dit is een zeer actieve oefening.
Julien Truddaïu – Présence Action Culturelle
Ik denk dat we ook het woord “universeel” moeten dekoloniseren, omdat het bijna automatisch wordt gebruikt wanneer we het over mensenrechten hebben. Mensenrechten worden soms beschouwd als iets dat aan mensen wordt opgelegd. Etnocentrische menselijkheid en mensenrechten worden vandaag door de landen van het Zuiden gezien als een instrument van overheersing en België heeft vaak met twee maten gemeten. Te vaak wil het Westen het Zuiden morele lessen leren over alles. Het Zuiden de les lezen is gemakkelijk en nogal hypocriet aangezien in België zelf bijvoorbeeld de scheiding der machten niet doeltreffend is, er discrete en zelfs schandalige banden bestaan tussen het parlement, de regering en de rechterlijke macht.
In het koloniale verleden heeft België ook dat dubbele pad bewandeld. In haar grondwet zijn de mensenrechten verankerd, maar vervolgens in de kolonies nooit nageleefd en niet in diens grondwetten verankerd. Ook de ontwikkelingssamenwerkingssector zou hierop een gedecentraliseerde visie moeten hebben, een cultureel gedecentraliseerde kijk op de mensenrechten en kijken naar wat er elders gebeurt.
Dit betekent ook dat wij bijvoorbeeld moeten toegeven dat de filosofie niet alleen uit de Griekse oudheid stamt, maar dat Afrika hierin niet geïsoleerd was, en dat de filosofie ook daar vandaan kwam. We moeten de Afrikaanse geschiedenis opnieuw bekijken, want zolang wij westerlingen denken dat we alles hebben uitgevonden, denk ik niet dat we in de goede richting kunnen evolueren. We moeten de Afrikaanse bronnen van de mensenrechten, waarin in de 12e eeuw een aantal rechten werd vastgesteld, als een geldige bron aanvaarden. We moeten afstappen van de traditionele regelingen en overgaan op een cultureel gedecentraliseerde aanpak, want op dit ogenblik is die gebaseerd op het paternalisme van het Westen. Tijd om de internationale instellingen te hervormen als de hoeders van de rechten en het dominantiemechanisme af te schaffen.
Discussiepunten/belangrijkste punten die tijdens het debat aan de orde zijn gesteld
Publiek: In ons verlangen om de manier waarop we werken te veranderen, denk ik dat we iets kunnen toevoegen, een element dat al het andere verbindt: gelijkheid van mannen en vrouwen. Als we het over dekolonisatie hebben, moeten we het ook hebben over de-androgenisatie…. Omdat onze wereld vandaag gericht is op de man. Uitbuiting is een overblijfsel van de door mannen gedomineerde samenleving.
Kumi Naidoo: Hoe ga je om met machtsverschillen? We komen samen in wereldwijde bijeenkomsten en proberen te doen alsof we allemaal gelijk zijn, maar we onderkennen de machtsverschillen niet. We moeten er openlijk over praten wat ze betekenen, ermee omgaan en verdergaan. Als burger van Zuid-Afrika is het moeilijk te zien hoe Europese landen volledig willekeurig omgaan met de Omikron-variant. (niet eens 100% zeker of het in Zuid-Afrika begonnen is) In deze mondiaal verbonden wereld is het recht om te reizen een mensenrechtenkwestie en wij moeten onze regering en de Europese regering hierop aanspreken. De Omikron-discussie maakte het neo-imperialisme plotseling weer zeer relevant.