Genderdorpen in Congo: een dorp in de stad

In 2016 stelden militanten van Viva Salud Congolese partner Etoile du Sud (EDS) in Lubumbashi zich steeds meer vragen over de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. In hun volksgezondheidscomités en jongeren- en vrouwenwerking namen vrouwen niet deel aan publieke debatten. Hoog tijd om vrouwen in hun gemeenschap te empoweren vonden ze. Een terugblik op meer dan drie jaar ervaring genderdorpen.

Lubumbashi, van mijnbouwstad tot landbouwstad

Lubumbashi staat bekend als de stad van Gécamines, het grootste en oudste mijnbouwbedrijf van de Democratische Republiek Congo. Tot 1990 was Gécamines goed voor een derde van de inkomsten van de staatskas. Maar door de Congolese burgeroorlogen eind jaren negentig en begin tweeduizend stortte de industriële mijnbouw in. De verkoop van heel wat mijnconcessies aan derden bracht Gécamines op de rand van het failliet. De inkrimping van de activiteiten van het mijnbouwbedrijf had een enorme impact op het economische leven en vooral op de rol van vrouwen. De hoge werkloosheid bij de mijnwerkers, voornamelijk mannen, dwong steeds meer vrouwen in de informele landbouw, de tweede grootste economische troef van Lubumbashi. In de volkswijken waren steeds meer vrouwen de kostwinner in hun gezin. De ondergeschikte positie van de vrouw begon steeds meer te knellen in de sociale verhoudingen tussen man en vrouw.

 

Het eerste genderdorp

De militanten van de afdeling van Etoile du Sud in Katanga stelden zich kritische vragen over de rol van de vrouw in het Congolese gezin. Die vragen doken het eerst op bij de vrouwelijke militanten. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af waarom vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen. Ze stelden vast dat ongelijkheid tussen man en vrouw een constante was in hun directe omgeving, zowel thuis als op het werk en besloten dit aan te pakken. In een grootstad als Lubumbashi was dit niet vanzelfsprekend. De anonimiteit van de stad maakte het collectief aankaarten van genderongelijkheid tot een heuse uitdaging.

 

De militanten in Katanga begonnen daarom met een eerste reflectie over hun eigen thuis- en werksituatie. Samen met genderexpert Kat Françoise van de Universiteit van Lubumbashi gingen ze aan de slag om na te onderzoeken waar de ongelijkheid tussen man en vrouw precies tot stand kwam en hoe ze een veilige plek konden creëren voor de inwoners van de volkswijken in Lubumbashi om genderongelijkheid in de gemeenschap aan te kaarten. Het eerste genderdorp was algauw geboren. Mami Meta van het eerste genderdorp herinnert zich nog dat de vormingsverantwoordelijke zei ‘Begin nu maar met het creëren van een natie van genderonderdanen’. Een grap die hen aan het lachen bracht, maar ook een inspirerend idee dat initiatief opwekte. Iedereen was enthousiast om genderdorpen te ontwikkelen om op te komen voor gendergelijkheid en om vrouwen te empoweren”.

 

Na deze eerste reflectie startte de lokale werking in Katanga de grootschalige campagne ‘Genderdorpen’ om alle bestaande structuren van Etoile du Sud gendergevoelig te maken, te beginnen bij de volksgezondheidscomités, de jongeren- en vrouwenwerking tot alle lidorganisaties die deelnemen aan de activiteiten van Etoile du Sud in de volkswijken.

 

Betrokkenheid staat centraal

De eerste uitdaging om de inwoners van de volkswijken mee te krijgen in het genderverhaal was om hen betrokken te krijgen. In september 2016 startten militanten in Katanga met sociale enquêtes om na te gaan wat de dieperliggende oorzaken en uitingen van genderongelijkheid zijn in de volkswijken. Ze ondervroegen 1175 mensen, waarvan 629 vrouwen en 546 mannen in vijf van de zeven gemeentes van Lubumbashi.

 

De steekproef maakte een analyse mogelijk van genderongelijkheid in Lubumbashi en bracht concrete voorbeelden van discriminatie in de volkswijken aan de oppervlakte. Zo stelden ze vast dat:

  • in een gezin jongens vaker voorrang krijgen om onderwijs te volgen
  • vrouwen minder competenties krijgen aangeleerd in het gezin
  • vrouwen veeleer huishoudelijke taken toebedeeld krijgen
  • vrouwen minder spreekrecht hebben ten aanzien van mannen
  • vrouwen minder beslissingsrecht hebben op het werk
  • weinig vrouwen functies als verantwoordelijke bekleden of jobs krijgen waarin beslissingen gemaakt worden

 

Een van de meest onthullende vaststellingen is dat vrouwen net als mannen overtuigd zijn van de ondergeschikte rol van vrouwen. Heel wat vrouwen onderschatten zichzelf en geloven dat mannen meer rechten hebben, omdat zij meer capaciteiten zouden hebben. Aan de basis van alle discriminerende praktijken liggen hoofdzakelijk culturele en religieuze overtuigingen en vooroordelen die voortkomen uit traditionele gewoontes binnen de gemeenschappen. Het werd duidelijk dat de letterlijke interpretatie van de bijbel, waarin de vrouw ondergeschikt dient te zijn aan de man, een nefast effect heeft op het bewustzijn van vrouwen en mannen. Meer dan een tiental bijbelcitaten schetsen een vrouwonvriendelijk beeld en worden letterlijk overgenomen in het collectief bewustzijn van de gemeenschap. Zo worden vrouwen gezien als eigendom van mannen, is vreemdgaan sociaal aanvaardbaar voor mannen maar niet voor vrouwen, worden alleenstaande moeders als zelfzuchtige vrouwen bekeken en zijn er meerdere voorbeelden die de onderdanigheid van de vrouw altijd als voorwaarde voor een goed huwelijk naar voor schuiven.

 

In januari 2017 organiseerde Etoile du Sud een aantal workshops om mensen uit de gemeenschap op te leiden tot trekkers van de genderdorpen. Op 13 juli 2017 was het moment aangebroken voor een workshop die in het teken stond van het officieel engagement tot de oprichting van genderdorpen in de volkswijken van Lubumbashi. Na de enquêtes was het tijd om de resultaten van de enquête te delen. De uitdaging werd om zoveel mogelijk genderdorpen in het leven te roepen, waar alle leden zich gelijkwaardig betrokken zouden voelen en elkaar zouden verder helpen in het doorbreken van vooroordelen en taboes en het bespreekbaar maken van culturele en religieuze overtuigingen. De initiatiefnemers verspreidden de resultaten van de enquêtes van deur tot deur en met ludieke theateracties.

 

Mama Wa Usafi

Om vrouwen die zichzelf minderwaardig voelen beter te betrekken, integreerde Etoile du Sud een deelcampagne in het kader van de bredere campagne rond het recht op gezondheid. De bedoeling was met collectieve straatveegacties vrouwen een actieve rol en taak te geven in hun gemeenschap om hun eigenwaarde te verhogen, de genderdorpen zichtbaar te maken en de mensen te mobiliseren voor het recht op gezondheid én gendergelijkheid.

 

De straatveegacties werden algauw vehikels voor de genderdorpen, omdat de trekkende krachten achter deze acties de “mamans” van de huishoudens zijn. Vandaar de naam “Maman Wa Usafi” voor deze campagne, wat letterlijk “Moeder van de netheid” betekent. Met deze slogan wilde Etoile du Sud de vrouw een centrale plaats geven in de campagne en de rol van de moeder naar waarde laten schatten binnen de gemeenschap. De campagne verwijst in de eerste plaats naar de familie en de kracht van vrouwen in het gezin, maar wil ook de zeggenschap van vrouwen vergroten en de kracht van vrouwen in de volkswijken, de steden en het land in de kijker zetten. Vrouwen zijn immers trekkende krachten van verandering, nemen positie in en nemen cruciale beslissingen voor en met de gemeenschap. De straatveegacties blijven een belangrijke troef voor de betrokkenheid op lokaal niveau, te beginnen bij het gezin, en nadien de volkswijken, om de genderdorpen in en rond Lubumbashi verder uit te breiden.

 

In het kader van de campagne “Mama wa Usafi” worden nog andere initiatieven genomen. In het dorp Maendeleo Hewa-bora ontwikkelden de initiatiefnemers van het genderdorp een project voor vrouwen om inkomsten te genereren via veeteelt en landbouw. Zo kopen ze regelmatig kuikens die ze enkele weken later als vleeskip verkopen. Met hun eerste inkomsten konden ze een terrein huren om aan landbouw te doen. Met het project willen ze ook de acties van het genderdorp steunen en uitbreiden. Zo willen ze graag een gebouw en aangepaste infrastructuur voor hun activiteiten zoals vormingen voor vrouwen over alfabetisering, leiderschap, zelfvertrouwen, het nemen van initiatieven, kortom over alles wat ze nodig vinden voor een echte strijd voor gendergelijkwaardigheid in hun wijk.

 

Verandering van onderuit

Het resultaat is zichtbaar op het terrein: mannen verdedigen zichtbaar vrouwen die opkomen voor hun ideeën en vrouwen krijgen meer vrijheid in hun gezin dankzij de ondersteuning van mannen en jongens. De samenwerking en sociale cohesie is groter, omdat iedereen deel uitmaakt van de dorpen. Vrouwen, mannen, kinderen, jongeren, groot en klein, iedereen kan een bijdrage leveren voor meer gendergelijkheid.  In sensibiliseringsacties werden de rollen ook omgedraaid, naar het voorbeeld van de genderscholen in Kinshasa, waar meisjes voetballen en jongens supporteren. Een ludieke manier om bepaalde stereotypes te doorbreken. Het Ministerie van Gender en gezin van Katanga heeft zich achter de campagne geschaard en wil de campagne mee helpen uitdragen in de meer afgelegen regio’s van de provincie. De uitdaging is nu om structurele ondersteuning te krijgen van bovenlokale overheden voor de genderdorpen in Congo.

RECOPE en kinderparlementen in DR Congo

Kinderen en jongeren – de rechthebbenden – nemen de verantwoordelijkheid om de gemeenschap bewust te maken van hun rechten en verwerven de capaciteiten om deze op te eisen bij de lokale autoriteiten.

Dag van het Afrikaanse Kind

Jaarlijks organiseert KIYO, in samenwerking met haar lokale partner AVREO, op 16 juni de herdenking van de Internationale Dag van het Afrikaanse Kind. Het is een evenement dat wordt gekenmerkt door een sfeer van educatieve liedjes, theater en gedichten die door de kinderen worden gepresenteerd.

De leden van de kinderparlementen spreken zich uit via de pers en voor de vertegenwoordiger van het Congolese staatshoofd en roepen op tot de uitvoering van wetten die bijdragen tot de eerbiediging van de rechten van het kind in de DRC. Het “Kinderparlement” is een gemeenschapsstructuur die bestaat uit 10 kinderen die zich inzetten voor hun bescherming en die van andere kinderen. Deze structuur is opgezet door AVREO in samenwerking met de provincieafdeling “Gender, Gezin en Kinderen”. AVREO versterkt de technische en operationele capaciteiten van de kinderparlementen door middel van verschillende opleidingen en materiële ondersteuning bij de uitvoering van hun activiteiten. 

 

Hier is een uittreksel van een toespraak van een kind:

“Het kind moet speciale bescherming genieten tegen elke vorm van bedreiging die zijn lichamelijke en morele gezondheid ernstig in gevaar kan brengen of zijn gevoel van oordeelsvorming en verantwoordelijkheid ten opzichte van de samenleving kan aantasten. Het is op grond van dit ideaal dat ik, Jean-Marie, als vertegenwoordiger van het Kindercomité, de Congolese staat oproep om een einde te maken aan het feit dat kinderen nog steeds van school worden gehaald en meisjes in de prostitutie worden geduwd om in hun behoeften te voorzien.”

De autoriteiten hebben vervolgens de mogelijkheid om op deze verzoeken te reageren en beloven vaak hun uiterste best te doen om aan alle eisen tegemoet te komen.

 

Beleidsbeïnvloeding bij de lokale autoriteiten

Daarnaast ondersteunen KIYO en AVREO RECOPE bij het ontwikkelen van actieplannen voor hun beleidsbeïnvloedings- en sensibiliseringsactiviteiten met de lokale autoriteiten om de zorg voor kwetsbare kinderen in de gemeenschap te waarborgen. De RECOPE’s (Community Child Protection Networks) zijn gemeenschapsstructuren die bestaan uit 25 leden met verschillende achtergronden die zich inzetten voor de bescherming van kinderen. Deze structuren zijn ook opgezet door AVREO, dit keer met de provincieafdeling Sociale Zaken. De RECOPE’s begeleiden de kinderparlementen om duurzame en op de gemeenschap gebaseerde oplossingen te vinden voor de problemen waarmee de kinderen worden geconfronteerd. 

 

Zo kunnen de RECOPE’s de plaatselijke autoriteiten helpen bij het mobiliseren van de leiders van de gewapende groepen en de verantwoordelijken van de mijngroeven en de sekshandelshuizen om de kinderen vrij te laten. En het werkt, sommige kinderen worden zo vrijgelaten.

Een ander, meer specifiek voorbeeld is de voorlopige hechtenis van jonge jongens (tussen 13 en 14 jaar). Ze werden verdacht van diefstal en er bestonden plannen om ze over te brengen naar een gevangenis zonder kindercellen. Dankzij de beleidsbeïnvloeding van AVREO en leden van RECOPE en het Kinderparlement werden de kinderen vrijgelaten. Om hun reïntegratie in hun gemeenschap te vergemakkelijken, hebben deze zelfde actoren de gemeenschappen bewust gemaakt van de noodzaak van reïntegratie van deze jongeren en ook de jongeren gesensibiliseerd door hen te helpen bij gedragsveranderingen en een positieve houding aan te nemen om hun reïntegratie te bevorderen.

Monitoring van schendingen van de rechten van het kind in DR Congo

KIYO en haar partners leiden kinder- en jeugdparlementariërs op zodat ze kunnen bijdragen aan het aanklagen van misbruik en andere schendingen van de kinderrechten binnen hun gemeenschappen.

Door een systeem van monitoring van schendingen van kinderrechten zorgen KIYO en haar lokale partner OCET ervoor dat kinderen en jongeren opnieuw in hun rechten erkend worden en er volop van kunnen genieten.

OCET leidt jonge parlementairen op inzake technieken voor monitoring om hen de noodzakelijke kennis bij te brengen over de verschillende vormen van schendingen van de kinderrechten, hen technieken aan te leren voor het verzamelen van gegevens op het terrein en deze te analyseren.

 

Na afloop van de opleiding wordt een tool voor gegevensverzameling (monitoringfiche) opgesteld met daarin belangrijke informatie over de identiteit en de gezinssituatie van het slachtoffer, de verschillende vormen van misbruik die het kind onderging, de identiteit van de dader en ook de genomen acties.

 

Hierna volgt de getuigenis van de vertegenwoordiger van de jonge parlementairen over deze monitoring:

 

 “Wij, jonge parlementairen die de opleiding gevolgd hebben, worden om de 6 maand het terrein ingestuurd om bezoeken te brengen aan leden van de gemeenschap. We verzamelen de gegevens die ons belangrijk lijken en maken die vervolgens over aan een deskundige die een eerste beoordeling maakt om zeker te zijn dat we alle noodzakelijke informatie verzamelen. Na de analyse van de gegevens organiseert OCET een validatiesessie met de in de onderzoeken betrokken jongeren en tenslotte wordt het monitoringrapport opgesteld en aan de betrokken actoren bezorgd. Voor ons, jongeren, dienen deze monitoringrapporten als basis voor onze acties van belangenbehartiging die we voeren in coördinatie met andere actoren of organisaties voor de bescherming van het kind.

Dankzij de opleidingen hebben we een onderzoeksmethode ontwikkeld die meerdere rechtenschendingen aan het licht brengt. In de opgevolgde gevallen bijvoorbeeld zijn de vaakst vastgestelde schendingen van de kinderrechten het afwijzen of verwaarlozen van kinderen, verkrachtingen, economische uitbuiting, fysiek geweld, beschuldigingen van hekserij, seksuele uitbuiting en kinderhuwelijken. Deze bezoeken hebben ons ook een forse toename doen vaststellen van gevallen van misbruik van seksuele aard ten opzichte van eerdere periodes. Dit zou verband kunnen houden met de gezondheidssituatie door Covid-19 die veel gezinnen verplicht thuis liet blijven, waardoor ze geen toegang meer hebben tot hun bronnen van levensonderhoud en moeten overgaan tot het “verkopen” van seksuele gunsten om te overleven.

We kunnen stellen dat we dankzij OCET en KIYO niet enkel kennis opgedaan hebben omtrent het vaststellen van seksueel misbruik en schendingen van de mensenrechten maar vooral ook de technische vaardigheden om onderzoek te kunnen voeren op het gebied van de bescherming van het kind.”

Gezondheidsactivisme in Congo: 3 x 3

Waarom werden Billy, Roger en Sylvie gezondheidsactivist bij Etoile du Sud? Wie inspireerde hen en hoe is hun leven veranderd sinds ze activist geworden zijn? We stelden drie vragen aan Billy (voorzitter van de jongerendynamiek), Roger (boekhoudassistent) en Sylvie (voorzitster van de Raad van Bestuur).

Wie inspireerde je om gezondheidsactivist te worden? 

Billy: “Een vriend overtuigde me om deel te nemen aan de vergaderingen van een afdeling van EDS in Barumbu bij “Maman Henriete”. Tijdens de tweede vergadering raakte ik met de voorzitster van de lokale afdeling van EDS aan de praat over een elektriciteitsprobleem in mijn straat. Ik beloofde haar dat ik mijn nieuwe kennis meteen in praktijk zou brengen.”

Roger: “Ik was een fervente lezer en Billy van EDS vertelde me dat ik gratis boeken kon uitlenen in hun bibliotheek. Daar leerde ik de strijd voor het recht op gezondheid kennen en dat liet mij niet meer los. Toen ik deelnam aan een conferentie van EDS, werd ik opgemerkt door de coördinator. We raakten aan de praat over politiek en gezondheid. In 2014 vroeg hij of ik zijn persoonlijke assistent wou worden.”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij de krant l’Observateur bracht ik verslag uit van activiteiten rond cultuur en ontwikkeling. Zo leerde ik in 2009 EDS kennen tijdens één van hun publieke activiteiten. De vrijwilligers van de volksgezondheidscomités vertelden er over de moeilijkheden waar ze tegenaan lopen op het terrein. De animatoren van EDS stelden voor om samen te werken met lokale overheden en lokale leiders om deze problemen op te lossen. Ik was sterk onder de indruk van hun aanpak en bleef EDS van op afstand volgen. Na een tijdje werd ik door de coördinator gevraagd om halftijds voor EDS aan de slag te gaan als communicatiemedewerkster.”

 

Op welk moment besefte je dat je een rol kon spelen in de strijd voor het recht op gezondheid? 

Billy: “Ik had ontdekt dat de elektriciteitskabel die mijn straat van stroom moest voorzien, een samenraapsel was van overschotten. Alles behalve veilig dus. Mijn net verworven kennis over empowerment deed me beseffen dat ik mee verantwoordelijk was voor mijn eigen leefomstandigheden. Ik verzamelde enkele jongeren uit mijn straat en we onderzochten hoe we dit probleem konden oplossen. We schreven een brief naar de nationale elektriciteitsmaatschappij, het nationaal Parlement en het Ministerie van Energie. De brief was ondertekend door lokale leiders, de voorzitster van ons volksgezondheidscomité en onszelf. Een week later zagen we plots’s morgens vroeg dat medewerkers van de elektriciteits­maatschappij een nieuwe kabel kwamen leveren. Uit angst dat hij zou worden gestolen, hielpen we de kabel snel ingraven.”

Roger: “Toen ik naar mijn huidige appartement verhuisde, ontdekte ik dat er op geen enkel van de 14 (!) appartementen een vuilbak stond. Iedereen gooide het afval zo maar voor de poort op straat. Ik begon mijn buren te sensibiliseren over het gevaar van rondslingerend afval, maar kreeg geen gehoor. Tot er op een dag een kindje aan het spelen was voor onze poort en van het afval begon te eten. De jongen werd ernstig ziek. Plots luisterden mijn buren wel naar mij. De huisbaas verplichte iedereen om hun afval in een vuilbak te doen. We organiseerden een ophaalsysteem waar alle inwoners hun eigen deel van betaalden. Ik merkte dat ik een positieve impact kon hebben op mijn buurt en breidde mijn engagement uit naar mijn straat en later mijn hele wijk.”

Sylvie: “Als medewerkster van EDS ging ik regelmatig op het terrein om de realisaties en context beter te leren kennen. Ik was gefascineerd door de vele vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor hun gemeenschap. Ze streden tegen erosie, tegen ondervoeding bij kinderen, tegen onhygiënische leefomstandigheden. Ik werkte toen nog halftijds bij de krant en begon ook daar steeds meer over EDS te spreken met mijn collega’s. Ik startte er mijn eigen kleine gezondheidscampagnes en kreeg zelfs de bijnaam “Maman Bopeto”, genoemd naar de deur-aan-deur afvalophalers. De combinatie tussen mijn twee jobs werd te zwaar, dus koos ik voor een fulltime positie bij EDS.”

 

Hoe is je leven veranderd sinds je gezondheidsactivist bent? 

Billy: “Na onze actie voor veilige stroom richtte ik samen met de andere jongeren een straatcomité op om onze problemen aan te pakken. Het initiatief is nu over de hele wijk bekend. Zowel mannen als vrouwen, volwassenen als kinderen doen mee aan onze solidariteitsacties. Ondertussen maakte ik van mijn engagement ook mijn beroep en ben ik voorzitter van de jongerenbeweging van EDS.”

Roger: “Als student internationale relaties wou ik diplomaat worden in Oeganda. Ik had er een stage gedaan in de Congolese ambassade. Nu werk ik als boekhoudassistent voor EDS, mijn leven is dus een hele andere richting uitgegaan. Dankzij opleidingen van EDS weet ik nu hoe ik concrete problemen in mijn buurt moet aanpakken en welke personen we moeten aanspreken om echte verandering te krijgen. Ik zie dat mijn engagement een blijvend resultaat heeft en dat maakt mij trots!”

Sylvie: “Als redactiemedewerkster bij l’Observateur was ik ook al met ontwikkelingsvraagstukken bezig, maar pas sinds ik Etoile du Sud heb leren kennen zag ik pas echt wat de positieve impact van gezondheidsactivisme kan zijn. Ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing om mij voor EDS te engageren.”

Congo: hoe watercomités levens redden in Goma

‘L’eau c’est la vie’, ‘water is leven’. Onder dat motto strijden watercomités voor een betere toegang tot water in de volkswijken van Goma. De installatie van watertanks is geen doel op zich, maar wel een stap in het versterken van de gemeenschap om op te komen voor en te genieten van het recht op water.

De stad Goma in het noordoosten van Congo ligt vlak aan het immense Kivumeer. Maar toch is de toegang tot water in de volkswijken niet evident. In 2017 installeerde Viva Saluds partner Etoile du Sud (EDS) een watertank van 10 m³ in de afgelegen wijk Lac Vert. Een investering die heel wat in gang zette voor de buurt.

Begin januari 2018 besliste de provinciale Minister van gezondheid in Noord-Kivu om samen te werken met de lokale volkscomités.

 

Stappen naar het recht op drinkbaar water
De organisatie van een wijk begint door mensen samen te brengen die een zekere invloed hebben in hun gemeenschap en die samen willen nadenken over hoe de levensomstandigheden er beter kunnen worden. Zij brengen samen de problemen van hun wijk in kaart. Eens de prioriteiten duidelijk zijn, breidt deze kerngroep zich uit tot een volkscomité voor gezondheid met geëngageerde mannen en vrouwen uit de wijk. Zij organiseren dan een brede bevraging onder de bevolking. Zo wil Etoile du Sud zo veel mogelijk mensen betrekken bij het project.

In 2017 besliste het lokale volkscomité van Lac Vert dat een betere toegang tot water bovenaan hun agenda moest staan. De buurt had amper toegang tot water, want de nationale watermaatschappij Regideso had hun wijk links laten liggen. Sinds 2010 moest Regideso waterleidingen aanleggen, maar 7 jaar later is er nog altijd geen tank geïnstalleerd.

Mercycorps, een Amerikaanse ngo die de nood aan drinkbaar water zag, installeerde in 2014 enkele watertanks in Lac Vert en de naastliggende wijk Mugunga. Maar door een gebrek aan middelen kon de provinciale overheid van Noord-Kivu de opvolging en het onderhoud niet garanderen. 

 

“Bidons jaunes”-betoging voert druk uit op de nationale waterwetgeving
De wijkbewoners wilden al snel zelf betrokken zijn bij het beheer en organiseerden zich in lokale gezondheidscomités met de hulp van Etoile du Sud. Ze kwamen op straat en eisten hun recht op water op tijdens een mars met gele watertonnen, de “bidons jaunes”. Studenten van de film- en theaterschool in Lubumbashi en het RITCS in Brussel filmden de actie in deze documentaire

De lokale overheid voelde zich gesterkt door de “bidons jaunes”-mars en voerde druk uit op de nationale overheid om de Congolese waterwet aan te passen. Die wet stelt de nationale watermaatschappij verantwoordelijk voor de bevoorrading van het hele grondgebied van de Democratische Republiek Congo. Een bijna onmogelijke opdracht, als je weet dat Congo ongeveer 77 keer groter is dan België en sommige gebieden erg moelijk bereikbaar zijn. 

De nieuwe wet die eind 2017 goedgekeurd werd, laat wel samenwerking met derden toe. Dat was een buitenkans voor de lokale gezondheidscomités en watercomités om hun waterprojecten te laten financieren door de provincie van Noord-Kivu. 

Eind 2017 installeerde een duurzaam watercomité een nieuwe watertank in de wijk Lac Vert. De tank heeft een capaciteit om een honderdtal families mee te bevoorraden. Een watertanker haalt het water uit het Kivumeer, brengt het naar een lokale zuiveringsinstallatie en transporteert het dan naar de tank in Lac Vert. Het volkscomité neemt zelf het beheer en onderhoud in handen. 

 

Volkscomité inspireert de provinciale overheid
De provinciale overheid zag dat deze lokale watercomités een zelfvoorzienend beheer garanderen en toonde interesse voor een verdere samenwerking. Begin januari 2018 werd de samenwerking concreet na een gesprek met de provinciale Minister voor Gezondheid van Noord-Kivu. 

Sawy, advocaat en provinciaal medewerker van Etoile du Sud is een vurig voorstander van duurzame samenwerking met de overheid: “EDS wil dankzij gemeenschapsparticipatie hefbomen voor verandering creëren. Maar de verantwoordelijkheid voor basisvoorzieningen moet in handen genomen worden door de overheid. Het is zo dat de overheid zichzelf kan versterken en de basisrechten van de bevolking kan garanderen”.

Het watercomité van Lac Vert wil nu nog een stap verder gaan. Ze maken plannen om met mobiele tanks het water nog dichter bij de verafgelegen gezinnen te brengen.